Hoe kunnen we de komende periode samen optrekken als voorbereiding op de Omgevingswet? Dat was de insteek van de bijeenkomst van de provincie Zuid-Holland in het Provinciehuis afgelopen donderdag 10 maart. ‘Deze bijeenkomst is belangrijk omdat de wet ons aanspreekt als een verzameling bestuursorganen’, zei provinciesecretaris Jan Herman de Baas.
In de zaal zaten zon 70 secretarissen van gemeenten, waterschappen en directeuren van omgevingsdiensten. Kennis delen en samen zoeken waarin samenwerking nodig is en in welke vorm, is van strategisch belang in de periode voorafgaand aan de formele ingangsdatum van de wet, stelde de provinciesecretaris.
Impact Omgevingswet
Want de wet heeft veel impact: daarover zijn alle sprekers het eens die middag. Het is te vergelijken met de decentralisatie in het sociale domein, vindt Chris Kuijpers, directeur-generaal van het ministerie van Infrastructuur en Milieu en eerste spreker van die middag. Bovendien heeft de wet impact hoe we het intern organiseren. Het raakt je hele organisatie. Ten minste vijf bewindspersonen zijn betrokken bij de wet.
Slim en effectief
Kuijpers lichtte toe waarom de Omgevingswet zo belangrijk is. Bij de huidige, sectoraal opgebouwde, wetgeving gaat het volgens hem steeds meer schuren bij het oplossen van vraagstukken in de openbare ruimte. Het is te versnipperd en verkokerd en kent een te langdurig traject van besluitvorming. We willen het nu slimmer en effectiever doen en zoeken daarom naar een nieuw systeem, toegespitst op de realiteit van morgen. Daarbij gaat het om het integraal aanpakken van vraagstukken.
Gemeenschappelijke waarden
Vier gemeenten gaven die middag een kijkje in de keuken: hoe zijn zij nu al slimmer, effectiever en/of meer integraal aan het werk als voorbereiding op de nieuwe Omgevingswet? Zo is de gemeente Leiden inmiddels met negen regiogemeenten intensief in gesprek over gemeenschappelijke waarden en een toekomstvisie op het gebied. Praat niet te lang over hoe het zou moeten, maar dóe het gewoon, raadde de Leidse gemeentesecretaris Jan Nauta aan.
80 beleidsdocumenten in één
De gemeente Zoetermeer nam in de afgelopen maanden de uitdaging op zich om 80 beleidsdocumenten te integreren in één beleidsdocument. Met deze veelheid aan beleidsdocumenten besturen we nu de stad, zei de vertegenwoordiger van de gemeente. Om het verschil tussen het huidige systeem en de Omgevingswet letterlijk in beeld te brengen, printte hij de tientallen beleidsdocumenten uit, schoof ze op een steekkar de vergaderzaal binnen en betoogde dit kan niet meer.
Cultuur onder bestuurders
De Omgevingswet heeft dus ook invloed op de huidige cultuur, waarin iedere bestuurder werkt aan een beleidsdocument, reageerde Ineke van Hee, directeur van het programma Aan de slag met de Omgevingswet op het verhaal uit Zoetermeer. Zij was de tweede spreker die middag en daagde iedereen uit nu al te experimenteren met de wet. We moeten nu gaan onderzoeken: hoe kan het beter? Wij willen u daarin graag ondersteunen. Onze bevindingen kunnen we dan weer teruggeven aan de wetgever.
Het koepelconcept
Ook de gemeente Rotterdam is proactief aan de gang met de Omgevingswet. Philippe Raets, gemeentesecretaris spreekt van het koepelconcept dat momenteel wordt ontwikkeld door het Havenbedrijf Rotterdam, de exploitant en beheerder van het havengebied. Het Havenbedrijf ontwikkelt op dit moment een totaalvisie op het gebied. In plaats van de effecten van de Omgevingswet op de 3000 bedrijven en nog veel meer objecten in het gebied los te beschouwen, wordt het nu integraal bekeken. Denk bijvoorbeeld aan milieueffecten: kan er misschien één milieu-effect worden afgesproken voor het hele gebied in plaats van 3000 losse afspraken.
Bouwstenen en kwaliteiten
Ten slotte gaf de gemeente Maassluis acte de présence. Gemeentesecretaris Sander Duymaer van Twist vertelde dat de stad op dit moment 50.000 bestemmingsplannen heeft. Het bedrijventerrein de Kade ontbeert echter een bestemmingsplan. De gemeente besloot in dit deel van de stad nu volgens de Omgevingswet aan de slag te gaan. We beginnen daar, samen met stakeholders, met het benoemen van de bouwstenen en kwaliteiten om stapsgewijs tot een hoogwaardig woon- en werkgebied te komen.
Over eigen schaduw heen
Gemma Smid-Marsman, directeur Ruimte en Mobiliteit en laatste spreker van die middag, benadrukte ten slotte het gedeelde belang binnen de Omgevingswet. In het formuleren van een omgevingsvisie moeten gemeenten en andere betrokkenen nu zoeken naar een gemeenschappelijk belang en een gedeelde agenda. We zullen daarbij over onze eigen schaduw moeten heen stappen en ons afvragen: hoe kunnen we samenwerken?