Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Of de legaliserende omgevingsvergunning terecht is verleend is bij een handhavingsprocedure niet aan de orde

In de praktijk komt het vaak voor dat in een handhavingsprocedure (vaak een procedure tot afwijzing van een handhavingsverzoek) de verleende legaliserende hashtag#omgevingsvergunning aan de orde wordt gebracht (in de zin dat de omgevingsvergunning ondeugdelijk zou zijn en niet verleend had kunnen worden).

4 mei 2024

Jurisprudentie – Samenvattingen

De Afdeling oordeelt dat de deugdelijkheid van de verleende omgevingsvergunning beoordeeld moet worden in de daarvoor bestemde vergunningenprocedure en niet bij de handhavingsprocedure.

Op 1 mei 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1825 is dit door de ABRvS nogmaals bevestigd.

Op 2 februari 2020 heeft appellant het college verzocht om handhavend op te treden tegen de zonder vergunning gebouwde bouwwerken op het perceel van partij A. Partij A heeft op 31 maart 2020 een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend voor de bouw van de garage, aanbouw en de overkapping. Bij besluit van 6 mei 2020 heeft het college deze omgevingsvergunning verleend. Vervolgens heeft het college bij besluit van 10 juni 2020 het verzoek om handhaving afgewezen, omdat de garage, aanbouw en de overkapping zijn gelegaliseerd door verlening van de omgevingsvergunning en de overige bouwwerken zijn afgebroken.

Appellant betoogt dat de gevolgen van de verleende omgevingsvergunning vanuit ruimtelijk oogpunt bezien onaanvaardbaar zijn, omdat de bebouwing langs de erfgrens van het perceel zorgt voor schaduwwerking en verminderd zicht.

Bij besluit van 6 mei 2020 heeft het college een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van de garage, aanbouw en overkapping. Deze omgevingsvergunning is in rechte onaantastbaar en is in deze procedure niet aan de orde. Vanwege de verleende omgevingsvergunning, was ten tijde van het besluit van 10 juni 2020 geen sprake van een overtreding. Gelet daarop heeft het college terecht geweigerd handhavend op te treden.

In dezelfde zin oordeelde de ABRvS 10 december 2014, ECLI:NL:RVS:2014:4517 ook in de uitspraak

waarin werd overwogen dat terecht is geoordeeld dat de vraag of de aanvraag om bouwvergunning en vrijstelling voldeed aan de daarvoor geldende indieningsvereisten, aan de orde had moeten worden gesteld in de procedure over verlening van die bouwvergunning en vrijstelling en in de handhavingsprocedure niet meer aan de orde kan zijn. De Afdeling overweegt dat die omgevingsvergunning in deze handhavingsprocedure niet ter beoordeling voorligt. Zie in dezelfde zin ook: ABRvS 18 december 2019, ECLI:NL:RVS:2019:4292.

Artikel delen