De raad van Tholen stelt het bestemmingsplan “Patrijzenweg Noord Oud-Vossemeer” vast. Dat voorziet in de bouw van in totaal 11 woningen in Oud-Vossemeer.
Een van de beroepsgronden betreft de ladder voor duurzame verstedelijking (art. 3.1.6, lid 2, Bro, oud). Vormen 11 woningen een stedelijke ontwikkeling in de zin van die bepaling, als er een 12e woning in de buurt ligt? Nee. In de overzichtsuitspraak ECLI:NL:RVS:2017:1724, r.o. 6.3, heeft de Afdeling overwogen dat wanneer een bestemmingsplan voorziet in niet meer dan 11 woningen die gelet op hun onderlinge afstand als één woningbouwlocatie als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, van het Bro, kunnen worden aangemerkt, deze ontwikkeling in beginsel niet als een stedelijke ontwikkeling kan worden aangemerkt. Omdat het plan maximaal 11 woningen mogelijk maakt, hoeft in beginsel de laddertoets niet te worden doorlopen. In de omstandigheden die appellanten hebben aangevoerd ziet de Afdeling geen redenen die een uitzondering op dit uitgangspunt van de rechtspraak rechtvaardigen. De twaalfde woning waar zij op gewezen hebben is namelijk een zelfstandige ontwikkeling. Die woning is door een andere ontwikkelaar met toepassing van een andere procedure tot stand gekomen. Gelet daarop is de Afdeling van oordeel dat de raad zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat artikel 3.1.6, lid 2, Bro niet van toepassing is, omdat het plan niet voorziet in een nieuwe stedelijke ontwikkeling als bedoeld in dat artikel. AbRvS 6 maart 2024, ECLI:NL:RVS:2024:965.
