Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Uitspraak over milieubelastende activiteit (MBA) tijdelijke opslag gevaarlijke afvalstoffen (complex bedrijf) en andere functioneel ondersteunende MBA's

In de uitspraak Rechtbank Oost-Brabant van 2 april 2024, ECLI:NL:RBOBR:2024:1252 wordt getoetst aan de nieuwe systematiek van milieubelastende activiteiten (MBA's) en functioneel daaraan ondersteunende activiteiten. Verzoekster heeft een bedrijf waarbinnen bepaalde afvalstoffen worden ingenomen en bewerkt. De inrichting omvat een IPPC installatie (de tijdelijke opslag van gevaarlijke afvalstoffen).

2 april 2024

Jurisprudentie – Samenvattingen

Vergunningvoorschrift 4.1.2 bepaalt dat de vloer van de hal waar het te sorteren afval wordt opgeslagen aan het einde van de werkdag leeg dient te zijn.

Op 21 december 2023 is de last onder dwangsom opgelegd.

Verzoekster leefde in de veronderstelling dat de last ook strekt tot het beëindigen van het los storten van afval op de grond in de hal. Het college heeft in het verweerschrift aangegeven dat het los storten van afval op de grond, om dit vervolgens te sorteren en te scheiden, wel is toegestaan. Aan het einde van de dag moet de vloer van de hal leeg zijn en de vergunde afvalstromen moeten zijn opgeslagen in containers. Niet vergunde afvalstromen (zoals autobanden en elektronica) moeten zijn afgevoerd naar een erkende verwerker.

De voorzieningenrechter is van oordeel dat deze uitleg van het college strookt met voorschrift 4.1.2 van de omgevingsvergunning uit 2014. Deze omgevingsvergunning is onherroepelijk. Hieraan heeft verzoekster zich dus, zowel onder de werking van de Wabo als onder de werking van de Omgevingswet, aan te houden. De vergunde IPPC activiteit is genoemd als milieubelastende activiteit in artikel 3.78, eerste lid onder c van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal): het exploiteren van een ippc-installatie voor het tijdelijk opslaan van gevaarlijke afvalstoffen, bedoeld in categorie 5.5 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies. De niet-IPPC activiteiten hangen dermate samen met de IPPC activiteit dat zij zijn aan te merken als andere milieubelastende activiteiten die worden verricht op dezelfde locatie die dat exploiteren functioneel ondersteunen (artikel 3.78, lid 2 Bal). Deze aangewezen milieubelastende activiteiten zijn vergunningplichtig op grond van artikel 5.1, lid 2 Ow. De in het verleden verleende omgevingsvergunningen op grond van de Wabo van 2010, 2014 en 2018, inclusief de daaraan verbonden voorschriften, zijn sinds 1 januari 2024 omgevingsvergunningen voor een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, lid 2 Ow. Dat betekent dat ook onder de hashtag#Omgevingswet verzoekster alleen de, in voorschrift 1.1.1 van de omgevingsvergunning van 2018 vergunde, afvalstromen mag opslaan en dat verzoekster zich nog steeds moet houden aan het Acceptatie- en verwerkingsbeleid (A&V beleid) en aan voorschrift 4.1.2 van de omgevingsvergunning van 2014.

Artikel delen