Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Kamerbrief reactie brief met betrekking tot de politieke behandeling Omgevingsverordening

Minister Ollongren geeft een reactie op de brief van de NEPROM met betrekking tot de politieke behandeling Omgevingsverordening NH2020 in Noord-Holland.

15 december 2020

Kamerstuk: kamerbrief

Kamerstuk: kamerbrief

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft mij een reactie gevraagd op de brief van de NEPROM te Voorburg d.d. 28 september 2020 met betrekking tot de politieke behandeling Omgevingsverordening NH2020 in Noord-Holland.

Aanleiding voor de brief van de NEPROM is dat in hun ogen als gevolg van de Omgevingsverordening Noord-Holland H2020 een groot aantal nieuwbouwontwikkelingen in de provincie definitief onmogelijk worden.

De Omgevingsverordening Noord-Holland heeft op de gebruikelijke wijze voor inspraak ter inzage gelegen. Tijdens deze procedure zijn veel zienswijzen ingediend. Deze zijn door de provincie beoordeeld en van een reactie voorzien. Daarbij is een afweging gemaakt of zienswijzen al dan niet aanleiding gaven de ontwerp Omgevingsverordening aan te passen. Dit heeft geleid tot vaststelling van de Omgevingsverordening geleid door Provinciale Staten op 22 oktober 2020. Op 17 november is de Omgevingsverordening in werking getreden.

Onderdeel van de Omgevingsverordening is de aanwijzing van 32 Bijzonder Provinciale Landschappen. Deze aanwijzing is gebaseerd op ecologische, cultuurhistorische, aardkundige of landschappelijke kwaliteiten. Dat kan leiden tot een beperking van ruimtelijke ontwikkelingen in dat gebied tenzij ze de kernkwaliteiten niet aantasten. De Bijzonder Provinciale Landschappen zijn grotendeels gebaseerd op huidige beschermingsregimes Bufferzones, Aardkundig monument en Weidevogelleefgebied. In deze regimes zijn net als in de voorgaande Provinciaal Ruimtelijke Verordening geen grootschalige woningbouwlocaties mogelijk.

Mede naar aanleiding van de ingekomen zienswijzen heeft de provincie in een Notitie discussielocaties (zie bijlage) aangegeven welke gevolgen de Omgevingsverordening heeft voor bouwlocaties. Hieruit blijkt voor vrijwel alle locaties waarop grootschalige woningbouw niet mogelijk is, geldt dat ontwikkeling ook op basis van de voorgaande Provinciaal Ruimtelijke Verordening niet mogelijk was door bestaande beschermingsregimes.

Vanuit het besef dat de beschermingsregimes beperkingen met zich meebrengen voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen heeft de provincie bij de vaststelling van de Omgevingsverordening Noord-Holland 2020 aangekondigd dat in samenwerking met de gemeenten een verkenningstraject wordt uitgevoerd om een integrale afweging te maken tussen de ambities, opgaven en de begrenzing van het BPL wordt gestart. Het resultaat van deze verkenningen kan ertoe leiden dat de begrenzingen van het BPL worden aangepast. Deze verkenningen kunnen bijdragen aan de woningbehoefte, natuurontwikkeling, leefbaarheid en economische vitaliteit van dorpen zoals in de brief van de NEPROM benoemd.

In de Nationale Omgevingsvisie is vastgelegd dat het binnenstedelijk bouwen van woningen, bedrijven en voorzieningen in de bereikbaarheid van een ov-knooppunt de voorkeur verdient en dat deze ruimte optimaal benut dient te worden; waar die ruimte onvoldoende is, is realisatie aan de randen van verstedelijkt gebied aan de orde. In alle gevallen is het belangrijk dat dit gebeurt met oog voor ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit. In de woondeals hebben we gezamenlijk locaties aangewezen die een substantiële bijdragen leveren aan de bouwopgave. Daarnaast zet ik in op de realisatie van 14 grootschalige woningbouwlocaties die een substantiële bijdrage leveren aan de bouwopgave. Het betreft zowel binnenstedelijke verdichtingslocaties als transformatielocaties en uitleglocaties.

De suggestie van de NEPROM dat het gevoel van urgentie ontbreekt, herken ik niet. Door de Provincie Noord-Holland en de regio is een inventarisatie naar plancapaciteit uitgevoerd en zijn vindt overleg plaats om te komen tot de benodigde woningproductie. In Noord-Holland is voor de benodigde productie tot 2030 127% plancapaciteit beschikbaar en dit is exclusief aanvullende afspraken die in het kader ven het MIRT zijn gemaakt over aanvullende woningbouw in een aantal stadsharten. Voor de tekortregio MRA overschrijdt de plancapaciteit ruim de vereiste 130%. Deze plancapaciteit bevat zowel binnen- als buitenstedelijke plannen.

De zorgen van de NEPROM neem ik serieus en is voor mij aanleiding om met alle betrokken partijen het gesprek aan te gaan om de grote woningopgave aan te pakken. Daarbij is de inbreng van alle partijen van essentieel belang. Voor meer gedetailleerde informatie verwijs ik u graag naar de beantwoording van de Kamervragen over woningbouw in Noord-Holland ingediend door de leden Terpstra (CDA) en Koerhuis (VVD).(1)

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

drs. K.H. Ollongren

Bijlagen

‘Notitie discussielocaties’ In dit document zijn ruimtelijke plannen in Noord-Holland opgenomen waarover al geruime tijd discussie bestaat tussen de provincie en gemeenten. Het gaat om woningbouwlocaties die op basis van de ontwerp-Omgevingsverordening (en vaak ook de huidige Provinciale Ruimtelijke Verordening, PRV) niet mogelijk zijn.

Voetnoten

1)Kenmerk 2020Z16045 Kenmerk 2020Z23650 Kenmerk 2020Z16245 Kenmerk 2020Z16982

Gerelateerde kamerstukken:

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.