Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Het ruimtelijke ordeningsrecht is in de jaren 2008-2010 ingrijpend veranderd als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening (Wro inclusief Grondexploitatiewet), de Crisis- en herstelwet en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Dit betekende een behoorlijke cultuuromslag en een nieuwe rolverdeling tussen Rijk, provincies en gemeenten. Rechtsfiguren zoals de bouw- en milieuvergunning werden vervangen door de omgevingsvergunning en het aantal instrumenten voor project- en gebiedsontwikkeling nam toe. De invoering hiervan ging gepaard met ingrijpende wijzigingen van sectorale wetten en met nieuwe AMvB's (Bro, Bor) en ministeriële regelingen (Mor, Rsro). Sindsdien zijn deze wetten nog talloze malen aangevuld en gewijzigd.

Beleidsmatig veranderde het nodige met de inwerkingtreding van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, het bijbehorende Besluit algemene regels omgevingsrecht (Barro) en de provinciale structuurvisies. Provincies blijken verder dankbaar gebruik te maken van de mogelijkheden om inpassingsplannen en provinciale verordeningen vast te stellen en (reactieve) aanwijzingen te geven.

Sinds de vorige druk in 2013 is de jurisprudentie volop tot ontwikkeling gekomen en werpt de Omgevingswet zijn schaduw vooruit. Tijd dus voor een update. Het boek dat nu voor u ligt is bijgewerkt tot 1 januari 2017.

Deze zesde druk van het Handboek Ruimtelijke Ordening en Bouw helpt u de weg door RO-land te vinden. In hoofdstuk 1 wordt teruggeblikt, worden belangrijke begrippen verklaard en de bedoelingen van de wetgever besproken. Op hoofdlijnen worden de Wro en de Wabo behandeld. In hoofdstuk 2 wordt het beleid besproken: het instrument structuurvisie, de taakverdeling van de overheden en trends bij gebiedsontwikkeling. De hoofdstukken 3 en 4 gaan over normstelling door rijk en provincie respectievelijk de gemeente. Het bestemmingsplan neemt daarbij een ruime plaats in. In hoofdstuk 5 worden de instrumenten voor projectontwikkeling uit zowel de wettten met elkaar vergeleken. In hoofdstuk 6 komen een aantal varianten van de omgevingsvergunning aan de orde. Hoofdstuk 7 bespreekt de grondexploitatieregels. Hoofdstuk 8 gaat over de tegemoetkoming in de planschade en hoofdstuk 9 behandelt handhaving en toezicht. In hoofdstuk 10 vindt u een schema over de rechtsbescherming bij de verschillende besluiten. Hoofdstuk 11 belicht de hogere kostenregeling en gaat in op de bepalingen voor subsidies in de Wro. Hoofdstuk 12 beschrijft de digitale kant van de besluitvorming. Hoofdstuk 13 ten slotte maakt een doorkijk naar de Omgevingswet.

Niet alles kan even uitgebreid aan de orde komen. Vele thema’s zitten door de hoofstukken verweven. Ieder hoofdstuk wordt afgesloten met kanttekeningen voor de praktijk.

Mijn dank gaat uit naar Patrick Blom en John van den Hof voor het schrijven van hoofdstuk 12 respectievelijk het actualiseren van hoofdstuk 7. Gesteund heb ik mij vooral gevoeld door het enthousiasme en vertrouwen van mensen om mij heen, maar bovenal mijn echtgenoot. Ik wens iedereen die met deze wetgeving aan de slag wederom veel succes en wijsheid toe. Kennis van deze wetten zal zeker helpen om de Omgevingswet gemakkelijker onder de knie te krijgen.

Mevr. mr. T.H.H.A. Van der Schoot

december 2016.