Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

ECLI:NL:RBOVE:2024:2155

22 april 2024

Jurisprudentie – Uitspraken

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Enschede

Zaaknummer : 10876533 CV EXPL 24-88

Vonnis van 16 april 2024

in de zaak van

de besloten vennootschap Infomedics B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Almere,

eisende partij, hierna te noemen Infomedics,

gemachtigde: Yards deurwaardersdiensten B.V., Almere,

tegen

[gedaagde] ,
wonende te [woonplaats] ,

gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde] ,

procederend in persoon.

De procedure

1.1.Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding,

- de conclusie van antwoord,

- de conclusie van repliek,

- daarna is [gedaagde] in de gelegenheid gesteld te reageren. [gedaagde] heeft daar geen gebruik van gemaakt.

1.2.Daarna is aan partijen medegedeeld dat vonnis zal worden gewezen.


Samenvatting

[gedaagde] heeft een behandeling gehad bij een tandartspraktijk en de rekening niet volledig betaald. [gedaagde] erkent dat hij moet betalen, maar zegt dat hij uit het niets is gedagvaard door Infomedics. Infomedics heeft in reactie op het verweer van [gedaagde] onbetwist gesteld dat zij hem vier betalingsherinneringen heeft gestuurd voordat hij is gedagvaard. De kantonrechter kan het verweer van [gedaagde] daarom niet volgen en veroordeelt hem tot betaling van de hoofdsom, wettelijke rente en proceskosten. De vordering tot veroordeling in de incassokosten wordt afgewezen.

Het geschil

de vordering

3.1.Infomedics vordert de veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 844,47, vermeerderd met de wettelijke rente over € 709,99 vanaf 19 december 2023 tot de dag van betaling. Tevens vordert zij veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding, alsmede de rente daarover indien niet binnen 14 dagen na dit vonnis wordt betaald.

3.2.Infomedics voert daartoe aan dat [gedaagde] op 26 juni 2022 een consult heeft gehad bij een tandartsenpraktijk, die daarvoor € 1.419,99 in rekening heeft gebracht. [gedaagde] heeft een gedeelte van het bedrag, zijnde € 709,99, niet betaald. Infomedics heeft [gedaagde] verschillende aanmaningen en een 14-dagenbrief gestuurd.

Er zijn diverse incassowerkzaamheden verricht en daarom vordert Infomedics ook de veroordeling van [gedaagde] tot betaling van de incassokosten, zijnde een bedrag van € 106,50.

het verweer

3.3. [gedaagde] erkent dat hij de hoofdsom moet betalen, maar is het niet eens met de bijkomende kosten. [gedaagde] en Infomedics waren een betalingsregeling overeengekomen voor de aflossing van de tandartsrekening. [gedaagde] kon enkele keren de aflossing niet betalen en meldde dit steeds aan Infomedics. Vervolgens werd [gedaagde] echter uit het niets gedagvaard.

Ondanks dat [gedaagde] hiertoe voldoende in de gelegenheid is gesteld, heeft hij niet gereageerd op de stellingen van Infomedics in repliek.

De beoordeling

Hoofdsom

[gedaagde] erkent dat de behandeling is uitgevoerd en dat hij het bedrag van

€ 709,99 nog moet betalen. Dit bedrag zal dus worden toegewezen.

De incassokosten en wettelijke rente

4.2.De kantonrechter overweegt met betrekking tot de gevorderde rente en de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten als volgt.

4.4.Vaststaat dat Infomedics de op de geneeskundige behandelingsovereenkomst gebaseerde vordering van de zorgverlener gecedeerd heeft gekregen.

4.5.Omdat [gedaagde] een consument is, moet de kantonrechter ambtshalve onderzoeken of de bedingen die in de tussen hem en de zorgverlener gesloten overeenkomst staan, niet oneerlijk zijn in de zin van Richtlijn 93/12/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (hierna: de richtlijn).

Volgens artikel 3 lid 1 van de richtlijn wordt een beding in een overeenkomst waarover niet afzonderlijk is onderhandeld, als oneerlijk beschouwd indien het, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort. Op grond van de bijlage bij deze richtlijn kan een beding dat tot doel of tot gevolg heeft de consument die zijn verbintenissen niet nakomt, een onevenredig hoge schadevergoeding op te leggen, als oneerlijk beding worden aangemerkt (artikel 1, onder e, van de bijlage in samenhang met artikel 3, lid 3, van de richtlijn).

4.6.Infomedics heeft in haar dagvaarding gesteld dat de tandartspraktijk en Infomedics dezelfde betalingsvoorwaarden hanteren. Infomedics heeft op de achterkant van haar factuur betalingsvoorwaarden opgenomen. Verder merkt Infomedics op dat de vordering niet is gebaseerd op bepalingen uit de algemene voorwaarden.

4.7.De kantonrechter moet de bedingen in deze betalingsvoorwaarden ambtshalve toetsen. In de door Infomedics gehanteerde betalingsvoorwaarden is met betrekking tot de verschuldigdheid van rente en buitengerechtelijke incassokosten – voor zover van belang – bepaald:

‘Als u de rekening niet voor de vervaldatum heeft betaald, dan bent u in verzuim zonder dat daarvoor een nadere ingebrekestelling is vereist. Omdat u het uiteraard vergeten kunt zijn, sturen we u een herinnering waarin wij u vragen de rekening alsnog binnen 15 dagen nadat deze brief bij u bezorgd is, te voldoen. Mocht de betaling binnen deze gestelde datum uitblijven, dan brengen wij rente en incassokosten in rekening.’

De kantonrechter oordeelt ten aanzien van deze bepaling als volgt.

De bepaling verwijst niet naar de wettelijke bepalingen omtrent de incassokosten en specificeert niet nader hoe hoog de kosten zijn die in rekening zullen worden gebracht, noch wordt er een maximum aan verbonden. Infomedics stelt weliswaar dat zij betaling op grond van de wet heeft gevorderd, maar dat verweer kan Infomedics niet baten, omdat zij zich wel op de betalingsvoorwaarden zou kunnen beroepen. Dit kan ertoe leiden dat er onbeperkte kosten voor rekening van de consument komen. Hiermee wordt het evenwicht ten nadele van de consument onevenredig verstoord. Dat leidt ertoe dat het beding als oneerlijk moet worden beoordeeld en dat de consument daaraan niet is gebonden.

Nu sprake is van een oneerlijk beding, is terugvallen op de wettelijke regeling niet mogelijk, zie HvJ EU 27 januari 2021, ECLI:EU:2021:68. Alleen door op deze wijze afschrikkend, evenredig en doeltreffend te sanctioneren, wordt de beoogde doelstelling van de gemeenschapswetgever bereikt en verdwijnen oneerlijke bedingen uit overeenkomsten met consumenten. Het voorgaande heeft tot gevolg dat de gevorderde buitengerechtelijke kosten niet toewijsbaar zijn.

4.9.Met betrekking tot de bedongen wettelijke rente wijkt het beding niet af van de wet, zodat de gevorderde wettelijke rente kan worden toegewezen. De wettelijke rente tot 19 december 2023 bedraagt € 27,98.

Proceskosten

4.10.Het gaat in deze zaak om het antwoord op de vraag of [gedaagde] – zoals hij zelf stelt – uit het niets is gedagvaard. Infomedics voert in reactie op de stelling van [gedaagde] het volgende aan. Nadat [gedaagde] de betalingsregeling niet kon nakomen, heeft Infomedics op 14 september 2023, op 10 oktober 2023, op 5 december 2023 én op 11 december 2023 betalingsherinneringen aan [gedaagde] gestuurd. Ook stelt Infomedics dat [gedaagde] op 17 oktober 2023 telefonisch contact heeft opgenomen voor het treffen van een betalingsregeling. [gedaagde] kwam deze betalingsregeling vervolgens niet na. Ondanks dat [gedaagde] hiertoe in de gelegenheid is gesteld, heeft hij geen verweer gevoerd tegen deze stellingen van Infomedics. Het verweer van [gedaagde] waarin hij stelt uit het niets te zijn gedagvaard, kan dus niet slagen.

[gedaagde] wordt daarom in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen. De proceskosten aan de zijde van Infomedics worden begroot op:

- dagvaarding € 107,84

- griffierecht € 328,00

- salaris gemachtigde € 264,00 (2 punten x tarief € 132,00)

- nakosten € 61,00

Totaal € 760,84

De beslissing

De kantonrechter:

5.1.veroordeelt [gedaagde] om, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, aan Infomedics te voldoen een bedrag van € 737,97, vermeerderd met de wettelijke rente over € 709,99 vanaf 19 december 2023 tot de dag van betaling;

5.2.veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, begroot op € 760,84, vermeerderd met de wettelijke rente daarover indien niet binnen 14 dagen na heden wordt betaald;

5.3.wijst af hetgeen verder of anders is gevorderd;

5.4.verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.S. Kuipers, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 16 april 2024.

Artikel delen