Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Illegale woning en gebruiksovergangsrecht: moet er op de peildatum daadwerkelijk sprake zijn van dat gebruik?

In de uitspraak ABRvS 10 april 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1495 is getoetst of illegaal gebruik onder het gebruiksovergangsrecht van het bestemmingsplan valt. Interessant daarbij is de vraag of ten tijde van de peildatum het pand bestemd en geschikt moet zijn geweest om als woning te worden gebruikt, of dat het pand ook daadwerkelijk voor bewoning gebruikt moest worden op dat peilmoment.

14 april 2024

Jurisprudentie – Samenvattingen

Valt het gebruik onder het gebruiksovergangsrecht?

Almere Invest betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het gebruiksovergangsrecht uit artikel 10, aanhef en onder d, van de planregels het gebruik voor wonen beschermt. Volgens Almere Invest moet bij de toepassing van het overgangsrecht niet worden beoordeeld of op 23 februari 2010 personen in de BRP waren ingeschreven als bewoners van het pand, maar of het pand bestemd was om als woning te worden gebruikt, in die zin dat de woonfunctie op 23 februari 2010 concreet bestond. Dat er op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan op 23 februari 2010 geen bewoners in het pand zaten en dus ook niet in de BRP waren ingeschreven, maakt volgens Almere Invest niet dat het gebruik is gestopt, omdat de woonfunctie van de appartementen op dat moment nog concreet bestond. Alliantie heeft het pand jarenlang gebruikt als woningen voor verhuur. Na de levering van het pand aan Almere Invest is dat gebruik voortgezet. Dit gebruik blijkt volgens Almere Invest onder andere uit de "Inventarisatie bestaande woonfuncties Grote Markt" die door de gemeente is uitgevoerd en als Bijlage 2 behoort bij het bestemmingsplan "Centrum Almere Stad", vastgesteld op 3 juni 2015. Daarnaast betoogt Almere Invest dat de rechtbank heeft miskend dat het gebruik van het pand voor bewoning in ieder geval binnen één jaar is hervat, waardoor geen sprake is van strijdig gebruik van het pand.

Artikel 10, aanhef en onder d, van de planregels luidt:

"Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet."

Artikel 10, aanhef en onder f, van de planregels luidt:

"Indien het gebruik, bedoeld in lid d, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten."

Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen, bijvoorbeeld in de uitspraak van 1 december 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2677, rust in beginsel op degene die een beroep doet op het overgangsrecht de plicht om aannemelijk te maken dat dit van toepassing is. Om te kunnen vaststellen of de bewoning van het pand door het overgangsrecht wordt beschermd, moet derhalve door Almere Invest aannemelijk zijn gemaakt dat dit gebruik al bestond op de peildatum en daarna is voortgezet.

Anders dan Almere Invest meent, gaat het er niet alleen om dat het pand bestemd en geschikt moet zijn geweest om als woning te worden gebruikt, maar moet het pand ook daadwerkelijk voor bewoning gebruikt worden op het peilmoment.

Uit de BRP blijkt dat van 18 september 2009 tot 16 juni 2010 niemand in het pand stond ingeschreven. Tegenover dit aanknopingspunt dat er in die periode geen bewoners in het pand waren, heeft Almere Invest geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat het pand wel werd bewoond op 23 februari 2010. Zij heeft daarom niet aannemelijk gemaakt dat het pand op de peildatum daadwerkelijk werd bewoond. Dat in de "Inventarisatie bestaande woonfuncties Grote Markt", als Bijlage 2 behorende bij het bestemmingsplan "Centrum Almere Stad", staat dat het pand altijd bewoond is geweest sinds de jaren 90 maakt niet dat het aannemelijk is dat het pand op de peildatum werd bewoond, omdat niet blijkt waar dit op gebaseerd is waardoor de juistheid niet is vast te stellen.

Het feit dat het pand tot 18 september 2009 jarenlang door Alliantie is gebruikt voor bewoning door huurders, en op 16 juni 2010 door Almere Invest is gebruikt voor bewoning door huurders, maakt ook niet dat het pand op de peildatum op deze manier werd gebruikt.

Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is namelijk duidelijk geworden dat het pand op de peildatum immers ongeveer 5 maanden leegstond, en het zou nog grofweg 4 maanden duren voordat het pand weer bewoond werd. Dat het minder dan een jaar heeft geduurd voordat het pand weer werd gebruikt voor bewoning maakt niet dat het pand onder het overgangsrecht valt. Dat komt omdat pas aan artikel 10, aanhef en onder f, van de planregels kan worden toegekomen, als is voldaan aan artikel 10, aanhef en onder d, van de planregels, en dat is niet het geval. De rechtbank heeft daarom terecht geconcludeerd dat het overgangsrecht niet van toepassing is.

Het betoog slaagt niet.

Artikel delen