Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 35

Dit hoofdstuk is van toepassing op de volgende handelingen:

  • a.

    toepassing van grond of baggerspecie in bouw- en weg constructies, waaronder mede worden begrepen wegen, spoorwegen en geluidswallen;

  • b.

    toepassing van grond of baggerspecie op of in de bodem, met uitzondering van de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam, in ophogingen van industrieterreinen, woningbouwlocaties en landbouw- en natuurgronden, met het oog op het verbeteren van de bodemgesteldheid;

  • c.

    toepassing van grond of baggerspecie voor het afdekken van een locatie die wordt gesaneerd als bedoeld in hoofdstuk IV, paragraaf 3 van de Wet bodembescherming, als afdeklaag voor een stortplaats als bedoeld in artikel 8.47, eerste lid respectievelijk derde lid, van de Wet milieubeheer, of als afdeklaag voor een voormalige stortplaats met het oog op het voorkomen van nadelige gevolgen voor de functionele eigenschappen die de bodem voor mens, plant of dier heeft als gevolg van contact met het onderliggende materiaal;

  • d.

    toepassing van grond of baggerspecie in ophogingen in waterbouwkundige constructies en voor het verondiepen en dempen van een oppervlaktewaterlichaam met het oog op de hoogwaterbescherming, de doelstellingen van artikel 4 van de Kaderrichtlijn water, de bevordering van de natuurwaarden en de vlotte en veilige afwikkeling van de scheepvaart;

  • e.

    toepassing van grond of baggerspecie in aanvullingen, waaronder mede wordt verstaan de herinrichting en stabilisering van voormalige winplaatsen voor delfstoffen, of met het oog op onderhoud en herstel van de toepassingen, bedoeld in onderdeel a tot en met d;

  • f.

    verspreiding van baggerspecie uit een watergang over de aan de watergang grenzende percelen, met het oog op het herstellen of verbeteren van de aan de watergang grenzende percelen;

  • g.

    verspreiding van baggerspecie in een oppervlaktewaterlichaam, met het oog op de duurzame vervulling van de ecologische en morfologische functies van het sediment, behoudens op of in uiterwaarden, gorzen, slikken, stranden en platen, met uitzondering van de daarbinnen gelegen aangrenzende percelen van watergangen met het oog op het herstellen of verbeteren van die percelen;

  • h.

    tijdelijke opslag van grond of baggerspecie, bestemd voor de toepassingen, bedoeld in onderdeel a tot en met e gedurende maximaal drie jaar op of in de bodem, met uitzondering van de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam, of gedurende maximaal tien jaar in een oppervlaktewaterlichaam;

  • i.

    tijdelijke opslag van baggerspecie, bestemd voor één van de toepassingen, bedoeld in onderdeel a tot en met f, gedurende maximaal drie jaar op percelen gelegen naast de watergang waaruit de baggerspecie afkomstig is.

Informatie geldend op 20-12-2019

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

  1. Beleidsregel Toepassen en verspreiden baggerspecie op de Noordzee

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Activiteitenregeling milieubeheer
    artikel: 3.45

  2. Beleidsregel Toepassen en verspreiden baggerspecie op de Noordzee
    circulaire.aanhef: circulaire.aanhef

  3. Besluit bodemkwaliteit
    artikel: 33b, 1, 4, 42, 43, 44, 45, 46, 56, 58, 59, 60, 63, 79

  4. Besluit OM-afdoening
    bijlage: II

  5. Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013
    bijlage: 4

  6. Circulaire herinrichting van diepe plassen
    tekst: tekst

  7. Regeling bodemkwaliteit
    artikel: 4.2.1, 4.3.4, 5.1.11, 4.8.3
    bijlage: G

  8. Richtlijn bestuurlijke strafbeschikkingsbevoegdheid milieu- en keurfeiten (art. 257ba, tweede lid, Sv)
    bijlage: bij Richtlijn bestuurlijke strafbeschikkingsbevoegdheid milieu- en keurfeiten (art. 257ba Sv)

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(20-12-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

22-12-2009

wijziging

02-12-2009

Stb. 2009, 535

10-12-2009

Stb. 2009, 549

01-01-2008

nieuwe-regeling

22-11-2007

Stb. 2007, 469

20-12-2007

Stb. 2007, 571

Inwtr. 1

Opmerkingen

  • 1) Treedt voor toepassingen van grond of baggerspecie in oppervlaktewater als bedoeld in artikel 35 sub a, c tot en met e, g en h in werking op 1 januari 2008. Treedt voor andere dan de genoemde toepassingen van grond of baggerspecie in werking op 1 juli 2008.Treedt voor het toepassen van grond en baggerspecie in de Nederlandse territoriale zee in werking op 1 oktober 2008 (Stb. 2008/382).