De verdachte heeft het recht om zich, overeenkomstig de bepalingen van dit wetboek, te doen bijstaan door een raadsman.
Aan de verdachte wordt overeenkomstig de wijze bij de wet bepaald door een aangewezen of gekozen raadsman rechtsbijstand verleend.
In bijzondere gevallen kan op gemotiveerd verzoek van de verdachte meer dan een raadsman worden aangewezen.
De verdachte wordt, telkens wanneer hij dit verzoekt, zo veel mogelijk de gelegenheid verschaft om zich met zijn raadsman in verbinding te stellen.
De verdachte die de Nederlandse taal niet of onvoldoende beheerst kan ten behoeve van zijn contacten met zijn raadsman een beroep doen op bijstand van een tolk. De raadsman is verantwoordelijk voor het oproepen van een tolk.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Aanwijzing bijstand van tolken en vertalers bij de opsporing en vervolging van strafbare feiten
tekst: tekst
Circulaire bekwaamheidseisen buitengewoon opsporingsambtenaar
bijlage: bijlage
Overleveringswet
artikel: 43a
Uitleveringswet
artikel: 45a
Wet tarieven in strafzaken
artikel: 1
Wet tijdelijk huisverbod
artikel: 5
Wetboek van Strafvordering
artikel: 27c, 28a, 28ab, 28e, 27ca, 464
(01-08-2019)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
17-11-2016 |
20-02-2017 |
||||||
wijziging |
17-11-2016 |
20-02-2017 |
||||||
wijziging |
28-02-2013 |
21-06-2013 |
||||||
wijziging |
01-12-2011 |
13-09-2012 |
||||||
wijziging |
30-07-1925 |
Stb. 1925, 343 |
04-12-1925 |
Stb. 1925, 465 |
||||
nieuwe-regeling |
15-01-1921 |
Stb. 1921, 14 |
04-12-1925 |
Stb. 1925, 465 |