Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Landelijk Afvalbeheerplan (LAP2) ingrijpend gewijzigd

In Nederland is het beleid voor afvalbeheer opgenomen in het Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021 (LAP). Dit plan is op 24 december 2009 in werking getreden en op 25 maart 2010 voor de eerste keer gewijzigd in verband met de R1-status van afvalverbrandingsinstallaties.

Tjeerd van der Meulen 8 december 2014

In Nederland is het beleid voor afvalbeheer opgenomen in het Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021 (LAP). Dit plan is op 24 december 2009 in werking getreden en op 25 maart 2010 voor de eerste keer gewijzigd in verband met de R1-status van afvalverbrandingsinstallaties. Ten behoeve van de implementatie van de Europese Kaderrichtlijn Afvalstoffen (2008/98/EG) wordt het LAP nu voor de tweede keer gewijzigd. Op 3 december 2014 heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu de tweede wijziging van het Tweede Landelijk Afvalbeheerplan (LAP2) vastgesteld en aan het parlement gezonden. De tekst van het tweede LAP is vastgesteld in de vorm van een Nota waarin op alle ingekomen inspraakreacties een antwoord is gegeven. Binnenkort wordt de officiële bekendmaking gepubliceerd in de Staatscourant en vier weken later treedt het gewijzigde LAP in werking. Begin 2015 zal de praktijk dus moeten werken met de gewijzigde versie die gepubliceerd wordt op de website

www.lap2.nl

. Overigens is de staatssecretaris ook gestart met een traject om te komen tot een geheel nieuw LAP (LAP3). Deze actie vloeit voort uit de wettelijke verplichting om het LAP elke zes jaar te herzien (artikel 10.3 Wet milieubeheer).

Het belang van het LAP2 voor de uitvoeringspraktijk

Op grond van artikel 10.14 van de Wet milieubeheer houdt ieder bestuursorgaan rekening met het geldende afvalbeheerplan bij het uitoefenen van een bevoegdheid krachtens de wet, voor zover de bevoegdheid wordt uitgeoefend met betrekking tot afvalstoffen. Het LAP2 is voor de minister, de provincies, de waterschappen en de gemeenten dan ook het centrale uitgangspunt bij onder meer het vaststellen van beleid en verordeningen, het verlenen van vergunningen en ontheffingen en de handhaving. Het LAP bestaat uit een beleidskader en uit sectorplannen voor verschillende afvalstromen. In de sectorplannen is per afvalstroom aangegeven wat de minimumstandaard is: de minimale hoogwaardigheid van de be- en of verwerking van een bepaalde afvalstof of stroom. Bij de uitvoering van het afvalstoffenbeheer is deze minimumstandaard cruciaal: het is niet de bedoeling dat afvalstoffen laagwaardiger dan de minimumstandaard worden verwerkt. 

Aanleiding tweede wijziging

Het LAP2 is voor de tweede keer gewijzigd, omdat de Kaderrichtlijn afvalstoffen (2008/98/EG) nog niet geheel in LAP2 was verwerkt. Hierdoor moesten tal van begrippen en definities worden aangepast. Het gaat hier ook om essentiële begrippen zoals re-use (hergebruik), recovery en recycling. Tevens zijn talloze verduidelijkingen of actualisaties doorgevoerd. Enkele sectorplannen zijn aangepast aan ontwikkelingen in de markt. Tevens is er een nieuw sectorplan bijgekomen. Sectorplan 84 heeft betrekking op zogenaamde "monostromen".  Monostromen zijn eenduidige afvalstromen bestaande uit één materiaalsoort of één type product die relatief eenvoudig gescheiden ingezameld of afgescheiden kunnen worden uit een gemengde stroom. Een voorbeeld zijn matrassen die worden ingezameld op een gemeentelijke milieustraat.

Uitgangspunt bronscheiding huishoudelijk afval blijft gehandhaafd

Het LAP gaat - in ieder geval voor huishoudelijk afval en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval - voor een aantal componenten in eerste instantie uit van bronscheiding en ziet nascheiding in een aantal gevallen als een goede aanvulling. Dit is al jaren bestaand beleid en er is volgens de staatssecretaris geen aanleiding dit in het kader van de tweede wijziging van het LAP te heroverwegen. Wel zal in het traject om te komen tot een derde LAP het onderwerp nadrukkelijk aandacht krijgen.

Minimumstandaard grof huisvuil

De minimumstandaard voor grof huishoudelijk afval wordt in lijn gebracht met het Activiteitenbesluit (artikel 3.155, lid 2 Activiteitenregeling): op een milieustraat moet grofvuil in minstens 18 componenten gescheiden worden. Een gemeente mag daarvan alleen afwijken als stromen zodanig samen opgeslagen worden dat met een nascheiding hetzelfde resultaat wordt bereikt als met voorscheiding.

Brandstoffen maken uit afvalstoffen; End of Waste?

Aan een aantal sectorplannen dat de mogelijkheid kent de afvalstof op te werken tot brandstof - en aan hoofdstuk 18 van het beleidskader - is in de tweede wijziging van LAP2 toegevoegd dat deze brandstof alleen mag worden toegepast binnen inrichtingen waarin emissiebeperking is gereguleerd in specifieke regelgeving en/of daarop gebaseerde vergunningen. Verwerken van afvalstoffen tot brandstoffen voor motoren van voer- en vaartuigen is niet toegestaan. Achtergrond is dat veel eisen voor de inzet van brandstoffen geen rekening houden met het produceren van brandstoffen uit afvalstoffen en zich nauwelijks richten op milieu, maar vooral waarborgen dat de verbrandingsmotor blijft draaien. De wijziging moet nuttige toepassing van afvalstoffen en adequate bescherming van het milieu combineren. De staatsecretaris heeft aan LAP2 als actiepunt toegevoegd dat er een traject wordt gestart samen met de marktpartijen om te bezien of het mogelijk is om te komen tot nationale End of Waste criteria (einde-afval) voor specifiek te bepalen afvalstoffen. De mogelijkheid om op nationaal niveau End of Waste criteria vast te stellen vloeit voort uit artikel 6 van de Kaderrichtlijn afvalstoffen en artikel 1.1, lid 6 van de Wet milieubeheer.

Afwijken van de afvalhiërarchie: " 175-grens"

Het gewijzigde LAP hanteert een grenswaarde van 175,- per ton om van de afvalhiërarchie af te mogen wijken. Dit vervangt het oude criterium van 150% van de kosten voor storten (inclusief stortbelasting). Deze kosteneffectiviteitstoets wordt gebruikt om afwijking van de minimum-standaard toe te staan en om afwijking van  scheiding aan de bron toe te staan. Ook speelt het tarief een rol in de beoordeling of er een stortverbod moet worden geïntroduceerd en bij de beoordeling van de vraag of Nederland een beroep doet op nationale zelfverzorging bij grensoverschrijdend afvaltransport. In zijn algemeenheid is deze 175,- per ton afval dus nu een grenswaarde voor een de prijs die voor hoogwaardige verwerking gevraagd mag worden.

Een voorbeeld om dit te verduidelijken. Sectorplan 4 heeft betrekking op gescheiden ingezameld papier- en kartonafval. De minimumstandaard is hiervoor recycling. Veel papier en karton wordt opnieuw verwerkt tot papier en karton. De minimumstandaard is nu echter aangevuld met de volgende bepaling waarin duidelijk is aangegeven wanneer kan worden afgeweken van de minumumstandaard:

 "Voor papier en karton dat, bijvoorbeeld nat of sterk vervuilde partijen papier en karton,

- niet voor recycling geschikt is, of

- waarvoor de recyclingsroute zo duur is dat de kosten voor afgifte door de producent/ontdoener meer zouden bedragen dan 175,- per ton,

is de minimumstandaard 'andere nuttige toepassing' (bijvoorbeeld hoofdgebruik als brandstof)."

In tal van andere sectorplannen is ook deze " 175-grens" opgenomen.

 

Onderscheid nuttige toepassing en verwijdering

Het maken van een onderscheid tussen verwijdering en nuttige toepassing bij de verwerking van een afvalstof levert in de praktijk in een aantal gevallen forse hoofdpijn op. Het LAP2 is aangepast met inzichten uit de nieuwe Kaderrichtlijn en jurisprudentie. Dit komt niet neer op een inhoudelijke wijziging, maar een actualisering en verduidelijking van de beleidsteksten.

Tot slot

Hierboven zijn slechts enkele onderwerpen uit de tweede wijziging van het LAP2 belicht. Naar aanleiding van veel inspraakreacties wordt door de staatsecretaris verwezen naar de opvolger van het LAP2, het LAP3 waarvoor de voorbereidingen nu worden opgestart. Mogelijk dat in het LAP3 LAP3 meer essentiële wijzigingen  in de minimumstandaarden worden doorgevoerd. Naar alle waarschijnlijkheid zullen de uitgangspunten van de circulaire economie - en dan met name het programma VANG (Van Afvalstof Naar Grondstof) - prominent terug te vinden zijn in de beleidsteksten van LAP3. 

Links:

Gerelateerde info:

Artikel delen