Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Uitspraak ABRvS over nieuwe lijn verschoonbaarheid te laat ingediend bezwaar/beroep: wanneer was appellant op de hoogte van het besluit?

In uitspraken van 30 januari 2024, ECLI:NL:CBB:2024:31 t/m 34 heeft de CBb (en andere hoogste bestuursrechters zoals de ABRvS hebben dit overgenomen) een nieuwe lijn in de jurisprudentie uitgezet over de verschoonbaarheid van een te laat ingediend bezwaar- of (hoger) beroepschrift. Een van de aspecten hierbij is of de appellant snel genoeg, nadat hij alsnog bekend is geworden met het besluit waar hij het niet mee eens is, bezwaar of beroep heeft ingediend. In de uitspraak van de ABRvS van 3 april 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1406 wordt deze nieuwe jurisprudentielijn op een dergelijke casus toegepast.

14 april 2024

Jurisprudentie – Samenvattingen

De Afdeling komt in deze zaak tot de conclusie dat het college niet mocht volstaan met een publicatie van de op 27 mei 2019 verleende omgevingsvergunning in het elektronisch Gemeenteblad. Er is dus niet op de juiste wijze toepassing gegeven aan artikel 3.9, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, gelezen in samenhang met artikel 2:14, tweede lid, van de Awb. De kennisgeving van het besluit van 27 mei 2019 is dus gebrekkig. Het is dus aan het bestuursorgaan te wijten dat appellant niet tijdig bezwaar kon maken.

Deze onjuiste kennisgeving betekent nog niet dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is en dat appellant zo spoedig als redelijkerwijs kon alsnog bezwaar heeft gemaakt.

Volgens vaste rechtspraak van de hoogste bestuursrechters is een belanghebbende, niet zijnde de aanvrager, die met het nemen van een besluit niet bekend was en ook redelijkerwijs niet bekend kon zijn, met het instellen van bezwaar of beroep in ieder geval niet verwijtbaar te laat als hij dat doet binnen twee weken nadat hij te weten is gekomen dat een besluit is genomen dat zijn belangen kan raken (vergelijk bijvoorbeeld de uitspraak van 20 april 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1144).

In de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het CBb) - een van de hoogste bestuursrechters - van 30 januari 2024, ECLI:NL:CBB:2024:31, onder 4.2, is deze rechtspraak aangepast. In gevallen waarin een belanghebbende pas kennis neemt van een op correcte wijze bekendgemaakt besluit als de bezwaar- of beroepstermijn al geheel of grotendeels is verstreken en de belanghebbende ook niet eerder kennis kón nemen van het besluit, wordt voortaan een termijn van zes weken gehanteerd waarbinnen de belanghebbende met het maken van bezwaar of het instellen van beroep in ieder geval niet verwijtbaar te laat is. De belangrijkste overweging daarvoor is dat de lijn die tot nu toe in de rechtspraak wordt gevolgd, bij belanghebbenden veelal niet bekend is en ook niet wordt vermeld onder het besluit. Het heeft daarom de voorkeur om aan te sluiten bij de wettelijke bezwaar- en beroepstermijn, zo staat in die uitspraak.

De Afdeling ziet met het oog op de rechtseenheid aanleiding deze lijn uit de uitspraak van 30 januari 2024 te volgen. Daarom past ook de Afdeling de rechtspraak aan over de te hanteren termijn bij overschrijding van de bezwaar- of beroepstermijn in gevallen waarin een belanghebbende pas kennis neemt van een correct bekend gemaakt besluit, waarvan niet op correcte wijze kennis is gegeven, als de bezwaar- of beroepstermijn al geheel of grotendeels is verstreken en de belanghebbende ook niet eerder kennis kón nemen van het besluit. Voor deze aanpassing is aanleiding in een meer partijen geschil, zoals hier aan de orde. In een geval zoals hier aan de orde betekent dit dat binnen 6 weken nadat de belanghebbende op de hoogte is of had kunnen zijn van het besluit, bezwaar of beroep moet worden ingesteld. De termijn van 6 weken geldt hier omdat de oorspronkelijke, wettelijke, termijn voor het maken van bezwaar in deze zaak ook zes weken is. Daarbij merkt de Afdeling nog op - zoals het CBb heeft overwogen - dat als de wettelijke bezwaar- of beroepstermijn langer of korter is dan zes weken, die termijn wordt gehanteerd.

Voor de vraag wanneer de zes weken-termijn is aangevangen, moet de Afdeling bezien op welk moment appellant ervan op de hoogte was of had kunnen zijn dat er een omgevingsvergunning voor het bouwen op het perceel was verleend.

Uit de stukken blijkt dat begin juni 2020 is begonnen met de sloopwerkzaamheden. Deze werkzaamheden waren op 21 juli 2020 afgerond. Het gaat hier om de sloop van een rij bestaande panden op een zodanige locatie dat vervangende nieuwbouw voor de hand ligt. De Afdeling is van oordeel dat onder deze omstandigheden van appellant had mogen worden verwacht dat hij naar aanleiding van de sloop navraag bij de gemeente zou doen dan wel op de website op zoek zou gaan naar informatie over een besluit, en binnen zes weken nadien bezwaar zou hebben gemaakt. Appellant heeft echter tot 25 september 2020 dan wel 9 oktober 2020 gewacht met het indienen van een bezwaarschrift tegen het besluit van 27 mei 2019. Dat is langer dan zes weken na het moment waarop appellant op de hoogte had kunnen zijn van de omgevingsvergunning van 27 mei 2019. Appellant heeft daarom het bezwaarschrift niet ingediend zo spoedig als dit redelijkerwijs kon worden verlangd.

Het betoog dat met betrekking tot de termijnoverschrijding ten onrechte niet alle belangen zijn afgewogen, volgt de Afdeling niet. Artikel 6:11 van de Awb biedt, indien een verzuim niet verschoonbaar wordt geoordeeld, namelijk geen ruimte voor een belangenafweging als gevolg waarvan buiten het kader van dit artikel een uitzondering wordt toegestaan op een voor belanghebbenden fatale termijn (vergelijk bijvoorbeeld de uitspraak van 21 november 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BY3681 en de uitspraak van het CBb van 30 januari 2024, onder 2.2).

De conclusie is dat de rechtbank terecht heeft overwogen dat de overschrijding door appellant van de termijn waarbinnen bezwaar kon worden gemaakt tegen de omgevingsvergunning van 27 mei 2019 niet verschoonbaar is. De rechtbank heeft daarom terecht overwogen dat het college de bezwaren van appellant tegen die omgevingsvergunning terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.

Artikel delen