Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Opschorten Wkb door Eerste Kamer werkt averechts

Met de op 11 juli 2023 aangenomen motie van Crone (GroenLinks-PvdA) en Kemperman (BBB) wil de Eerste Kamer de invoering van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) opschorten. Dus: niet gelijktijdig met de Omgevingswet op 1 januari 2024 maar na overleg met de Kamer op een later te bepalen tijdstip. Demissionair minister Hugo de Jonge heeft de motie ontraden en uitvoerig uitgelegd waarom het niet kan, maar de meerderheid van de senaat had daar geen oren naar. Wat nu? Gert-Jan van Leeuwen bepleit dat uitstel een slecht idee is.

16 July 2023

Eerst even het zoeklicht op de motie zelf. De Kamer “… stelt vast dat er mogelijk te weinig kwaliteitsborgers zij n om na 1 januari 2024 consumenten en andere opdrachtgevers bij nieuw- en verbouw te helpen …”

Ja, is dat in theorie ‘mogelijk’, maar de minister ziet vanwege de reeds aanwezige capaciteit bij kwaliteitsborgers geen reden om ervan uit te gaan dat zo’n knelpunt zich in de praktijk zal voordoen. Die capaciteit is toereikend voor de behandeling van een equivalent van 50.000 woningen.

Voorafgaand aan een ingrijpende wetswijziging doet zich altijd een piek voor in bouwaanvragen onder het ‘oude’ regime: toetsing en toezicht door het bevoegd gezag. Een deel van even later benodigde extra capaciteit komt beschikbaar doordat personeel van kwaliteitsborgers nu nog is gedetacheerd bij gemeenten.

De Raad van State en de Eerste Kamer hebben aangedrongen op een ‘terugvaloptie’, het derde ‘argument’. Vorig najaar presenteerde de minister latere inwerkingtreding voor verbouw als zodanig maar trok dat recent weer in.

De senaat wil nu uitstel voor heel gevolgklasse 1 (grondgebonden woningen etc.), maar beiden maken dezelfde vergissing. Het probleem aan de onderkant van gevolgklasse 1 is niet een tekort aan kwaliteitsborgers, maar de relatief hoge kosten. Uitstel lost dat niet op en leidt niet tot toename van de capaciteit, maar tot afname. Bedrijven zullen geen personeel aantrekken of aanhouden voor werk dat er niet is.

Te weinig capaciteit? Smeer werk uit over langere termijn

Wat dan wel? Jaren geleden stelde een geassocieerd lid van de Vereniging Bouwtoezicht voor om het bij deze werkzaamheden betrokken personeel onder te brengen in een ‘pool’ waardoor ze bij het overhevelen van deze taken naar private kwaliteitsborging konden meeverhuizen.

In zekere zin gebeurt dit via detacheringsbedrijven, maar mede door de lange duur van het besluitvormingsproces en het door amendementen etc. behouden van taken bij het bevoegd gezag levert dit niet de mogelijkheid op om afdoende mee te bewegen met relocatie van taken.

Het werkt ook averechts als de ‘terugvaloptie’ neerkomt op het beschikbaar houden van gemeentelijke toetsing en toezicht voor het geval er bij inwerkingtreding Wkb een tekort aan kwaliteitsborgers zou zijn. Gemeenten moeten dan de capaciteit hebben om zo’n vangnet te bieden. Dat kost personeel en geld waarvan niet zeker is of het nodig is en het onttrekt personeel aan het marktsegment waar juist die kwaliteitsborgers uit moeten putten.

Kortom: als er echt een tekort zou zijn is de enige optie om de planbehandeling en uitvoering over een langere termijn uit te smeren. Ook als je deze taak bij gemeenten zou willen leggen komt het daar overigens op neer. Die zullen zich gedwongen zien behandeltermijnen te verlengen.

Verbouw omvat veel meer dan een erker of een dakopbouw

In plaats van deze optie doemt opnieuw op het idee op om verbouw voorlopig uit te zonderen van de Wkb. Uitstel is niet alleen geen ‘terugvaloptie’ zoals betoogd, verbouw vormt ook een vreemd onderscheid.

Het knelpunt van relatief hoge kosten geldt voor alle kleine bouwwerken, nieuwbouw zowel als verbouw. Bovendien zijn er ook grote verbouwwerken in de woningrenovatie, transformatie, energietransitie, etc., die er juist mee geholpen zijn onder kwaliteitsborging te worden aangepakt, zowel financieel vanwege het nut om de kwaliteitsborger vroeg in het proces te betrekken.

De angst voor vertraging van de bouwopgave (het tweede punt van de motie) slaat vooral op de grote projecten, terwijl die juist het meeste voordeel van het nieuwe stelsel zouden ondervinden zowel qua kosten als qua tempo.

De motie voert als vierde punt aan, “… dat er nog geen handhavingskader voor gemeenten is voor opleveringsdossiers”. Dat moet niet de minister worden aangerekend, maar eerder gemeenten en VNG. Hier geldt continuering en specificering van art.7.2 Bor in art.13.5 en 13.6 Omgevingsbesluit. Dat veel gemeenten tot dusverre afwachtend zijn geweest is geen reden om deze houding te honoreren met verder uitstel.

Het gaat toch om betere bouwkwaliteit?

De bottomline, die ik helaas mis in het betoog van zowel de minister als van de senatoren en de houding van gemeenten is het doel van de Wkb: verbetering van de bouwkwaliteit. Zie ook mijn blog van 11 juli 2023.

Bouwkwaliteit vraagt robuust ontwerpen, uitvoeren, controleren EN handhaven. Dat is om met senator Crone te spreken ‘zwart-wit’: Aangezien de bouwregels de ondergrens vormen waaraan bouwwerken moeten voldoen, kun je niet volhouden dat er kwaliteit wordt geleverd als een bouwwerk niet aan die ondergrens voldoet.

De Eerste Kamer, de minister en de bevoegde gezagen moeten uitstralen dat voortzetting van gedogen van bijvoorbeeld 2 centimeter te lage balkonhekken de kwaliteit van de bouw niet bevordert.

Geitenpaadjes uit den boze

Zoals de minister zowel in de commissie en in het plenaire debat op 11 juli jl. stelde is het feitelijk onmogelijk de motie uit te voeren. Hij wees op de juridische, technische, uitvoerings- en financiële complicaties daarvan.

De Eerste Kamer negeerde dat en dachten hun gemakzucht te kunnen onderbouwen door te wijzen op het faseren van de Wkb met nu gevolgklasse 1 en in 2029 gevolgklasse 2 en 3 en de optie tot sub-fasering van fase 1 door verbouw voorlopig uit te zonderen.

Geachte senatoren: dat zijn appels en peren. Het uitstellen van gevolgklasse 2 en 3 zat al vanaf 2013 in de voorbereidingen. Zodra na evaluatie tot verdere uitrol van de Wkb wordt besloten moeten art.2.17 Bbl, ook andere amvb’s en de Omgevingsregeling daarop worden aangepast. En het vooralsnog uitzonderen van verbouw verandert op zich niet de definitie van gevolgklasse 1.

Nu de minister uitvoering van de motie als onmogelijk en tevens onwenselijk heeft aangemerkt, mag worden verwacht, dat hij snel duidelijk laat weten, dat hij de motie niet uitvoert. Dat helpt ook om alle voorbereidingen aan private en publieke kant niet naar de prullenbak (of de ijskast) te verwijzen. Denk aan om- en bijscholing, reorganisatie, beleid, legesverordening, formatie, voorlichting in alle 342 gemeenten. Geitenpaadjes zijn in deze chaos uit den boze!

De Eerste Kamer vroeg na de stemming om een Kamerbrief voor het eind van het reces. In het belang van de geloofwaardigheid en de voortgang – duidelijkheid tenminste een halfjaar voor inwerkingtreding – is dat veel te laat. Die duidelijkheid moet nu worden geboden, niet na de vakantieperiode.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.