Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

McDonalds is belanghebbende bij aanvraag omgevingsvergunning bouwen

De uitspraak van 24 april 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1712, ging over de vraag of aanvrager belanghebbende was bij de aanvraag omgevingsvergunning.

27 april 2024

Jurisprudentie – Samenvattingen

De gemeente Amsterdam heeft aan McDonalds een omgevingsvergunning bouwen verleend voor het wijzigen van de gevels, het verbouwen van de begane grond en het plaatsen van handelsreclames op haar locatie aan de Zuidas in Amsterdam. Een aantal omwonenden kwam tegen de verleende omgevingsvergunning in beroep bij de rechtbank omdat zij meer geluidsoverlast vreesden. De rechtbank oordeelde dat McDonald's geen belanghebbende is bij de aangevraagde omgevingsvergunning, omdat McDonald's het pand huurt en geen eigenaar is. Verder kwam de rechtbank tot de conclusie dat de Vereniging van Eigenaren, waar het pand van McDonald's onderdeel van is, geen toestemming heeft verleend voor het bouwplan. McDonald’s is tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij de Afdeling.

De Afdeling verwijst allereerst naar haar vaste rechtspraak dat degene die verzoekt om een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk in beginsel verondersteld wordt belanghebbende te zijn bij een beslissing op het door hem ingediende verzoek. Dit is anders als aannemelijk wordt gemaakt dat het bouwplan niet kan worden verwezenlijkt. In dat geval is de aanvrager geen belanghebbende en is zijn verzoek om een vergunning geen aanvraag als bedoeld in artikel 1:3, derde lid, van de Awb. Naar het oordeel van de Afdeling doet zich hier geen situatie voor waarin moet worden geoordeeld dat bij de beoordeling van het verzoek van McDonald’s aannemelijk was dat het bouwplan niet kon worden verwezenlijkt. Op het moment van de aanvraag en het verlenen van de vergunning was nog geen sprake van een weigering van de vereniging van eigenaren om toestemming te verlenen. Voorts is niet gebleken van andere ten tijde van de besluitvorming op het verzoek van McDonalds aan de orde zijnde omstandigheden waaruit volgt dat op dat moment aannemelijk was dat het bouwplan niet kon worden verwezenlijkt. De omstandigheid dat de vereiste toestemming van de vereniging van eigenaren op dat moment niet voorhanden was, kan niet als een dergelijke omstandigheid worden aangemerkt. McDonald’s is daarom belanghebbende bij de door haar verzochte omgevingsvergunning en haar verzoek om een omgevingsvergunning is een aanvraag als bedoeld in artikel 1:3, derde lid, van de Awb.

Artikel delen