Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Ook een derde kan bezwaar maken tegen besluit buiten behandeling stellen aanvraag tot omgevingsvergunning

Een aanvraag moet voldoende gegevens bevatten voor het bestuursorgaan om die aanvraag te kunnen beoordelen. Is dat niet het geval, dan krijgt de aanvrager een herstelmogelijkheid om tegen een bepaalde termijn de ontbrekende gegevens alsnog aan te leveren. Voldoet de aanvrager niet of niet volledig aan die hersteltermijn, dan kan het bestuursorgaan besluiten om zijn aanvraag niet te behandelen.

14 april 2024

Jurisprudentie – Samenvattingen

Tegen een besluit tot het niet behandelen van een aanvraag kan in beginsel alleen de aanvrager zelf opkomen. Indien echter sprake is van een derde die in een aan een zakelijk of fundamenteel recht ontleend zelfstandig belang wordt geraakt, kan ook die derde opkomen tegen het besluit tot het niet behandelen van een aanvraag. Uit een uitspraak van de Afdeling van woensdag jl. volgt dat deze uitzondering aan de orde is in de situatie waarin de aanvrager om een omgevingsvergunning geen eigenaar is van het pand waarop de omgevingsvergunning ziet. In een dergelijk geval kan ook de eigenaar van het pand in rechte opkomen tegen een besluit tot het niet behandelen van een aanvraag om een omgevingsvergunning. Dit besluit raakt hem namelijk in een fundamenteel recht, het eigendomsrecht.

Meer inhoudelijk gezien ging de discussie over een tweetal (rechts)vragen. De eerste (rechts)vraag was of het college van Tilburg in strijd met het verbod op détournement de pouvoir had gehandeld door de bevoegdheid tot het buiten behandeling stellen van een aanvraag aan te wenden voor een ander doel dan waarvoor die bevoegdheid is verleend. Het college zou volgens de betrokkene namelijk – uitsluitend – hebben willen voorkomen dat een omgevingsvergunning van rechtswege zou ontstaan. De Afdeling gaat hier niet in mee. Zelfs indien sprake was van tijdsdruk kon het college tot het buiten behandeling stellen van een aanvraag overgaan indien – ook na een hersteltermijn – nog steeds onvoldoende gegevens beschikbaar waren om de aanvraag te beoordelen.

De tweede (rechts)vraag was of het college voldoende inzichtelijk had gemaakt welke essentiële gegevens nog ontbraken voor het beoordelen van de aanvraag. Voor een aanvrager dient namelijk wel duidelijk te zijn welke gegevens nog nodig zijn om een aanvraag te (kunnen) beoordelen. Hier ging het voor het (ook) in hoger beroep mis. Alhoewel na de beroepsprocedure een nieuw besluit was genomen, kon het college nog steeds niet aangegeven op welke punten bouwtekeningen tegenstrijdig waren en bleef onduidelijk of brandpreventieve voorzieningen ontbraken. Deze voorzieningen volgden namelijk wel uit de bouwtekeningen.

Opvallend is dat het college nog een herkansing krijgt van de Afdeling, en het weer in de gelegenheid wordt gesteld een nadere motivering in te dienen. Wel perkt de Afdeling de bewegingsvrijheid voor het college fors in, door zeer specifiek voor te schrijven op welke punten een nadere motivering wordt verwacht. Wellicht dat driemaal nu wel scheepsrecht is voor het college.

Artikel delen