Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Eerste inhoudelijke uitspraak onder de werking van de Omgevingswet

7 maart 2024

Commentaar jurisprudentie

Commentaar jurisprudentie

In de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant van 20 februari 2024 (ECLI:NL:RBOBR:2024:599) staat het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meierijstad tot verlening van een omgevingsvergunning voor het kappen van drie bomen centraal. De omgevingsvergunning is aangevraagd vanwege het aanleggen van toegangswegen naar 144 te bouwen flexwoningen. Omdat de aanvraag is ingediend na 1 januari 2024 is het besluit van het college tot stand gekomen met toepassing van de Omgevingswet.

Verzoekers hebben tegen het besluit tot vergunningverlening bezwaar gemaakt en tevens aan de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

Het bezwaar

Ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Bomenverordening Meierijstad 2023 (hierna: de Bomenverordening) is het verboden om zonder een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag een houtopstand te vellen. Een omgevingsvergunning voor het vellen van een waardevolle houtopstand kan op basis van het bepaalde in artikel 4, tweede lid, van de Bomenverordening, mits alternatieven voor behoud naar het oordeel van het bevoegd gezag niet haalbaar blijken, slechts bij uitzondering door het bevoegd gezag worden verleend als de belangen van verlening zwaarder wegen dan de belangen van behoud van de houtopstand. Tussen partijen was niet in geschil dat de bomen waardevolle beschermde houtopstanden zijn.

Het verbod in artikel 3 van de Bomenverordening geldt op basis van artikel 22.8 van de Omgevingswet als een verbod om zonder omgevingsvergunning een omgevingsplanactiviteit te verrichten als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid onder a, van de Omgevingswet.

Het oordeel van de voorzieningenrechter

Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft het college terecht gesteld dat door het kappen van de bomen de laanbeplanting niet wordt aangetast. De kap is nodig om het perceel te ontsluiten en het college heeft volgens de voorzieningenrechter voldoende toegelicht waarom is gekozen voor een ontsluiting op de beoogde plek en dat andere ontsluitingsmogelijkheden niet realistisch zijn. Bovendien heeft het college terecht gesteld dat alternatieven voor behoud van de drie bomen niet haalbaar zijn. Voorts overweegt de voorzieningenrechter dat het kappen van de bomen nodig is voor de ontsluiting van de te bouwen woningen voor ontheemden in de gemeente Meierijstad. Aan dergelijke woningen bestaat een urgente behoefte. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft het college hierin een groot maatschappelijk belang aanwezig mogen achten bij de ontsluiting van de woningen en heeft het college dit belang zwaarder kunnen laten wegen dan de belangen van behoud van de houtopstand en bij uitzondering de kap van deze bomen kunnen toestaan. Op basis hiervan is het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen.

Deze uitspraak is de eerste rechtelijke uitspraak die met toepassing van de Omgevingswet tot stand is gekomen. Er zullen, onder de werking van de Omgevingswet, veel uitspraken volgen. Wij houden de ontwikkelen voor u in de gaten.

Artikel delen