Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

ECLI:NL:RBAMS:2024:199

17 januari 2024

Jurisprudentie – Uitspraken

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht

zaaknummer: 10537171 CV EXPL 23-8109

vonnis van: 19 januari 2024

fno.: 991

vonnis van de kantonrechter

i n z a k e

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

NS Reizigers B.V.

gevestigd te Utrecht

eiseres

gemachtigde: LAVG Gerechtsdeurwaarders (Groningen)

t e g e n

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]

gedaagde

niet verschenen

Verloop van de procedure

Eiseres heeft gedaagde gedagvaard. Gedaagde is niet in de procedure verschenen. Tegen gedaagde is verstek verleend. Vervolgens is een datum voor vonnis bepaald.

Gronden van de beslissing

  1. De vordering van eiseres ziet op onbetaald gelaten reiskosten, waaronder begrepen in rekening gebrachte ‘correctietarieven’ (in dat geval is niet geregistreerd dat is in- of uitgecheckt, waardoor de reiskosten niet konden worden begroot).

  2. Eiseres stelt in de dagvaarding dat gedaagde via de website van eiseres een ‘NS Flex’ abonnement heeft afgesloten, waarmee op rekening kan worden gereisd en maandelijks achteraf per automatische incasso kan worden betaald. Dit basisabonnement is kosteloos. Het is ook mogelijk om een kortingsproduct bij eiseres aan te schaffen dat aan het abonnement wordt toegevoegd, waardoor met korting kan worden gereisd met de trein.

  3. Gedaagde heeft geen kortingsproduct bij eiseres aangeschaft.

Kwalificatie van de overeenkomst en informatieplichten

4. De overeenkomsten die in deze procedure centraal staan zijn gesloten tussen een handelaar en een consument. In dat geval dient ambtshalve te worden getoetst aan het consumentenrecht. Onder meer moet worden getoetst of eiseres de op haar rustende informatieplichten heeft nageleefd. Ook moeten de bedingen in de op de overeenkomst van toepassing verklaarde voorwaarden worden getoetst op oneerlijkheid in de zin van Richtlijn 93/13/EEG.

5. De afzonderlijk gesloten reisovereenkomsten zijn te kwalificeren als overeenkomsten van personenvervoer in de zin van artikel 8:100 van het Burgerlijk Wetboek (BW). In artikel 6:230h lid 5 BW is bepaald dat op deze overeenkomsten uitsluitend de artikelen 6:230i lid 1, 6:230j, 6:230k lid 1 en 6:230v lid 2 en 3 BW van toepassing zijn.

6. Geoordeeld wordt dat de afzonderlijk gesloten reisovereenkomsten tot stand zijn gekomen binnen een verkoopruimte, door in te checken bij de poortjes van trein- en metrostations en bij de in- en uitcheckapparatuur in bussen en trams. Geoordeeld wordt dat de hiervoor genoemde artikelen dan niet aan de orde zijn.

7. De tussen partijen gesloten abonnementsovereenkomst (NS Flex, zie hiervoor) wordt gekwalificeerd als een kredietovereenkomst, omdat kosteloos op rekening kan worden gereisd. De reiskosten kunnen maandelijks achteraf worden betaald. Het gaat daarom om kosteloos uitstel van betaling. Deze vorm van krediet is op grond van artikel 7:58 lid 2 BW uitgezonderd van de verplichtingen uit Titel 2A van Boek 7 BW.

8. Nu de abonnementsovereenkomst een financieel product is, waar geen prijs voor hoeft te worden betaald omdat geen kortingsproduct is aangeschaft, is Afdeling 2b, Titel 5 van Boek 6 BW ingevolge artikel 6:230h lid 1 en lid 2 onder b BW niet van toepassing. Ambtshalve toetsing of is voldaan aan de informatieplichten is daarom niet aan de orde.

Toetsing van bedingen op oneerlijkheid

9. Op de abonnementsovereenkomst zijn de ‘Productvoorwaarden NS Flex’ (hierna: de productvoorwaarden) en de Algemene Voorwaarden voor het vervoer van Reizigers en Handbagage van de Nederlandse Spoorwegen AVR-NS van toepassing verklaard. De kantonrechter moet ambtshalve beoordelen of de bedingen die hierin staan, die aan de vordering ten grondslag zijn of kunnen worden gelegd, oneerlijk zijn in de zin van Richtlijn 93/13/EEG.

10. De bedingen die voor de vordering relevant zijn, zijn artikel 12.6 en artikel 14 van de productvoorwaarden.

11. Artikel 12.6 van de productvoorwaarden bevat een beding over de mogelijkheid tot het in rekening brengen van wettelijke rente en incassokosten. Dit beding is niet oneerlijk bevonden en de brief als bedoeld in artikel 6:96 lid 6 BW voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Daarom worden de gevorderde wettelijke rente en de incassokosten toegewezen.

12. Artikel 14 van de productvoorwaarden bevat een beding over de mogelijkheid tot het in rekening brengen van correctietarieven. Uit de specificatie van de vordering blijkt dat eiseres meerdere keren een correctietarief van € 20,00 bij gedaagde in rekening heeft gebracht. Geoordeeld wordt dat artikel 14 van de productvoorwaarden niet oneerlijk is, omdat de bedragen in het artikel worden genoemd, deze zijn gemaximeerd, niet onevenredig hoog zijn en gelden in de plaats van reiskosten. Bovendien kunnen de bedragen slechts in rekening worden gebracht als niet wordt in- of uitgecheckt en/of als zonder geldig vervoersbewijs wordt gereisd, terwijl de bedragen in de meeste gevallen niet veel hoger zijn dan normale reiskosten. Ook wordt, indien dat mogelijk is aan de hand van reconstructie van de reisroute en reisgegevens, eerst getracht de juiste ritprijs te bepalen. De rechten en verplichtingen van partijen worden dan ook niet aanzienlijk ten nadele van de consument verstoord door dit beding. Daarom zijn de correctietarieven toewijsbaar.

13. Het voorgaande leidt tot toewijzing van de gehele vordering, nu deze ook verder niet kennelijk ongegrond of onrechtmatig voorkomt.

14. Gedaagde wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld.

Beslissing

De kantonrechter:

veroordeelt gedaagde tot betaling aan eiseres van:

- € 549,04 aan hoofdsom, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 15 mei 2023 tot de dag van de voldoening,

- € 82,36 aan buitengerechtelijke incassokosten,

veroordeelt gedaagde in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van eiseres begroot op:
exploot € 107,84
salaris € 132,00
griffierecht € 322,00
-----------------
totaal € 561,84
voor zover van toepassing, inclusief btw,

veroordeelt gedaagde in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 66,00 aan salaris gemachtigde, voor zover van toepassing, inclusief btw,

verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. L. van Berkum, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 19 januari 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.

Artikel delen