Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Glycerine op 1 april 2015 officieel een bijproduct (en geen afvalstof!)

Het afvalstoffenbegrip uit de Kaderrichtlijn afvalstoffen, in Nederland geïmplementeerd in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, levert al jaren een continue stroom aan jurisprudentie op. De definitie ""alle stoffen, preparaten of voorwerpen, waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen"" maakt geenzins duidelijk wanneer er sprake is van een grondstof, brandstof, bijproduct, einde-afvalfasestof danwel afvalstof. In artikel 1.1, lid 6 Wm is bepaald dat bijproducten in de zin van artikel 5 van de Kaderrichtlijn afvalstoffen 2008/98 in ieder geval geen afvalstoffen zijn :

Tjeerd van der Meulen 27 maart 2015

Het afvalstoffenbegrip uit de Kaderrichtlijn afvalstoffen, in Nederland geïmplementeerd in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, levert al jaren een continue stroom aan jurisprudentie op. De definitie "alle stoffen, preparaten of voorwerpen, waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen" maakt geenzins duidelijk wanneer er sprake is van een grondstof, brandstof, bijproduct, einde-afvalfasestof danwel afvalstof. In artikel 1.1, lid 6 Wm is bepaald dat bijproducten in de zin van artikel 5 van de Kaderrichtlijn afvalstoffen 2008/98 in ieder geval geen afvalstoffen zijn : "Als afvalstoffen worden in elk geval niet aangemerkt stoffen, preparaten of voorwerpen die bijproducten zijn in de zin van artikel 5 van de Kaderrichtlijn afvalstoffen, indien deze bijproducten voldoen aan de in dat artikel gestelde voorwaarden en aan de in een krachtens dat artikel van de kaderrichtlijn afvalstoffen vastgestelde uitvoeringsmaatregel of in een regeling van Onze Minister daartoe aangegeven criteria."

Maar wat zijn  naast een primair product vrijkomende - bijproducten? De criteria uit artikel 5 van de Kaderrichtlijn zijn:

a. het is zeker dat de stof of het voorwerp zal worden gebruikt;

b. de stof of het voorwerp kan onmiddellijk worden gebruikt zonder enige verdere verwerking anders dan die welke bij normale productiepraktijken gangbaar is;

 c. de stof of het voorwerp wordt geproduceerd als een integraal onderdeel van een productieproces;

d. verder gebruik is rechtmatig, m.a.w. de stof of het voorwerp voldoet aan alle voorschriften inzake producten, milieu en gezondheidsbescherming voor het specifieke gebruik en zal niet leiden tot over het geheel genomen ongunstige effecten op het milieu of de menselijke gezondheid.

Deze vier criteria zijn in feite de codificatie van Europese jurisprudentie en hebben op hun beurt ook weer nieuwe jurisprudentie opgeleverd. Omdat er onduidelijkheid kan ontstaan over met name de criteria b en c (onmiddellijk gebruik en integraal onderdeel productieproces) heeft de minister van I&M bij ministeriële regeling bepaald dat ruwe glyerine in bepaalde gevallen in ieder geval een bijproduct (en geen afvalstof) is.

Ruwe glycerine is een  residu van de productie van biodiesel en de productie van vetzuren uit dierlijke of plantaardige vetten en oliën. In het recente verleden heeft deze stof geleid tot afvalstof-grondstofdiscussies tussen een ontdoener en de inspectie. Omwille van onder meer doelstellingen uit de circulaire economie en het programma Van Afval Naar Grondstof (VANG) vindt de minister het wenselijk om duidelijkheid te schaffen over de status van bepaalde productsoorten glycerine. In de regeling is expliciet vermeld wat de productspecificaties zijn en aan welke eisen het productieproces moet voldoen. Gevolg van deze regeling is dat, als aan deze voorwaarden wordt voldaan, discussies in de vergunningen of handhavingssfeer over de afvalstatus voorkomen kunnen worden.

Het is de tweede keer in korte tijd dat de minister gebruik maakt van de in artikel 1.1, lid 6 Wm geboden mogelijkheid om bij ministeriele regeling duidelijkheid te schaffen over de afvalstatus van bepaalde stoffen. Recent verscheen al de regeling met einde-afvalfasecriteria voor recyclinggranulaten (zie mijn bericht hierover op Omgevingsweb). De minister geeft aan dat de mogelijkheid bestaat dat de regeling in de toekomst wordt uitgebreid met nog andere productiere- siduen als daar vanuit de handels-, vergunnings- of handhavingspraktijk behoefte aan bestaat. Een productieresidu kan in de regeling worden opgenomen als er een rechtmatige en beleidsmatig wenselijke toepassing is die bevorderd wordt door de status van bijproduct (vrijwaring van de afvalregelgeving), maar de aanmerking als bijproduct in het geding is als gevolg van onduidelijkheid ten aanzien van de voorwaarden b dan wel c van de kaderrichtlijn. Ik verwacht dat de praktijk zeker in meerdere gevallen behoefte heeft aan het regelen van de bijproductstatus bij wettelijke regeling. Het is dus slechts wachten op de volgende regeling.  

Gerelateerde info:

Artikel delen