Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 447

  • 1

    Op de volgende roerende zaken mag geen beslag worden gelegd:

    • a.

      zaken die behoren tot de inboedel, bedoeld in artikel 5 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, van de door de schuldenaar bewoonde woning;

    • b.

      de kleding van de schuldenaar en van de tot zijn gezin behorende huisgenoten;

    • c.

      de in de woning aanwezige voorraad levensmiddelen;

    • d.

      zaken die de schuldenaar en de tot zijn gezin behorende huisgenoten redelijkerwijs nodig hebben voor de persoonlijke verzorging en de algemene dagelijkse levensbehoeften;

    • e.

      de in de woonruimte aanwezige zaken die de schuldenaar en de tot zijn gezin behorende huisgenoten redelijkerwijs nodig hebben voor de verwerving van de noodzakelijke middelen van bestaan, dan wel voor hun scholing of studie;

    • f.

      zaken van hoogstpersoonlijke aard;

    • g.

      gezelschapsdieren van de schuldenaar en van de tot zijn gezin behorende huisgenoten, alsmede de voor de verzorging van deze dieren noodzakelijke zaken.

  • 2

    In afwijking van het eerste lid is beslag wel toegestaan op de in het lid onder a tot en met f genoemde zaken die in de gegeven omstandigheden bovenmatig zijn. Bij algemene maatregel van bestuur kan nader worden bepaald welke zaken, hetzij afzonderlijk, hetzij door de aanwezigheid van andere, al dan niet gelijksoortige zaken, als bovenmatig zijn aan te merken. Daarbij kan voor bepaalde zaken of categorieën van zaken worden bepaald tot welke waarde bovenmatigheid niet wordt aangenomen.

  • 3

    Indien beslag wordt gelegd op een bovenmatige zaak die de geëxecuteerde of de tot zijn gezin behorende huisgenoten redelijkerwijs niet kan missen, stelt de deurwaarder de geëxecuteerde in de gelegenheid om de bovenmatige zaak te vervangen door een niet als bovenmatig aan te merken vergelijkbare zaak.

  • 4

    Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere dan de in het eerste lid bedoelde roerende zaken worden aangewezen waarop geen beslag mag worden gelegd.

Informatie geldend op 18-01-2022

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Faillissementswet
    artikel: 21

  2. Tribunaalbesluit
    artikel: 6

  3. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (geldt in geval van digitaal procederen)
    artikel: 448, 712, 734

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(18-01-2022)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-10-2020

wijziging

03-06-2020

Stb. 2020, 177

35225

15-07-2020

Stb. 2020, 277

Alg. 1

01-01-1997

wijziging

31-10-1996

Stb. 1996, 548

24061

27-11-1996

Stb. 1996, 585

01-01-1992

wijziging

07-05-1986
samen met
02-04-1991

Stb. 1986, 295
samen met
Stb. 1991, 199

16593

17-04-1991

Stb. 1991, 200

01-01-1992

vervallen

07-05-1986

Stb. 1986, 295

16593

20-02-1990

Stb. 1990, 90

nieuw

07-05-1986

Stb. 1986, 295

16593

20-02-1990

Stb. 1990, 90

01-05-1990

wijziging

14-06-1989

Stb. 1989, 239

19770

19-03-1990

Stb. 1990, 137

01-04-1966

wijziging

03-06-1965

Stb. 1965, 239

7248

24-01-1966

Stb. 1966, 53

01-10-1838

nieuwe-regeling

29-03-1828

Stb. 1828, 30

10-04-1838

Stb. 1838, 12

Opmerkingen

  • 1) Artikel V van Stb. 2020/177 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.