Op 10 mei publiceerde LNV twee conceptregelingen voor vrijwillige opkoop. Een goede regeling kan ruimte aan de blijvers bieden en zo boeren, economie en natuur vooruit helpen. Dat is slechts een onderdeel van de oplossing: innovatie van bedrijven en bedrijfsvoering verdient veel meer aandacht van de overheid. LTO Nederland zal een inhoudelijke reactie op de consultatie geven, die tot 13 juni open staat. Bij eerste lezing vallen echter al een aantal zaken op.
Vrijwillige opkoop, mits goed uitgevoerd, kan een bijdrage leveren aan stikstofreductie én perspectief voor de sector. Bij de beoordeling let LTO voor haar leden op wie er mee kunnen doen, of het aantrekkelijk is voor ondernemers die willen stoppen, welk perspectief de blijvers krijgen, en wat de hobbels zijn. Ook van belang is dat de vrijkomende ruimte eerst wordt ingezet om de PAS-melders te legaliseren, zodat de onzekerheid waar zij zich buiten hun eigen schuld in bevinden wordt opgelost. De Rijksoverheid belooft dat nu te doen.
Voor vrijwillige opkoop zijn nu twee regelingen in consultatie gegaan: de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (LBV) en de tweede tranche van de Maatregel gerichte aankoop en beëindiging veehouderijen (MGA-2). Voor bedrijven die willen stoppen is het belangrijk dat de regeling goed is opgezet en financieel aantrekkelijk is. Daar heeft LTO dus stevig op ingezet.
De voorgestelde LBV regeling is een stuk aantrekkelijker dan eerdere voorstellen/regelingen. Zo wordt er nu een vergoeding geboden tot 100% van de waarde van vervallen productierechten en een vergoeding van 100% voor het waardeverlies van de productiecapaciteit (forfaitair)( eerder was dat slechts 65%. Positief is verder dat een grotere groep van bedrijven (varkens, pluimvee en melkvee) in aanmerking komt voor deze regeling. Volgens het RIVM gaat het om 10.000 bedrijven die aan de aanvraagvoorwaarden kunnen voldoen. Het is een vrijwillige regeling, waarbij het belangrijk is dat wie wil ook daadwerkelijk de mogelijkheid krijgt.
Bij de nieuwe MGA 2 regeling is het een voordeel dat alle veehouderijsectoren nu in aanmerking komen, dus ook sectoren zonder productierechten, en dat de regeling financieel aantrekkelijker is geworden. Belangrijk winstpunt is dat er met de MGA-regeling bedrijven verplaatst kunnen worden. Of de regeling daarvoor voldoende is toegerust zal in de praktijk moeten blijken. LTO vindt verplaatsen van bedrijven in de gebiedsgerichte aanpak noodzakelijk om ruimte te creëren en toekomstperspectief te geven aan veehouders, die door willen maar op een ongunstige locatie zitten.
Kritischer is LTO op het feit dat de criteria om in aanmerking te komen zo verschillen per gebied en de doelgroep met maximaal 2% van de veehouders wel erg smal is. Dat geldt zeker voor die bedrijven die niet in aanmerking komen voor de LBV-regeling of de bedrijven die willen verplaatsen.
In beide regelingen is het mogelijk om grond aan de overheid te verkopen. Het is niet verplicht. Overheid heeft het eerste onderhandelingsrecht, maar veehouder behoudt de ruimte om te verkopen aan wie hij wil of de gronden zelf te behouden.
Bedrijven kunnen nu nog niet checken of ze in aanmerking komen voor de regelingen. Daarvoor is een speciale calculator voor nodig. Het is belangrijk dat deze snel beschikbaar komt, zodat veehouders er goed over na kunnen denken of ze mee gaan doen als de regelingen open gaan. Een beslissing om te stoppen met je bedrijf is emotioneel zwaar en neem je niet van vandaag op morgen. Daar is tijd voor nodig.
LTO zal namens haar leden input leveren op de consultatie, ondernemers kunnen dat ook zelf doen.
Twee beëindigingsregelingen voor de landbouw: LNV start internetconsultatie