Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

All pigs are equal, maar dat geldt niet voor Brabantse RvR-bouwtitels.

Het ging om bestemmingsplannen die voorzien in ruimte-voor-ruimtewoningen in twee Brabantse gemeenten. Beoogd is daarbij toepassing te geven aan artikel 3.80 van de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant (IOV). Dit artikel, zoals dat ten tijde van belang gold, voorzag in een belangrijke uitzondering op het sinds en jaar en dag geldende provinciale ‘nee, tenzij-beleid’ ten aanzien van nieuwe burgerwoningen in het Brabantse buitengebied: de zogenoemde ruimte-voor-ruimtewoning (rvr-woning).

4 mei 2024

Jurisprudentie – Samenvattingen

Van belang in deze procedures was vooral het derde lid van artikel 3.80 IOV. Daarin stond dat een bestemmingsplan kan voorzien in een ruimte-voor-ruimtekavel als deze wordt ontwikkeld door of vanwege de Ontwikkelingsmaatschappij ruimte voor ruimte (ORR) gelet op de in het verleden behaalde aanzienlijke winst van omgevingskwaliteit door toepassing van de Regeling beëindiging veehouderijtakken (Rbv).

De uitzondering in artikel 3.80 lid 3 van de IOV was echter alleen toepasbaar als het gaat om door middel van de Rbv verkregen bouwtitels. Die bouwtitels waren op een enig moment op. Uit een uitspraak van de Afdeling van 1 februari 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:396) wisten we al dat alleen bouwtitels tot en met nummer 20170216 vallen terug te leiden naar een toepassing van de Rbv.

In een uitspraak van de Afdeling van 17 april jl. ging het op dit punt mis. De raad meende een bouwtitel van de ORR met nummer 20170310 in te kunnen zetten om met een bestemmingsplan een rvr-woning mogelijk te maken. De Afdeling constateert dat dit titelnummer hoger is dan de in de jurisprudentie aangegeven grens van 20170216. De raad heeft nog verzocht om bij gegrondverklaring van het beroep de rechtsgevolgen in stand te laten, omdat de ruimte-voor-ruimteregeling in de IOV per 15 april 2022 is gewijzigd. Deze verbrede ruimte-voor-ruimteregeling (artikel 3.79 van de IOV) kende niet langer de koppeling tussen de aanzienlijke winst van omgevingskwaliteit en de Rbv. De Afdeling ging niet mee in het verzoek van de raad, omdat voornoemd artikel open normen met beslisruimte voor de raad bevat. Wel kreeg de raad de kans om het gebrek te herstellen.

In de uitspraak van gisteren ging het wel goed. De Afdeling bevestigt de lijn in haar uitspraak van 1 februari 2023 door te overwegen dat het begrip "in het verleden behaalde aanzienlijke winst van omgevingskwaliteit" als bedoeld in artikel 3.80, derde lid, van de IOV beoordelingsruimte laat aan de raad. De raad mag zich daarom op het standpunt stellen dat met een door toepassing van de Rbv verkregen bouwtitel wordt voldaan aan het vereiste van een aanzienlijke winst van omgevingskwaliteit. En omdat de raad zich hier baseerde op vier bouwtitels met nummers in de Rbv-range, is voldaan aan het criterium uit artikel 3.80, eerste lid, onder a, van de IOV.

AKD

Artikel delen