In de uitspraak ABRvS 1 mei 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1817 was de vaststelling van een bestemmingsplan aan de orde. Het ontwerpplan is op 21 september 2020 ter inzage gelegd. Dat betekent dat op deze beroepsprocedure (vanwege het overgangsrecht van de Invoeringswet hashtag#Omgevingswet) het recht, waaronder de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro), zoals dat gold vóór 1 januari 2024, van toepassing blijft.
Appellanten voerden aan dat in het bestemmingsplan het opnemen van een adviesverplichting aan de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed aan de orde zou moten zijn. Een dergelijke voorziening ter bescherming van rijksmonumenten zou nodig zijn.
Voor rijksmonumenten geldt dat deze zijn ingeschreven in het rijksmonumentenregister en dat bij vergunningverlening op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), op grond van artikel 6.4 van het Besluit omgevingsrecht (Bor), de verplichting geldt om in voorkomende gevallen daarover advies te vragen aan de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap).
Een dergelijke adviesverplichting hoeft in het voorliggende bestemmingsplan dan ook niet te worden opgenomen.
Deze verplichting is met ingang van de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024 overigens opgenomen in artikel 4.32 van het Omgevingsbesluit. Hieronder is de tekst van artikel 4.32 Omgevingsbesluit opgenomen.
