De rechter kan ambtshalve of op de vordering van het openbaar ministerie te allen tijde de opheffing der schorsing bevelen.
Alvorens daartoe over te gaan, hoort de rechter zoo mogelijk den verdachte en kan hij te dien einde, zoo noodig onder bijvoeging van een bevel tot medebrenging, diens dagvaarding gelasten.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Aanwijzing voorwaardelijke vrijheidsstraffen en schorsing van voorlopige hechtenis onder voorwaarden
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Aanwijzing voorwaardelijke vrijheidsstraffen en schorsing van voorlopige hechtenis onder voorwaarden
tekst: tekst
Overleveringswet
artikel: 64
Uitleveringswet
artikel: 56
Uitvoeringswet Internationaal Strafhof
artikel: 16
Wet overgang bijzondere rechtspleging
artikel: 21
Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties
artikel: 2:22
Wetboek van Strafvordering
artikel: 482f, 5.3.14, 473
(01-08-2019)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
30-07-1925 |
Stb. 1925, 343 |
04-12-1925 |
Stb. 1925, 465 |
||||
nieuwe-regeling |
15-01-1921 |
Stb. 1921, 14 |
04-12-1925 |
Stb. 1925, 465 |