Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

ECLI:NL:RBMNE:2024:2824

6 mei 2024

Jurisprudentie – Uitspraken

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht

kantonrechter

locatie Utrecht

zaaknummer: 10680607 UC EXPL 23-5767 NA/58602

Vonnis van 31 januari 2024 (bij vervroeging)

inzake

de stichting

Stichting Portaal,

gevestigd in Utrecht,

verder ook te noemen: Portaal,

eisende partij,

gemachtigde: Jongerius Gerechtsdeurwaarders/Juristen Incasso,

tegen:

[gedaagde] ,

wonende in [woonplaats] ,

verder ook te noemen: [gedaagde] ,

gedaagde partij,

gemachtigde: mr. D.A. IJpelaar.

De procedure

1.1.Het verloop van de procedure blijkt uit:

 de dagvaarding van 24 augustus 2023 met vier producties;

 het tussenvonnis van 20 september 2023;

 de akte van 18 oktober 2023 waarbij de huurovereenkomst en een nieuwe specificatie van de huurachterstand zijn overgelegd;

 de conclusie van antwoord (zonder producties);

 een brief van 2 januari 2024 met een specificatie van de huurachterstand per die datum.

1.2.De mondelinge behandeling heeft op 9 januari 2024 plaatsgevonden. Namens Portaal was aanwezig mr. F.H.J. Timmerman. [gedaagde] en zijn advocaat zijn beiden niet verschenen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van dat wat tijdens de mondelinge behandeling is besproken.

1.3.Daarna heeft de kantonrechter bepaald dat de uitspraak vandaag is.

Waar gaat deze zaak over?

2.1.Portaal verhuurt sinds 18 juni 2018 aan [gedaagde] de woning, staande en gelegen in [woonplaats] aan de [adres] (hierna: de woning). De huurprijs bedraagt op dit moment € 1.127,11 per maand. Volgens Portaal was er van juni 2023 tot en met augustus 2023 sprake van een huurachterstand van € 3.337,22. Dit zou inmiddels zijn opgelopen tot
€ 8.972,77 en dat is een huurachterstand van acht maanden.

2.2.Portaal stelt zich op het standpunt dat door de ontstane huurachterstand sprake is van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst. Daarom heeft Portaal deze procedure gestart. Zij vordert, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, dat de huurovereenkomst tussen haar en [gedaagde] wordt ontbonden en dat [gedaagde] de woning moet ontruimen. Ook vordert Portaal betaling van achterstallige huurpenningen
tot en met augustus 2023, te weten € 3.337,22, en (toekomstige) huurpenningen over de periode totdat de ontruiming feitelijk heeft plaatsgevonden. Tot slot wil Portaal vergoeding van rente en (proces)kosten.

2.3. [gedaagde] heeft zich bij antwoord op het standpunt gesteld dat de vorderingen moeten worden afgewezen. Hij heeft aangevoerd dat hij door omstandigheden in financiële problemen is geraakt en tijdelijk niet in staat was om de huurpenningen te voldoen. Daardoor is weliswaar een korte periode sprake geweest van een tekortkoming in de nakoming van de betalingsverplichtingen, maar dit levert niet een zodanige tekortkoming op die ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. Inmiddels is de onstabiele financiële situatie hersteld en heeft [gedaagde] meerdere betalingen gedaan, zo stelt hij, waardoor het bedrag aan achterstallige huurpenningen niet klopt. Gezien zijn huidige persoonlijke omstandigheden is het in strijd met de redelijkheid en billijkheid om de huurovereenkomst te ontbinden, omdat dit zou betekenen dat hij dakloos wordt. [gedaagde] zegt weer een stabiel inkomen te hebben waarmee hij ruimschoots kan voldoen aan zijn huurbetalingsverplichtingen en eventuele betalingsachterstanden kan inlopen.

2.4.Voor zover nodig wordt hierna op de stellingen van partijen ingegaan.

De beoordeling

3.1.De kantonrechter ontbindt de huurovereenkomst en oordeelt dat [gedaagde] de woning moet verlaten. Ook moet [gedaagde] de huurachterstand en (toekomstige) huurpenningen aan Portaal betalen. Hierna wordt uitgelegd hoe de kantonrechter tot haar beslissing is gekomen.

Betaling huurachterstand, ontbinding en ontruiming

3.2. [gedaagde] wordt veroordeeld om een bedrag van € 8.972,77 aan Portaal te betalen. Weliswaar stelt [gedaagde] meerdere betalingen te hebben gedaan, maar daarvan is niets gebleken. [gedaagde] heeft nagelaten om zijn betalingen te onderbouwen, terwijl dit wel op zijn weg had gelegen. Ook is hij niet op de mondelinge behandeling verschenen om een toelichting te geven op de door hem gestelde betalingen. Portaal betwist dat [gedaagde] na juni 2023 nog huurpenningen heeft betaald. De huurachterstand is volgens haar alleen maar opgelopen en wel tot het genoemde bedrag per januari 2024. Dat is niet weersproken. [gedaagde] moet dit bedrag dan ook aan Portaal betalen.

3.3.De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van zijn betalingsverplichtingen aan Portaal. Op het moment van dagvaarden bestond er een huurachterstand van drie maanden en tijdens de procedure is deze achterstand opgelopen tot acht maanden. Van een tekortkoming van geringe betekenis is daarom geen sprake. De huurachterstand is zo groot dat van Portaal niet kan worden verlangd dat zij de huurovereenkomst laat voortduren. In de omstandigheden kan geen aanleiding worden gezien voor een terme de grâce of voorwaardelijke ontbinding, als door [gedaagde] gevraagd. De door [gedaagde] aangevoerde financiële omstandigheden komen, hoe vervelend ook, voor zijn rekening en risico. Die omstandigheden wegen niet op tegen het belang van Portaal bij ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning zodat zij deze kan verhuren aan een huurder die wel tijdig en volledig de huurpenningen voldoet. Daarom wordt de huurovereenkomst ontbonden. Dit betekent dat de huurovereenkomst eindigt. [gedaagde] moet de woning verlaten en leeg en netjes achterlaten.

3.4.Tegen de gevraagde ontruimingstermijn van drie dagen is geen afzonderlijk verweer gevoerd. De kantonrechter ziet aanleiding deze termijn op zeven dagen te stellen ingaande vanaf het moment dat dit vonnis door de deurwaarder aan [gedaagde] is betekend.

3.5.De huurtermijnen na datum dagvaarding tot aan de datum van vonnis zijn hiervoor reeds toegewezen. Portaal vordert ook schadevergoeding van € 1.127,11 per maand vanaf de dag dat de huurovereenkomst wordt ontbonden tot aan de dag van de feitelijke ontruiming. Deze vordering wordt eveneens toegewezen. Dit brengt mee dat [gedaagde] na de ontbinding van de huurovereenkomst tot de feitelijke ontruiming dezelfde maandelijkse prijs van € 1.127,11 aan Portaal moet (blijven) betalen, die [gedaagde] ook maandelijks aan Portaal verschuldigd was vóór de ontbinding van de huurovereenkomst.

Overige kosten

3.6.Portaal vordert betaling van een bedrag van € 24,15 aan tot 24 augustus 2023 verschenen wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Dit bedrag moet [gedaagde] betalen, omdat vaststaat dat de huurpenningen niet tijdig zijn voldaan. Ook de gevorderde wettelijke rente over de nietbetaalde huurpenningen met ingang van 24 augustus 2023, telkens vanaf het moment van opeisbaarheid, tot de dag dat deze huurpenningen volledig zijn betaald, wordt toegewezen.

3.7.De door Portaal gevorderde buitengerechtelijke kosten moet [gedaagde] ook betalen, omdat Portaal kosten heeft gemaakt voor het proberen te innen van de hoofdsom en aan de wettelijke eisen voor vergoeding hiervan is voldaan. Door Portaal is voldoende gesteld en onderbouwd dat er buitengerechtelijke incassowerkzaamheden door haar gemachtigde zijn verricht. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten van € 196,56 is bovendien niet hoger dan toegestaan volgens het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en wordt dan ook toegewezen.

Uitvoerbaarheid bij voorraad

3.8.Portaal vordert dat de ontbinding en de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard. Uitvoerbaar bij voorraad betekent dat Portaal het vonnis direct kan (laten) uitvoeren, als [gedaagde] niet aan het vonnis (waaronder de veroordeling tot ontruiming) voldoet. Het uitgangspunt is dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard. Van dit uitgangspunt kan worden afgeweken als de belangen van [gedaagde] om de uitkomst van een eventueel hoger beroep af te wachten zwaarder wegen dan de belangen van Portaal om direct over te kunnen gaan tot uitvoering van het vonnis. De belangen die hierbij worden meegewogen, zijn genoemd onder 3.3.

3.9.De kantonrechter is van oordeel dat in dit geval de belangen van Portaal zwaarder wegen dan de belangen van [gedaagde] . Daarom wordt het vonnis volgens het uitgangspunt uitvoerbaar bij voorraad verklaard. [gedaagde] kan dus niet wachten met voldoen aan het vonnis in de periode dat tegen het vonnis nog hoger beroep mogelijk is of als hij hoger beroep heeft ingesteld en nog niet op dat hoger beroep is beslist.

3.10. [gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. Dit betekent dat hij zijn eigen kosten draagt en de proceskosten van Portaal aan haar moet betalen. De proceskosten van Portaal worden begroot op:

- dagvaarding € 129,77

- griffierecht € 487,00

- salaris gemachtigde € 464,00 (2 punten x tarief € 232,00)

- nakosten € 116,00

Totaal € 1.196,77

De beslissing

De kantonrechter:

4.1.ontbindt de tussen partijen bestaande huurovereenkomst voor de woning staande en gelegen in [woonplaats] aan de [adres] per vandaag;

4.2.veroordeelt [gedaagde] om de woning binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen en te verlaten met alle daarin aanwezige personen en zaken, voor zover die aan hem toebehoren en niet aan Portaal, en om deze woning met afgifte van de sleutels geheel ter vrije beschikking van Portaal te stellen;

4.3.veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Portaal van:

  • € 8.972,77 aan huurachterstand tot en met 31 januari 2024, te vermeerderen met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van 24 augustus 2023, telkens vanaf het moment van opeisbaarheid, tot de dag waarop alles is betaald;

  • € 24,15 aan verschenen rente tot 24 augustus 2023;

  • € 196,56 aan buitengerechtelijke incassokosten;

€ 1.127,11 aan schadevergoeding, voor elke maand of gedeelte van een maand, gelegen tussen de ontbinding van de huurovereenkomst en de daadwerkelijke ontruiming;

4.4.veroordeelt [gedaagde] in de kosten; hij moet aan Portaal haar proceskosten van
€ 1.196,77 betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet hij ook de kosten van betekening betalen;

4.5.verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;

4.6.wijst al het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. A.R. Creutzberg, kantonrechter, en bij vervroeging in het openbaar uitgesproken op 31 januari 2024.

Artikel delen