Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Beroepsprocedure over een bestemmingsplan? Let op de uitspraak van de Afdeling van 27 maart 2024!

Op 27 maart 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State ('Afdeling') een waardevolle uitspraak gedaan over het overgangsrecht op grond van de Invoeringswet Omgevingswet.

14 april 2024

Jurisprudentie – Samenvattingen


De uitspraak is zeer relevant voor alle (lopende) beroepsprocedures bij de Afdeling over bestemmingsplannen, inpassingsplannen, exploitatieplannen, uitwerkingsplannen en wijzigingsplannen die tot stand zijn gekomen onder de Wro.

In onze Legal Update 'Vers van de pers: de eerste uitspraken over het overgangsrecht onder de Omgevingswet' van 8 februari 2024 signaleerden wij dat er op dat moment nog geen duidelijkheid was over hoe een gemeentebestuur moet omgaan met een (kale) vernietiging van een bestemmingsplan na 1 januari 2024 en welk recht er vervolgens van toepassing is als er een nieuw besluit moet worden genomen: de Wro of de Omgevingswet. Die duidelijkheid geeft de uitspraak van 27 maart 2024. Bij het persbericht over de uitspraak heeft de Afdeling zelfs een stroomschema bijgevoegd. Dat is een goed hulpmiddel want helaas, eenvoudige materie is het niet. 

Hierna bespreken wij eerst kort de casus. Daarna gaan wij in op de nieuwe rechtsregel. Vervolgens geven we het overzicht van 'smaken' aan overgangsrecht en we sluiten af met enkele lessen voor de praktijk. 

Bestemmingsplan “Theresia-Loven-Besterd 2016, 6e herziening (Lange Nieuwstraat 156-158)”

De uitspraak die als 'vehikel' is gekozen voor de rechtsvorming en rechtspraktijk, gaat over bestemmingsplan “Theresia-Loven-Besterd 2016, 6e herziening (Lange Nieuwstraat 156-158)” van de gemeente Tilburg. Daarin werd een (boutique)hotel, motel of pension met ten hoogste 16 hotelkamers mogelijk gemaakt. Drie beroepsgronden tegen dit plan treffen doel. De Afdeling komt tot een (kale) vernietiging van het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan. Vervolgens staat zij stil welk recht van toepassing is, als de gemeenteraad een nieuw besluit wil nemen.

Nieuw: als een bestemmingsplan in werking is getreden en daarna wordt vernietigd, geldt vervolgens de Omgevingswet 

De Afdeling oordeelt dat de gemeenteraad bij het nemen van een nieuw besluit over het bestemmingsplan, na vernietiging, de Omgevingswet moet toepassen. Dat komt doordat een bestemmingsplan in werking treedt na de vaststelling daarvan, tenzij het plan is geschorst in een voorlopige voorziening. 

Uit artikel 4.6, lid 2, Invoeringswet Omgevingswet volgt namelijk dat het oude recht van toepassing blijft, tot het bestemmingsplan in werking is getreden. Door de vernietiging van het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan, kan er niet opnieuw sprake zijn van een situatie als bedoeld in dat artikellid. Het overgangsrecht is gewoon "uitgewerkt" door de inwerkingtreding van het bestemmingsplan en er kan niet meer worden teruggevallen op het voor 1 januari 2024 ter inzage gelegde ontwerpbestemmingsplan. Een nieuw te nemen besluit moet derhalve voldoen aan de Omgevingswet en de daarbij behorende omgevingsrechtelijke regels. Dat geldt ook voor besluiten tot vaststelling van wijzigings-, uitwerkings- inpassings- en exploitatieplannen en in de situatie waarin alleen één plandeel of meerdere plandelen worden vernietigd.

Kortom

Voor het antwoord op de vraag of nieuw of oud recht van toepassing is na een vernietiging, is dus bepalend of een bestemmingsplan (deels) in werking is getreden en van kracht is geworden. Als dat zo is, moet voor het vervolgbesluit het nieuwe recht worden toegepast. Dat ligt anders als het bestemmingsplan niet in werking is getreden en van kracht is geworden. Dat kan alleen voorkomen worden met schorsing van het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan. Een verzoek om een dergelijke voorlopige voorziening moet dan bovendien worden aangevraagd gedurende de beroepstermijn. Wij wijzen erop dat het onder omstandigheden mogelijk is om na afloop van de beroepstermijn een voorlopige voorziening tegen een bestemmingsplan te vragen. In die situatie treedt het bestemmingsplan echter wel in werking en is na een vernietiging de Omgevingswet van toepassing op een vervolgbesluit.

Overzicht van de smaken van overgangsrecht voor bestemmingsplannen die nog in procedure zijn

In onze Legal Update van 8 februari 2024 signaleerden wij vier verschillende soorten/varianten overgangsrecht voor vervolgbesluiten voor ruimtelijke plannen, waarbij er voor drie soorten een (voorzichtige) uitleg van de Afdeling leek te zijn over het toepasselijk recht. De uitspraak van 27 maart 2024 geeft voor de vierde variant het antwoord en bevestigt daarnaast ook het eerdere beeld. Dit zorgt zoals wij het zien voor het volgende overzicht aan smaken: 

  1. Als een bestemmingsplan of deel van het bestemmingsplan (kaal) wordt vernietigd, is het nieuwe recht van toepassing wanneer het bestemmingsplan (deels) in werking is getreden, het oude recht is van toepassing wanneer het bestemmingsplan niet in werking is getreden

  2. Als de Afdeling een bestuurlijke lus toepast, is het oude recht van toepassing gedurende die reparatieopdracht

  3. Als de Afdeling zelf in de zaak voorziet (rechterlijke lus) is het oude recht van toepassing

  4. Als het gemeentebestuur op eigen initiatief en vóórdat er een (tussen)uitspraak is gedaan, overgaat tot het nemen van een artikel 6:19 Awb besluit, is hierop het oude recht van toepassing

Lessen voor de praktijk 

De implicaties van de uitspraak van 27 maart 2024 voor ruimtelijke plannen die onder het oude recht tot stand zijn gekomen en in procedure zijn bij de Afdeling, zijn verstrekkend. Juist omdat het risico op (significante) vertraging groot is als het nieuwe recht van toepassing wordt na een uitspraak van de Afdeling, is het raadzaam om gedurende de beroepsprocedure hier op een strategische manier mee om te gaan. 

Wij sluiten in dat licht deze Legal Update af met de volgende opmerkingen:

  • De waarde van een ambtshalve herstelbesluit (artikel 6:19 Awb) is voor deze categorie zaken (nog) groter dan normaal. Hetzelfde geldt voor een bestuurlijke lus. Het is goed om hier proactief mee om te gaan

  • In de toekomst zullen er gelet daarop waarschijnlijk (veel) uitspraken komen over de vraag of een vervolgbesluit wezenlijk afwijkt van het eerdere besluit en of sprake is van wijziging van ondergeschikte aard. Met andere woorden: of het nieuwe besluit nog wel onder de reikwijdte van het eerdere besluit valt

  • Het belang van het vragen (en op welk moment!) van een verzoek om voorlopige voorziening kan verreikende consequenties hebben voor welk recht van toepassing is. Het bijzondere gevolg hiervan is dat het bevoegd gezag/initiatiefnemer belang zou kunnen hebben bij het vragen van een voorlopige voorziening tegen zijn eigen besluit, waar dat in een normale situatie niet het geval zal zijn

Wij houden u op de hoogte van toekomstige uitspraken over de Omgevingswet. Wilt u meer weten over de Omgevingswet? Neemt dan contact op met één van onze specialisten. 

Artikel delen