Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

ECLI:NL:RBAMS:2020:4429

8 september 2020

Jurisprudentie – Uitspraken

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht

zaaknummer: AMS 19/4214

uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen

Pancakes Amsterdam B.V. te Amsterdam, eiseres

(gemachtigde: mr. M.H.J. van Riessen),

en

het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, verweerder

(gemachtigde: mr. N. Verkerk).

Partijen worden hierna Pancakes en het college genoemd.

Procesverloop

In het besluit van 26 oktober 2018 (het primaire besluit) heeft het college geweigerd aan Pancakes een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van ‘horeca 4’ naar de kelder van [adres 1] en de eerste verdieping van de [adres 2] ten behoeve van een pannenkoekenrestaurant.

In het besluit van 27 juni 2019 (het bestreden besluit) heeft het college het bezwaar van Pancakes ongegrond verklaard.

Pancakes heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

De zaak is behandeld op de zitting van 25 augustus 2020 door middel van een video-verbinding. Namens Pancakes zijn verschenen [eigenaar 1] en [eigenaar 2] (eigenaren), bijgestaan door hun gemachtigde. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?

1. Pancakes exploiteert een pannenkoekenrestaurant op de [adres 2] . Het restaurant is gelegen op de begane grond en de keuken bevindt zich in de kelder. Pancakes wil het restaurant uitbreiden naar de eerste verdieping van de [adres 2] en de kelder van de [adres 1] . De keuken zal daardoor groter worden en er zullen meer zitplaatsen komen voor bezoekers.

2. Het bouwplan is in strijd met het bestemmingsplan ‘Postcodegebied 1012’ (het bestemmingsplan). Het restaurant van Pancakes kwalificeert als ‘horeca 4’ in de zin van het bestemmingsplan. Voor de gronden [adres 2] geldt de bestemming ‘Gemengd 2.4’. Hier is volgens artikel 16.1 van het bestemmingsplan alleen ‘horeca 4’ toegestaan in de eerste bouwlaag en de daaronder gelegen kelder. In de tweede bouwlaag is alleen ‘horeca 4’ toegestaan als dit ter plaatse specifiek is aangeduid. Dat is hier niet het geval. Voor de gronden [adres 1] geldt de bestemming ‘Gemengd 2’. In de kelder is hier geen ‘horeca 4’ toegestaan.

3. Het bouwplan is verder in strijd met de artikelen 13.2.13 en 16.2.13 van het bestemmingsplan. Op grond van deze artikelen is het samenvoegen van gebouwen niet toegestaan. Alleen bestaande doorbraken die eerder onherroepelijk zijn vergund mogen worden gehandhaafd. Volgens het college heeft Pancakes niet aangetoond dat de doorbraken in de kelder tussen [adres 2] en [adres 1] legaal zijn.

4. Het college heeft geweigerd om met toepassing van artikel 4, negende lid, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) een omgevingsvergunning te verlenen voor afwijking van het bestemmingsplan. Uitbreiding van horeca in het plangebied past volgens het college niet binnen het bestaande beleid. Het college verwijst naar de Uitvoeringsnotitie Horeca 2014 (de Uitvoeringsnotitie), de Nota Beleidsaanpassingen Bestemmingsplangebied 1012 (de Nota) en de toelichting op het bestemmingsplan. Het samenvoegen van panden is alleen mogelijk als het plan een bijdrage levert aan de transformatie van het plangebied en leidt tot een kwaliteitsimpuls. Volgens het college doen deze situaties zich hier niet voor. Ook is het volgens het college vanuit stedenbouwkundig opzicht ongewenst als de panden worden samengevoegd.

Het standpunt van Pancakes

5. Pancakes stelt dat het college geen zorgvuldige belangenafweging heeft gemaakt. Het bouwplan leidt tot een verbetering van bestaande horeca in het gebied. Het pannenkoekenrestaurant is een goed onderhouden restaurant met een positieve uitstraling dat alleen overdag open is. Pancakes hoopt met de uitbreiding meer Amsterdammers naar het restaurant te trekken, omdat ruimte ontstaat voor bijvoorbeeld kinderfeestjes en vergaderingen. Verder wordt met de uitbreiding voorkomen dat de verdiepingen leegstaan. Ook wijst Pancakes er op dat zij een sociaal bedrijf is en dat het plan binnen de Visie Warmoesstraat uit 2011 en de Strategienota Coalitieproject 1012 van 17 april 2009 past. De uitbreiding biedt geen overlast voor de omgeving, omdat er zich geen woningen direct naast of op de bovenverdiepingen van het pand bevinden. Tot slot wijst Pancakes er op dat het voor haar noodzakelijk is om de keuken uit te breiden.

6. Pancakes voert verder aan dat de doorbraken wel legaal zijn, omdat de doorbraken al lange tijd aanwezig zijn en uit kaart 6 bij de Nota ook blijkt dat de panden zijn doorgebroken. Ook stelt Pancakes dat de voorgenomen uitbreiding van het restaurant bijdraagt aan de transformatie van het plangebied, leidt tot een kwaliteitsimpuls en geen schade aanbrengt aan de stedenbouwkundige structuur van het pand. Verder doet Pancakes een beroep op het verbod van willekeur, omdat voor de bovengelegen verdiepingen op de [adres 2] wel doorbraken zijn vergund.

Het beoordelingskader

7. Het college kan op grond van artikel 2.12, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht met een vergunning van een bestemmingsplan afwijken wanneer het bouwplan niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Bij de beslissing om al dan niet mee te werken aan het afwijken van het bestemmingsplan komt het college beleidsruimte toe. Dat betekent dat het college de keuze heeft om al dan niet een omgevingsvergunning te verlenen. Bij die keuze moet het college de betrokken belangen afwegen. De rechtbank beoordeelt alleen of het college het besluit voldoende heeft gemotiveerd en de omgevingsvergunning in redelijkheid heeft kunnen weigeren. De rechtbank toetst dus niet of de redenering van Pancakes waarom de uitbreiding van het pannenkoekenrestaurant wel binnen de omgeving past, beter is dan de redenering van het college.

Het oordeel van de rechtbank

8. De rechtbank is van oordeel dat het college de omgevingsvergunning in redelijkheid heeft kunnen weigeren. Dit oordeel zal de rechtbank hieronder toelichten.

9. Tussen partijen is niet in geschil dat het plan van Pancakes in strijd is met het bestemmingsplan, omdat op de desbetreffende gronden geen ‘horeca 4’ is toegestaan. Het college heeft aan de weigering ten grondslag gelegd dat uitbreiding van horeca in het bestemmingsplangebied ongewenst is, gelet op de veelheid van horeca in het gebied. Het college wil zich in dit gebied richten op functiemenging, zoals ook blijkt uit de toelichting op het bestemmingsplan, de Uitvoeringsnotitie en de Nota. Volgens dit beleid is toevoeging van nieuwe horeca op enkele specifiek genoemde uitzonderingen na niet aan de orde. De locatie waar Pancakes wil uitbreiden wordt niet als uitzondering genoemd, aldus het college.

10. De rechtbank stelt vast dat uit de Nota, de Uitvoeringsnotitie en de toelichting op het bestemmingsplan volgt dat de situatie van Pancakes niet valt onder de daar genoemde uitzonderingen voor uitbreiding van horeca. De rechtbank acht het gelet op dit beleid niet onredelijk dat het college geen omgevingsvergunning heeft willen verlenen voor uitbreiding van de horecafunctie, mede gelet op de veelheid aan horeca die al aanwezig is in het bestemmingsplangebied en het uitgangspunt dat het college zich wil richten op functiemenging. Het college heeft deze beslissing voldoende gemotiveerd. De argumenten die Pancakes in dit kader heeft aangevoerd, zoals dat zij een buurtfunctie wil gaan vervullen en ze haar restaurant en het pand goed onderhoudt, maken niet dat de afweging van het college onredelijk is.

11. Voor zover Pancakes heeft verwezen naar de Visie Warmoesstraat uit 2011 geldt dat het bestemmingsplan leidend is en bovendien van latere datum dan de Visie Warmoesstraat.

12. Het voorgaande betekent dat de rechtbank niet toekomt aan bespreking van de argumenten die Pancakes naar voren heeft gebracht in het kader van de doorbraken. Het enkele feit dat het college niet wil meewerken aan uitbreiding van horeca in strijd met het bestemmingsplan is namelijk voldoende om de aangevraagde omgevingsvergunning te weigeren.

Conclusie

13. Het college heeft in redelijkheid mogen weigeren een omgevingsvergunning aan Pancakes te verlenen. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht bestaat bij deze uitkomst geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. D. Sullivan, voorzitter, en mr. M.J.M. Langeveld en mr. F.L. Bolkestein, leden, in aanwezigheid van mr. A.R. Vlierhuis, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op

griffier

rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.

Artikel delen