Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

ECLI:NL:CBB:2023:34

16 januari 2023

Jurisprudentie – Uitspraken

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 22/129

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 januari 2023 in de zaak tussen

[naam] B.V., te [plaats] , appellante

(gemachtigde: mr. drs. E. Mafficioli del Castelletto),

en

de minister van Economische Zaken en Klimaat, verweerder

(gemachtigden: mr. C. Zieleman en R.E. Groenewold).

Procesverloop

Bij besluit van 31 augustus 2021 (het primaire besluit) heeft (destijds) de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat de aanvraag van appellante op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID- 19 (TVL) voor de periode april tot en met juni 2021 afgewezen.

Bij besluit van 8 december 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk verklaard.

Appellante heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 september 2022. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Het College heeft het onderzoek ter zitting gesloten.

Bij brief van 3 oktober 2022 heeft het College het onderzoek heropend en partijen verzocht om nadere stukken over te leggen. Verweerder heeft op 4 oktober 2022 aan dit verzoek voldaan, appellante op 11 oktober 2022. Partijen hebben over en weer op elkaars stukken gereageerd. Vervolgens heeft het College het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het volgende geregeld. De bezwaartermijn bedraagt zes weken (artikel 6:7). Een bezwaarschrift is tijdig ingediend indien het voor het einde van de bezwaartermijn van zes weken is ontvangen (artikel 6:9, eerste lid). De bezwaartermijn begint te lopen met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt (artikel 6:8, eerste lid). Is een bezwaarschrift buiten de termijn ingediend, dan is het in beginsel niet-ontvankelijk. Indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest, kan niet-ontvankelijkverklaring achterwege blijven (artikel 6:11). Dan is de termijnoverschrijding verschoonbaar.

2. Tussen partijen is in geschil of appellante tijdig bezwaar heeft gemaakt tegen het primaire besluit en zo niet, of de termijnoverschrijding verschoonbaar is.

3. Appellante stelt zich op het standpunt dat zij tijdig bezwaar heeft gemaakt tegen het primaire besluit. Zij voert aan dat haar bezwaarschrift op 11 oktober 2021 is opgesteld en door een secretaresse van het kantoor van haar gemachtigde – volgens vaste werkafspraak – aan het einde van de werkdag in een brievenbus van PostNL is gedaan. De brievenbus is gelegen op het terrein van Rotterdam The Hague Airport, waarop ook het kantoor van de gemachtigde van appellante is gevestigd. Appellante wijst erop dat de postbezorging in die (corona-)tijd veel te wensen heeft overgelaten en dat de brievenbus op dit terrein niet altijd goed bereikbaar was nadat tenten voor de terminal waren geplaatst (om de wachtende reizigers te beschermen tegen de zon en regen) en de passagiers daarmee de weg blokkeerden. Deze tenten stonden tot op de weg waarop de brievenbus is geplaatst.

4. Het College stelt vast dat op de envelop waarin het bezwaarschrift aan verweerder is gezonden het poststempel van 15 oktober 2021 heeft. Volgens vaste jurisprudentie wordt in gevallen, zoals in dit geval, waarin op de envelop een leesbare poststempel is geplaatst als bewijsrechtelijk uitgangspunt gehanteerd dat terpostbezorging heeft plaatsgevonden op de dag dat de envelop door PostNL is afgestempeld. De omstandigheid dat het bezwaarschrift op 15 oktober 2021 is afgestempeld, sluit evenwel niet uit dat het bezwaarschrift op een eerdere datum ter post bezorgd kan zijn. Het is aan appellante om aannemelijk te maken dat het bezwaarschrift op een eerdere datum dan het poststempel aangeeft en wel uiterlijk op de laatste dag van de bezwaartermijn (12 oktober 2021) ter post is bezorgd. Het College is van oordeel dat appellante daar niet in is geslaagd. De enkele stelling van appellante dat het bezwaarschrift op de datum waarop deze is opgesteld (11 oktober 2021) volgens vaste werkafspraak door een secretaresse in de brievenbus op het terrein van Rotterdam The Hague Airport is gedeponeerd – hetgeen veronderstelt dat het bezwaarschrift door een aan PostNL te wijten vertraging pas op de vierde werkdag na de terpostbezorging is afgestempeld – , is daartoe onvoldoende. Ook met de ‘uitgaande post lijst’, die op verzoek van het College is overgelegd, heeft appellante niet aannemelijk gemaakt dat het bezwaarschrift ook daadwerkelijk op 11 oktober 2021 (en dus tijdig) ter post is bezorgd.

5.
Vervolgens dient te worden beoordeeld of de termijnoverschrijding verschoonbaar is te achten. Het College ziet in de door appellante genoemde omstandigheid over de slecht bereikbare brievenbus op het terrein van Rotterdam The Hague Airport geen grond om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten. Het ligt op de weg van appellante om de lopende termijnen te bewaken en daartoe de nodige maatregelen te treffen. Dat appellante ervoor heeft gekozen om het bezwaarschrift tegen het einde van de bezwaartermijn in deze (kennelijk) slecht bereikbare brievenbus ter post te bezorgen, moet daarom voor rekening en risico van appellante blijven. Onder deze omstandigheden had appellante ook voor een andere, niet op het terrein van Rotterdam The Hague Airport aanwezige brievenbus kunnen kiezen of voor afgifte bij een PostNL-punt. Ook overigens is niet gebleken van feiten of omstandigheden die leiden tot het oordeel dat appellante niet in verzuim is geweest. Verweerder heeft het bezwaar van appellante daarom terecht niet-ontvankelijk verklaard.

6. Het beroep is ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.

Beslissing

Het College verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. R.W.L. Koopmans, in aanwezigheid van
mr. C.E.C.M. van Roosmalen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 januari 2023.

R.W.L. Koopmans C.E.C.M. van Roosmalen

Artikel delen