Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Mooie eerste aanzet, nu doorpakken

Decentrale overheden zijn blij dat er een advies van het ROB ligt. Dat het advies in twee fases wordt geknipt lijkt een verstandige oplossing, waardoor overheden nu verder kunnen. ‘Het rapport is een mooie basis voor een verder gesprek. Wel een gesprek op korte termijn, want de uitvoering van het klimaatakkoord vraagt nu om aandacht’, aldus Jop Fackeldey, gedeputeerde in Flevoland en voorzitter bij de gezamenlijke provincies over het onderwerp energie en klimaat.

IPO 25 januari 2021

Nieuws-persbericht

Nieuws-persbericht

ROB advies Van Parijs naar praktijk

Decentrale overheden moeten snel voldoende financiële middelen krijgen, zodat zij aan de slag kunnen met de uitvoering van het Klimaatakkoord. Dat stelt de Raad voor het Openbaar Bestuur in zijn recente advies Van Parijs naar praktijk. We zijn blij met deze erkenning van onze positie. Ook adviseert de Raad om op lokaal, regionaal en landelijk niveau duidelijke afspraken te maken over wie welke taak uitvoert en wie waarvoor verantwoordelijk is. Zo blijft het zicht behouden op het uiteindelijke doel: 49% CO2-reductie in 2030.

Dat moet de basis zijn voor langdurige afspraken met het Rijk over die financiële middelen. Het is nog een lange periode tot 2030 en zeker tot 2050. Dan is onzekerheid over de financiering ongewenst. Zoals nu bijvoorbeeld bij de RES-regio’s waar de bijdrage vanuit het Nationaal Programma RES volgend jaar lijkt op te houden.’

Governance

We zijn blij met de erkenning van de meerwaarde van decentrale uitvoering van het Klimaatakkoord middels de RES’en. Ook zijn we blij met de erkenning van de waardevolle bijdrage die het Nationaal programma RES hier aan levert. We delen het belang van beleidsvrijheid voor decentrale overheden zoals de Raad die benoemd.

De uitvoering van het Klimaatakkoord vindt voornamelijk bij de decentrale overheden plaats, een centrale sturing is daarom ongewenst. Neem de RES’en, hier bouwen we van onderaf op. Je komt verder met lokale doelen dan wanneer doelen van bovenaf worden opgelegd. Lokaal kunnen we het draagvlak beter afwegen, maar ook de lokale ruimtelijke inpassing en hoe de financiële middelen het meest effectief werken. We hebben veel baat bij het Nationaal Programma RES. Dat levert belangrijke ondersteuning door zelf informatie te leveren en door verschillende regio’s met elkaar te verbinden, zodat we van elkaar kunnen leren. Belangrijk is ook dat het nationale programma van de vier overheden is, die daarin gelijkwaardig samenwerken. Die gelijkwaardigheid is van grote meerwaarde.

Of het wenselijk is deze structuur te kopiëren naar het klimaatakkoord als geheel en deze op te bouwen langs de lijnen van regionale klimaatplannen verdient nader onderzoek en een verder gesprek. Een overkoepelend interbestuurlijk programmateam kan hierbij een denklijn zijn, waarbij wel het spook van centrale aansturing op de loer ligt.

‘We moeten het rapport samen goed bestuderen en bespreken en tegelijkertijd doorgaan met de uitvoering. We hebben allemaal hetzelfde doel: de klimaatverandering zoveel mogelijk tegengaan.’

Zie ook:

VNG: Tot € 600 miljoen per jaar nodig voor Klimaatakkoord

Blogreeks klimaat- en energiebundel. Voor welke (internationale) doelen ziet Nederland zich gesteld bij de opgave het niveau aan broeikasgassen terug te dringen?

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.