Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

De Omgevingswet: gevolgen en kansen voor intelligente automatisering

Met de nieuwe Omgevingswet verruilen we een vaste zekerheid voor flexibiliteit en aanpasbaarheid; de ontwikkeling van ruimtelijke planning wordt een oefening in het productieve management van complexiteit. Dit vraagt om automatiseringsmiddelen die veel meer bieden dan degelijke dataopslag en 3D-visualisatie. We moeten geavanceerde, intelligente technieken gebruiken die de regels in de basis van de Omgevingswet integreren en testen in een integrale, dynamische en interactieve 4D-simulatie.

6 maart 2017

Met de nieuwe Omgevingswet verdwijnt een aantal zekerheden. Met de oude instrumenten van ruimtelijke planning wisten we precies hoe de bebouwing eruit zou zien. De combinatie van alle regels leverde een duidelijk beeld op, bijvoorbeeld de bouwenvelop van elk gebouw. Dit was niet vreemd, want de regels in een bestemmingsplan werden afgeleid van een concrete visie van wat mocht. Een driedimensionaal beeld van de toekomstige bebouwing werd ontleed in eigenschappen, zoals de bouwhoogte en daarna werden die eigenschappen omgezet in regels, zoals de maximaal toegestane bouwhoogte. Dit leverde een statische, voorspeelbare situatie. Men wist bijvoorbeeld direct of een dakkapel was toegestaan en zo ja, met welke afmeting.

De Omgevingswet bestaat uit soortgelijke regels, maar door de nadruk op flexibiliteit en aanpasbaarheid wordt het bepalen van de vorm van de toekomstige bebouwing aanzienlijk moeilijker. De combinatie van regels wordt complexer, niet alleen door de integratie van alle ruimtelijke planningsdocumenten in één systeem, maar ook door het dynamische karakter van de integratie. Er komen behoorlijke mogelijkheden in bestuurlijke afwegingsruimte en tegelijkertijd groeit de gevoeligheid voor belangen, prioriteiten en conflicten. In plaats van één voorspelbaar beeld krijgen we een complex systeem met meerdere mogelijke uitkomsten. Het succes van de Omgevingswet hangt af van de behandeling van deze complexiteit.

Omgaan met complexiteit is een van de sterke kanten van de moderne automatisering. Er kan veel worden opgelost door het Digitale Stelsel van de Omgevingswet intelligent te benutten. In de kern van dit Digitale Stelsel staat een aantrekkelijk principe: ieder omgevingsdocument wordt een verzameling van regels en elke regel kent een eenvoudige en duidelijke driedeling: regel werkingsgebied omgevingswaarde.Hiermee verwacht men eenvoudige oplossingen voor veel problemen in de harmonisatie en opslag van documenten en de ontsluiting van regels. Technisch gezien klopt dit wel, maar het biedt geen garanties voor de bruikbaarheid van het gehele system. Deze hangen af van de combinatie van de regels en de semantische interpretatie van de gecombineerde resultaten, d.w.z. de omzetting van omgevingswaarden in een betekenisvol model van de mogelijke bebouwing.

Zon interpretatie is niet eenvoudig; het vraagt om meer dan harmonisatie van systematiek en terminologie, meer dan digitale standaarden, meer dan 3D-visualisatie. Wat de Omgevingswet nodig heeft is een integrale, dynamische en interactieve 4D-simulatie die alle regels verenigt in een samenhangende en consistente weergave van kwantitatieve en kwalitatieve aspecten bouwhoogtes, maar ook bouwstijlen. De basis van deze simulatie is ook niet eenvoudig. Het bestaat uit geavanceerde constraint propagation-mechanismen die aan de wieg staan van de artificiële intelligentie, multicriteria-technieken die veel verder gaan dan eenvoudige (en niet in alle opzichten doeltreffende) metaforen zoals het mengpaneel, fuzzy modelling en andere die zelfs in BIM, het neusje van de zalm in de huidige bouwkundige automatisering, ontbreken.

Gelukkig zijn de baten ook veel en groot: zekerheid onder veranderende omstandigheden, compleetheid en consistentie in ruimtelijke planning, effectiviteit zonder afname van afwegingsruimte, capaciteit om met incompleetheid en inconsistentie om te gaan. Met zon 4D-simulatie wordt ruimtelijke planning niet alleen per regel getoetst; het wordt een integrale evaluatie van alternatieven, varianten en scenarios, met mogelijkheden voor gegronde afwijking. Dit is wat alle gebruikers van de Omgevingswet nodig hebben, van beleidsmakers en planners tot de burgers en de professionals van de bouwsector.

De ontwikkeling van een betekenisvolle 4D-simulatie vraagt tevens om directe opname van alle soorten ruimtelijke planningsdocumenten: naast bestemmingsplannen ook welstandsnotas, monumentenregelingen etc. Pas dan wordt de werkelijke complexiteit van ruimtelijke planning realistisch weergegeven. Dit is ook van belang voor de ontwikkeling van het Digitale Stelsel: documenten zoals welstandsnotas laten zien dat regels soms een werkingsgebied kennen dat niet slechts geografisch is (bijvoorbeeld gebouwen van een bepaalde bouwstijl) en omgevingswaarden die niet alleen kwalitatief, maar ook relationeel zijn (d.w.z. verwijzingen naar precedenten, zoals bestaande dakkapellen in de wijk). Omgaan met zulke regels is essentieel voor het succes van de Omgevingswet en de bijbehorende instrumenten.

Het grootste gevaar in de ontplooiing van de Omgevingswet is een stapsgewijze, voorzichtige implementatie. Om zeker te kunnen maken dat de opkomende complexiteit beheersbaar wordt, moeten we zo vroeg mogelijk de combinatie van alle bronnen en aspecten in de ruimtelijke planning behandelen. Bij deze behandeling moeten we ook de meest geavanceerde automatiseringstechnieken toepassen en niet tevreden zijn met basale automatisering die slechts praktische problemen oplost. De kwaliteit van de toekomstige gebouwde omgeving hangt af van de ambitie die nu getoond wordt.

Artikel delen