Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Hoe geeft plattelandsgemeente Brummen vorm aan de energietransitie?

"De duurzame ambities van de gemeente Brummen in de provincie Gelderland zijn groot. Omgevingsweb sprak PvdA-wethouder Eef van Ooijen, verantwoordelijk voor onder andere de portefeuilles duurzaamheid en energieneutraliteit, over die ambities en de invulling van de gemeentelijke energietransitie in zijn gemeente."

Redactie OmgevingsWeb 20 maart 2019

Hoe groot zijn de duurzame ambities van Brummen precies?

We zijn er niet op uit de eerste te worden, wel de beste. Als het gaat om energieneutraliteit ligt de lat hoog, maar duurzaamheid is een breder verhaal. Het gaat voor de gemeente Brummen daarom ook over circulariteit, klimaatadaptatie, biodiversiteit en voedseltransitie, allemaal doelen van het Interbestuurlijk Programma. Overigens blijft het zaak om doelen en rollen helder te markeren. In ons Koersdocument Energieneutraliteit hebben we dus niet alleen concrete acties benoemd, maar ook bepaald dat we als lokale overheid twee expliciete rollen hebben: die van verbindende overheid, die acties door derden faciliteert, zowel juridisch als planologisch, en de rol van voorbeeldige overheid. Wij willen bij al onze activiteiten en de inzet van onze middelen zoveel mogelijk duurzaam handelen. Om dit te bereiken zijn er ook zonneparken, windturbines en zonnepanelen op daken nodig.

Hoe wilt u dit bereiken?

Nu de consequenties van de klimaattafels duidelijker in beeld komen, zien we dat discussies rond betaalbaarheid en ruimtelijke impact nadrukkelijker gevoerd worden. Terecht, denk ik. Maar dat vraagt er wel om dat we nut en noodzaak niet uit het oog te verliezen. Nu de Regionale Energietransitie, RES, in concept op tafel ligt en de opgave in zijn volle omvang, in percentages van besparing en duurzame opwek, duidelijk wordt, lijkt Leiden in last. Dit neemt niet weg dat al die maatregelen nodig zijn om het tij te keren. Het vinden van draagvlak blijft echter lastig. We moeten iedere bewoner ervan bewust maken dat we zonder energietransitie de toekomst van komende generaties op het spel zetten. Dat geldt ook voor een plattelandsgemeente als Brummen.

Waar wilt u vooral op inzetten?

Zoals gezegd is bewustwording een belangrijk doel. Draagvlak zit ook in de acceptatie van het feit dat we daadwerkelijk door moeten pakken. Ook als het om de hoek of dicht bij huis is. Participatie, in de zin van het mogelijk maken van het gesprek, is belangrijk, maar niet altijd afdoende. Participatie in de zin van eigenaarschap of toegang lijkt eenvoudiger, maar ook dat vraagt professionaliteit en risicomanagement. Het zijn alle drie zaken waar we, ook op basis van de eerste ervaringen, werk van willen maken.

Tot slot denk ik dat we niet alleen moeten nadenken over goede landschappelijke inpassing, maar ook over de tijdelijkheid van de maatregelen. Als het gaat om grondgebonden zonne-energie, geven we uitsluitend een uitgebreide omgevingsvergunning af. Voor dertig jaar maximaal, inclusief een strakke beschrijving van financiële afdrachten aan de omgeving en de verplichting om de schillen en de dozen op te ruimen. Door de opruimplicht privaatrechtelijk te garanderen, garandeer je ook de circulariteit van het project.

U bent Brummense vertegenwoordiger in het dagelijks bestuur van de Regio Stedendriehoek met 'leefomgeving' als taakgebied. Duurzame energiebronnen hebben vaak hun weerslag op de leefomgeving. Hoe is dit met elkaar te verenigen?

Leefomgeving is een breed begrip. Als je kijkt naar de binnentuin van onze regio, het gebied tussen Apeldoorn, Deventer en Zutphen, dan leven wij in een bijzonder mooie en groene omgeving, tussen het Veluwemassief en de IJsselvallei. Dat vraagt om zorgvuldigheid, maar het biedt ook kansen voor circulariteit, voor biodiversiteit, voor klimaatadaptatie. Daarnaast kan door bijvoorbeeld opnieuw te kijken naar het netwerk van Aliander ook kansen voor schone mobiliteit, woonmilieus en bedrijven ontdekt worden."

Sommigen vinden het zonde als landbouwgrond wordt gebruikt voor zonneparken. De grond zou volgens hen pas als laatste mogelijkheid ingezet mogen worden voor de productie van duurzame energie.

Hoe staat u daarin?

Landbouw en voedseltransitie zijn in onze regio een steeds belangrijker onderwerp geworden. Er is een grote afstand ontstaan tussen de landbouw en individuele gemeenten, maar zon zestig procent van ons regionale oppervlak is agrarische grond. Het zijn vooral melkveebedrijven die daarop boeren; MKB-bedrijven, vaak in familieverband. Het zijn zeer kapitaalintensieve productiebedrijven met over het algemeen een laag rendement. Alles staat daarom in het teken van

efficiency

. Die efficiency gaat ten koste van landschappelijke waarden, biodiversiteit en de kwaliteit van de bodem. Dat lijkt een eindig verhaal. De landbouwvisie van de minister Schouten verwijst dan ook naar een toekomst waarin de kringlooplandbouw centraal staat. In essentie gaat het daarbij om extensiveren, en dus zal ook vanuit de landbouw de druk op het aantal beschikbare hectares alleen maar toenemen, naast de toenemende vraag om nieuwe natuur of hectares zonnevelden. Kortom, een puzzel.

Voor wat betreft grondgebonden zonne-energie zie ik ook kansen. Die zitten vooral in de tijdelijkheid. Door maisvelden en Engels raaigras voor dertig jaar om te zetten naar zonnevelden, agrarisch medegebruik mogelijk te maken, geen meststoffen toe te voegen, kruidenmengsels in te zaaien of het perceel klimaat-adaptief in te richten, werken we niet alleen aan biodiversiteit, maar ook aan verbetering van de bodemkwaliteit (mits goed ingericht, bijvoorbeeld met hügels). Dat kan de landbouw in de toekomst ook nog iets opleveren. De energiemix van de gemeente Brummen geeft, naast besparing en windenergie, de opdracht om 100 hectare zonnevelden in te richten. Onze gemeente telt 8500 hectare, dus het is niet onmogelijk. Maar ook hier gaat het om de balans.

Ziet u weerstand van bewoners als het gaat om aanpassingen van de leefomgeving?

"Vanzelfsprekend zal de transitie weerstand opleveren, naarmate we onze obese behoefte aan fossiele energie moeten vervullen met duurzame opwek. Iedere transitie brengt immers ook disruptie met zich mee. Dat geeft onzekerheid, twijfels over de toekomst, de kosten of de betrouwbaarheid van cijfers. We extrapoleren geen energiecentrales meer, dat betekent dat in de nabije toekomst energie in je directe omgeving wordt opgewekt, en dat vraagt wat van de burger. Maar je krijgt er ook veel voor terug. Om te beginnen een schone toekomst. Daarom is het van belang te werken aan bewustwording en kansen voor zeggenschap en eigenaarschap te genereren. Dat maakt dat het van de mensen is. Maar ook het creëren van zoveel mogelijk toegevoegde waarde op het gebied van natuur, zinvol werk, kennis en innovatie is belangrijk.

Hoe gaat u om met de onzekerheden rondom duurzame energiebronnen?

"Dat is een lastige, want er liggen nog grote vragen. Ook voor een plattelandsgemeente. Er is nog ruimte voor innovatie. Bijvoorbeeld op het gebied van waterstof en geothermie. Voor een deel nog onzekere factoren, voor een deel gekende technieken. Brummen kent een omvangrijk cluster papierproducerende bedrijven, dus we zijn zeer geïnteresseerd in geothermie. Het gaat vooralsnog alleen om kennis opdoen. Maar als het lukt om dat, samen met het Rijk, de provincie en de industrie, op een succesvolle en veilige manier te implementeren, dan leveren we een belangrijke bijdrage aan de werkgelegenheid in een duurzame, bio-based en circulaire procesindustrie, die ook nog haar warmte af kan geven aan de bebouwde omgeving. Bovendien kom je dan ook nog eens tot een andere energiemix. Kortom, het gaat erom kansrijke scenarios te blijven verkennen.

Tot slot: u komt op het congres iets vertellen over uw concrete aanpak en resultaten. Wat houdt die concrete aanpak in?

"Concreet is:

  • de inzet van Crisis- en herstelwet voor het inzetten van een stortplaats,

  • de aanleg van zonnevelden,

  • een succesvolle uitrol van een duurzaamheidslening,

  • het samen met de papierindustrie en provincie mogelijk maken van het winnen van vier miljoen kuub gas uit proceswater, en

  • de uitvraag voor een warmtenet om de restwarmte van de industrie te distribueren naar moeilijk te verduurzamen oude woningen.

Maar ik ben vooral benieuwd naar de aanpak van anderen, want het kan altijd beter."

Artikel delen