Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Toelichting in Bor kan niet gebruikt worden om bestemmingsplanregels scherper uitgelegd te krijgen

In de praktijk heb ik het meerdere keren meegemaakt dat het Besluit omgevingsrecht (Bor) erbij wordt gehaald om de bestemmingsplandefinities of de bestemmingsplanregels scherper te krijgen als deze niet helemaal duidelijk zijn. Zelfs in bezwaarschriften. Bijvoorbeeld de term ondergeschikte bouwdelen in bestemmingsplannen, die buiten beschouwing gelaten mogen worden voor wat betreft de bouwregels zoals maximale toegestane bouwhoogten.

18 August 2022

Gekscherend heb ik dan wel eens gezegd: waarom raadplegen we geen Lego handleiding? Wellicht staat daar ook iets in over bouwdelen en anders zoeken we geen gewone doos Lego op maar een doos technisch Lego. Bij onduidelijkheden /ontbreken in bestemmingsplandefinities is mij bekend dat je dan alleen mag terugvallen op het Van Dale Groot woordenboek. Gelukkig dat de Afdeling hier nu ook iets over heeft gezegd.

In deze zaak (ECLI:NL:RVS:2022:2389) voor het plaatsen van luchtbehandelingskasten op een dak is de bouwhoogte als volgt opgenomen in het bestemmingsplan:

"Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van het gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen."

De vraag is nu of de luchtbehandelingskasten van onder andere circa 2 meter breed, 5,8 meter lang en 1,4 meter hoog waarbij de toegestane bouwhoogte met 1,6 meter wordt overschreden ondergeschikte bouwdelen zijn.

Om deze vraag te beantwoorden heeft de rechtbank de toelichting van het Besluit omgevingsrecht (Bor) geraadpleegd en geconcludeerd dat de luchtbehandelingskasten ondergeschikte bouwdelen zijn.

De Afdeling is het hier niet mee eens en ziet de relatie tussen het bestemmingsplan en het Bor niet. Vandaar ook mijn eerdere vergelijking met de handleiding van een doos Lego.

Interessant en handig voor de praktijk is om te lezen welke afwegingen de Afdeling wel maakt om tot de conclusie te komen dat de luchtbehandelingskasten ondergeschikte bouwdelen zijn:

9.6. ''Waar [appellant sub 2] stelt dat de betrokken luchtbehandelingskasten geen ondergeschikte bouwdelen zijn, overweegt de Afdeling het volgende.

In de Nota van Toelichting bij het besluit van 4 september 2014 tot wijziging van onder meer het Bor (Stb. 2014, 333, p. 54) is over artikel 4, aanhef en onderdeel 4, van bijlage II van het Bor het volgende opgenomen: "Ter voorkoming van misverstanden over de vraag of bouwdelen van ondergeschikte aard onder de reikwijdte van artikel 4 vallen, is in artikel 4, onderdeel 4, expliciet tot uitdrukking gebracht dat dit het geval is. Bij bouwdelen van ondergeschikte aard kan bijvoorbeeld worden gedacht aan liftopbouwen, schoorstenen, ventilatiekanalen, airco-units, luchtbehandelingsinstallaties, glazenwassersinstallaties, brandtrappen of bouwwerken die samenhangen met installaties binnen een gebouw."

9.7. ''De Afdeling ziet in het aangevoerde geen aanleiding voor de conclusie dat de rechtbank heeft miskend dat ten onrechte geen omgevingsvergunning voor de activiteit afwijken van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo is verleend. De Afdeling is met de rechtbank van oordeel dat het college de luchtbehandelingskasten terecht heeft aangemerkt als ondergeschikte bouwdelen, zodat de hoogte van de luchtbehandelingskasten niet behoeft te worden meegenomen bij het bepalen van de bouwhoogte van het pand zoals bedoeld in artikel 2.4 van de planregels. Anders dan de rechtbank, is de Afdeling echter van oordeel dat het college voor het antwoord op de vraag of de luchtbehandelingskasten zijn aan te merken als ondergeschikte bouwdelen als bedoeld in het bestemmingsplan, niet heeft kunnen aansluiten bij de omschrijving van het begrip "bouwdeel van ondergeschikte aard" in de genoemde Nota van Toelichting bij artikel 4, aanhef en onderdeel 4, van Bijlage II van het Bor. De Afdeling overweegt dat een bestemmingsplan in dat verband afwijkende regels kan bevatten ten opzichte van het Bor. Voor het antwoord op de vraag of de luchtbehandelingskasten zijn aan te merken als ondergeschikte bouwdelen, is in dit geval van belang of de betreffende luchtbehandelingskasten naar hun aard kunnen worden gelijkgesteld met de in artikel 2.4 van de planregels genoemde bouwonderdelen zoals schoorstenen en antennes. De Afdeling is van oordeel dat dit het geval is. Daarbij neemt de Afdeling in aanmerking dat de betreffende luchtbehandelingskasten functioneel ten dienste staan van het pand op de percelen, wat ook bij schoorstenen en antennes aan de orde is. Gelet op de bouwtekeningen die onderdeel uitmaken van de betrokken aanvraag, is de Afdeling overigens van oordeel dat de omvang van de luchtbehandelingskasten niet zodanig is, dat die kasten om die reden niet meer als ondergeschikt aan het gebouw zijn aan te merken. Het betoog slaagt niet.'' (1)

Voetnoot

  1. Raad van State,'ECLI:NL:RVS:2022:2389', via De Rechtspraak, https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RVS:2022:2389&showbutton=true&keyword=202101745.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.