Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Beantwoording Kamervragen over publicatie over de Omgevingswet

Minister Ollongren beantwoordt vragen over het NRC-artikel ‘Ministerie hield zorgen over Omgevingswet achter’.

4 mei 2020

Kamerstuk: kamervraag

Kamerstuk: kamervraag

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen van het lid Nicolaï over het NRC-artikel ‘Ministerie hield zorgen over Omgevingswet achter’. Deze vragen werden ingezonden op 2 april 2020, met kenmerk 166279U/JAB.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

drs. K.H. Ollongren

166279U/JAB

Vragen van het lid Nicolaï (PvdD) medegedeeld aan de Minister voor Milieu en Wonen inzake een recente publicatie in NRC over de Omgevingswet. Ingezonden op 2 april 2020.

Vraag 1.

Heeft de Minister kennisgenomen van het artikel “Ministerie hield zorgen over Omgevingswet achter” (NRC 1 april 2020 website, 2 april 2020 krant)?

Antwoord:

Ja, ik heb kennisgenomen van dat artikel.

Vraag 2.

Is de minister bereid om aan de Eerste Kamer de documenten te verschaffen waaruit de journalisten citeren?

Vraag 3.

In december 2019 beschikte de ambtelijke top over een document aangeduid als ‘Quick Scan’ dat betrekking had op een inventarisatie van problemen betreffende de invoering van de Omgevingswet. Is de minister bereid dat document aan de Eerste Kamer te verschaffen?

Antwoord vraag 2 en 3:

De journalisten baseren hun artikel op de intern uitgevoerde zogenoemde Quick scan. Er zijn mij geen andere documenten bekend die de journalisten geraadpleegd zouden hebben.

Ik ben niet bereid de Quick scan met uw Kamer te delen. Ik sluit aan bij de kabinetsbrede lijn rondom het openbaar maken van documenten naar aanleiding van de moties Omtzigt.1 Het kabinet heeft de aangenomen moties - Omtzigt met betrekking tot artikel 68 Grondwet nog in beraad, in afwachting van het advies van de Raad van State over de ministeriële verantwoordelijkheid. Na publicatie van dit advies zendt het kabinet uw Kamer een nadere kabinetsreactie.

Het gaat hier om een Quick scan waarin de werkzaamheden van en samenwerking tussen verschillende onderdelen van mijn ministerie bij het ontwikkelen van de technische standaard voor het publiceren van omgevingswetdocumenten (STOP-TPOD standaard) worden geanalyseerd. De STOP-TPOD standaard is een belangrijke bouwsteen voor het digitale stelsel. Deze Quick Scan is in opdracht van mijn ministerie uitgevoerd, omdat er eerder vertragingen in de oplevering van deze standaard waren geconstateerd, waarover ik beide Kamers ook heb geïnformeerd. De Quick scan had tot doel om alle aspecten – inhoud en proces - van het werken aan de STOP-TPOD standaard onder de loep te nemen. Dit om te voorkomen dat er verdere vertraging bij de oplevering van de standaard zou ontstaan door een herhaling van eerdere problemen. De Quick scan is vervolgens gebruikt om binnen de interne werkprocessen tot noodzakelijke verbetering te komen.

1) Moties van lid Omzigt cs inzake Reikwijdte grondwet en informatieverstrekking, Tweede Kamer der Staten-Generaal, 2019-2020, 28362, nr. 25, nr 26 en nr. 27

Ik heb u de afgelopen periode regelmatig op de hoogte gehouden van de voortgang van het DSO en meer specifiek de ontwikkeling van de STOP-TPOD standaard, waar deze scan over gaat. In de voortgangsbrieven die voor de zomer van 2019 en eind 2019 zijn verstuurd, heb ik vermeld dat de ontwikkeling van die standaard vertraging opliep.

Daarbij heb ik aangegeven dat de vertraagde oplevering van de STOP-TPOD standaard impact heeft gehad op de voortgang van andere onderdelen van het DSO en op de tijd die beschikbaar is voor de implementatie in de uitvoeringspraktijk. De gezamenlijke conclusie van de bestuurlijke partners en mijzelf was op dat moment, dat de planning van inwerkingtreding per 1 januari 2021 nog steeds haalbaar was, maar dat de rek er in belangrijke mate uit is. Ik heb aangegeven stevig vinger aan de pols te zullen houden.

Ik ben wel graag bereid u te beschrijven welke conclusies en aanbevelingen de scan bevat en hoe ik daarmee ben omgegaan. Het ging dus om de analyse op het ontwikkelen van de publicatie standaard STOP en de Landelijke voorziening voor bekend maken en beschikbaar stellen van documenten (LVBB). Deze twee voorzieningen worden gebruikt door het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO) en zijn van belang voor de werking van dat stelsel.

In de Quick scan werd geconcludeerd dat:

  • Als de bestaande planningen van het programma, de ontwikkelpartners en de bevoegde gezagen en de leveranciers naast elkaar werden gelegd, inwerkingtreding per 1 januari 2021 niet haalbaar zou zijn. De auteur van de Quick scan kwam tot een inschatting dat bij continuering van de werkwijze van dat moment op het aspect STOP en LVBB de inwerkingtreding van de Omgevingswet pas op 2023 mogelijk zou zijn.

  • Het ontbrak aan een gedeeld totaal overzicht.

  • Het eigenaarschap van de problematiek in de keten was versnipperd en de complexiteit was groot.

  • Het parallel ontwikkelen van de software en standaarden met de wetgeving had ertoe geleid dat substantiële wijzigingen in de standaard en software nodig zijn geweest.

  • Er was spanning tussen de verschillende onderdelen van BZK die aan deze producten werken.

  • De verschillende rollen en verantwoordelijkheden van het onderdeel van BZK dat werkt aan de LVBB en STOP-TPOD standaard waren onvoldoende helder belegd.

  • Het beheer van de LVBB en STOP-TPOD standaard was nog niet belegd. In de Quick scan werden de volgende aanbevelingen gedaan:

  • Onderzoek het (tijdelijk) continueren in de Omgevingswet van de bestaande uitzondering op de Bekendmakingswet.

  • Onderzoek mogelijke complexiteitsreducties van de STOP-TPOD standaard en de LVBB.

  • Werk vanuit hetzelfde gedachtenkader en verbeter de onderlinge verhoudingen.

  • Kom tot een samenhangende roadmap met de belangrijkste stakeholders.

De aanbevolen inhoudelijke vereenvoudiging is bereikt door complexiteit van ontwerpeisen op het gebied van mutaties, geografische informatieobjecten, synchroniciteit en validaties te beperken tot datgene wat strikt noodzakelijk is om de Omgevingswet inwerking te kunnen laten treden en de realisatie ervan te faseren. Het door de auteur aanbevolen in stand houden van de uitzonderingspositie in de Bekendmakingswet is onderzocht en niet overgenomen. Deze aanbeveling zou in dit stadium de haalbaarheid van de planning eerder bemoeilijken dan versnellen en daarnaast een aantal voordelen van het DSO ten opzichte van het huidige situatie te niet doen.

De aanbevelingen uit de Quick scan om de samenwerking en werkprocessen te verbeteren zijn ook ter harte genomen. Medio januari 2020 zijn er betere afspraken gemaakt over de samenwerking tussen de verschillende onderdelen binnen mijn ministerie en relevante externe partners. Deze samenwerkingsafspraken hebben geleid tot een gedeeld eindbeeld van het bij inwerkintreding op te leveren resultaat in de planketen, een aangescherpte verdeling van de verantwoordelijkheden en procesafspraken om tot effectievere ketensamenwerking te komen. Dit heeft ook zijn weerslag gekregen in een gezamenlijke en samenhangende roadmap. Ook zijn inmiddels de noodzakelijke stappen gezet om het beheer van het LVBB en de STOP-TPOD standaard binnen mijn ministerie structureel te beleggen.

De verbeterde samenwerking heeft er onder meer in geresulteerd dat de STOP- TPOD standaard 1.0 op 3 april 2020 is opgeleverd en gepubliceerd. Het is nu van belang dat de leveranciers en de bevoegde gezagen op basis van deze standaard aan de gang kunnen met ontwikkeling van de lokale software van de planketen. De stappen die sinds januari zijn gezet om de planketen te stabiliseren, zijn betrokken bij de Gateway review, waarvan de resultaten op 1 april jongstleden met uw Kamer zijn gedeeld.

Voortgang evaluatie en beoordeling DSO

Gedurende de implementatiefase van de Omgevingswet informeer ik u over en deel ik externe onderzoeken naar de voortgang van de implementatie van het DSO. Een Quick scan voor een intern organisatievraagstuk behoort daar niet toe. Zo heb ik de afgelopen periode een drietal onderzoeken aan de kamer gestuurd over de voortgang van de landelijke voorziening van het DSO (DSO-LV).

De eerste fase van de toetsing van het DSO-LV bestond uit het opleveren van het statusrapport met betrekking tot de gereedheid voor aansluiten, vullen en oefenen van het DSO-LV. Het statusrapport vormde een eerste stap in beantwoording van de vraag of het DSO-LV per eind 2019 voldoende stabiel is om in 2020 te kunnen aansluiten en oefenen. Het statusrapport is op 16 december 2019 aan uw kamer aangeboden.

Als tweede fase van dit traject heeft de onafhankelijke Audit Dienst Rijk (ADR) op basis van het statusrapport een rapport van bevindingen opgesteld waarvoor de ADR heeft gekeken naar de onderliggende bewijsvoering bij het statusrapport. Dit ADR-rapport heeft uw kamer op 12 december 2019 ontvangen.

De derde stap in de evaluatie en beoordeling van het DSO bestaat uit een Gateway review waarin nader is ingegaan op de implementatie van het DSO: de fase van aansluiten, oefenen en vullen van het DSO-LV. De Gateway review heeft plaatsgevonden in februari 2020. De Gateway review en de beleidsreactie daarop zijn op 1 april 2020 met uw Kamer gedeeld.

De Omgevingswet en de invoering daarvan is een grote wetgevingsoperatie, met een omvangrijk implementatie programma. Daaraan is eigen dat er gedurende de rit complexe vraagstukken opgelost moeten worden, en er soms meevallers, en soms tegenvallers in de planning optreden. Ik informeer u op zeer regelmatige basis hierover met halfjaarlijkse voortgangsbrieven en aanvullende externe onderzoeken en reviews.

Zoals aangekondigd in mijn brief van 1 april 2020 zal ik u ook de komende maanden op de hoogte blijven houden van de ontwikkeling van het DSO.

Artikel delen