Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Huisvesting arbeidsmigranten en geurgevoelig object

De gemeente Venray verleende een omgevingsvergunning voor het veranderen van de functie van een groepsaccommodatie op een perceel ten behoeve van het huisvesten van 73 tijdelijke arbeidsmigranten. Een aantal veehouderijen in de omgeving vrezen dat de wijziging een belemmering zal vormen voor hun bedrijfsvoering. Meer specifiek vrezen zij een overschrijding van de maximaal toegestane achtergrondbelasting op de locatie en een voorgrondbelasting van net onder de norm.

23 maart 2024

Jurisprudentie – Samenvattingen

In beroep ontstond de vraag of een groepsaccommodatie aangemerkt kan worden als geurgevoelig object. De rechtbank kwam tot de conclusie dat een groepsaccommodatie geen geurgevoelig object is. In hoger beroep buigt de Afdeling zich over dezelfde vraag. Een vraag die overigens vaker gesteld wordt bij huisvesting van arbeidsmigranten.

Artikel 1 van de Wet geurhinder veehouderij (Wgv) is een geurgevoelig object gedefinieerd als: “gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt is om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt […]” Uit de wetsgeschiedenis en in het bijzonder het amendement Van der Vlies c.s. blijkt dat de term ‘regelmatig’ uit het begrip geurgevoelig object is gelaten. Hierdoor biedt de Wgv alleen bescherming aan personen tegen langdurige blootstelling aan geurhinder in gebouwen. Om dit te kunnen beoordelen is in dit geval van belang welke verblijfsbeperkingen er zijn opgenomen in het bestemmingsplan.

In de planregels zijn voor de als “Recreatie” aangewezen gronden, met in begrip van de gronden die op de verbeelding zijn voorzien van de aanduiding “specifieke vorm van recreatie – groepsaccommodatie” geen beperkingen gesteld aan de verblijfsduur in een groepsaccommodatie. Hiermee is dus langdurig verblijf niet uitgesloten. In navolging van de rechtbank is de Afdeling van mening dat de planwetgever een verschil heeft willen aanbrengen in het begrip “recreatiewoning” en “groepsaccommodatie”. Dat verschil is gelegen in het aantal personen en al dan niet gezamenlijk gebruik maken van voorzieningen. Er is echter geen aanknopingspunt om te veronderstellen dat in een groepsaccommodatie, anders dan in een recreatiewoning, geen langdurig verblijf is toegestaan.

Concluderend stelt de Afdeling dus dat een groepsaccommodatie als geurgevoelig object moet worden aangemerkt.

Artikel delen