Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Vormen alle onderdelen van een paardenpak in zijn geheel één bouwwerk of moet hiervoor naar alle afzonderlijke onderdelen worden gekeken?

Op die interessante rechtsvraag gaf de Rechtbank Limburg antwoord in een uitspraak die is gepubliceerd op 11 maart 2024, ECLI:NL:RBLIM:2024:911

23 maart 2024

Jurisprudentie – Samenvattingen

In artikel 2.1, lid 1, onder a Wabo is bepaald dat het verboden is om zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het bouwen van een bouwwerk. Het begrip ‘bouwwerk’ is in de Wabo niet omschreven. De Wabo beoogt gelet op de geschiedenis van totstandkoming bij het begrip ‘bouwwerk’ aan te sluiten zoals dat onder de Woningwet werd aangeduid. Zoals de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft overwogen, kan voor de uitleg van het begrip bouwwerk aansluiting worden gezocht bij de modelbouwverordening. Daarin is bouwwerk gedefinieerd als: ‘elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren’.

De rechtbank is met eiser en de commissie bezwaarschriften van oordeel dat de paardenbak als geheel een bouwwerk vormt. Weliswaar kan aan verweerder worden toegegeven dat het drainagesysteem, het worteldoek en de zandlaag afzonderlijk kunnen worden aangelegd dan wel aangebracht, tegelijkertijd is de rechtbank van oordeel dat die onderdelen samengenomen met de omheining van het (deels ingegraven) gaashekwerk en de twee poorten die in de grond zijn verankerd, wel degelijk een constructie vormen met een oppervlakte van 250 m². De rechtbank neemt daarbij de volgende controlerapportage in aanmerking: ‘In het gesprek heeft de eigenaar aangegeven dat hij in overleg met de gemeente 15 centimeter grond heeft ontgraven en afgevoerd. Daarop is een gronddoek met enkele drainage buizen aangebracht en een zandbed. Dit is gedaan om de ondergrond droog te houden voor de dieren die er verblijven.’ De rechtbank neemt hierbij in ogenschouw dat de voorzieningen zijn aangebracht om in onderlinge samenhang te fungeren als paardenbak: de omheining dient ertoe het paard op het voorste deel van het perceel te houden, waar de drainage, het doek en de zandlaag zorgen voor een droge verblijfplaats voor het paard. Om die reden gaat de vergelijking die de gemachtigde van verweerder ter zitting heeft gemaakt met het aanbrengen van een drainagesysteem, worteldoek en zand bij de herinrichting van een tuin, niet op. Nu de verschillende onderdelen met elkaar en de grond zijn verbonden, een omvang hebben van zo’n 250 m², en bedoeld zijn om op het perceel als paardenbak te functioneren, is de rechtbank van oordeel dat verweerder ten onrechte de afzonderlijke onderdelen heeft beschouwd.

YS: In de Omgevingswet is overigens in de bijlage bij art. 1.1 Ow wel een definitie van bouwwerk opgenomen.

Artikel delen