Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 99

  • 1

    Tenzij de wet anders bepaalt, is bevoegd de rechter van de woonplaats van de verweerder.

  • 2

    Bij gebreke van een bekende woonplaats van de verweerder in Nederland is bevoegd de rechter van zijn werkelijk verblijf.

Informatie geldend op 18-01-2022

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Burgerlijk Wetboek Boek 7
    artikel: 686a, 728

  2. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (geldt in geval van digitaal procederen)
    artikel: 109

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(18-01-2022)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-09-2017

wijziging

13-07-2016

Stb. 2016, 288

34059

01-05-2017

Stb. 2017, 174

Alg. 1

Inwtr. 2

01-01-2013

wijziging

12-07-2012

Stb. 2012, 313

32891

12-07-2012

Stb. 2012, 314

01-07-2011

wijziging

19-05-2011

Stb. 2011, 255

32021

27-06-2011

Stb. 2011, 324

Alg. 3

01-01-2002

nieuw

06-12-2001

Stb. 2001, 580

26855

10-12-2001

Stb. 2001, 621

vernummerd-wijziging

14-12-2001

Stb. 2001, 623

10-12-2001

Stb. 2001, 621

Inwtr. 4

30-12-1991

nieuw

31-01-1991

Stb. 1991, 50

19976

28-05-1991

Stb. 1991, 234

30-12-1991

vervallen

31-01-1991

Stb. 1991, 50

19976

28-05-1991

Stb. 1991, 234

01-01-1966

wijziging

02-12-1965

Stb. 1965, 527

7172

15-12-1965

Stb. 1965, 558

01-10-1838

nieuwe-regeling

29-03-1828

Stb. 1828, 18

10-04-1838

Stb. 1838, 12

Opmerkingen

  • 1) De artikelen III en IV van Stb. 2016/288 bevatten overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 2) Treedt in werking voor zover het betreft vorderingsprocedures bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland, waarin partijen niet in persoon kunnen procederen en met uitzondering van procedures die worden ingesteld op grond van de artikelen 254, 438, tweede tot en met vijfde lid, 486, eerste lid, 613, 642q, 771 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, artikel 27 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 122 van de Faillissementswet en de Onteigeningswet.Treedt eveneens in werking voor vorderingsprocedures bij de Hoge Raad.

  • 3) Artikel XXII, eerste lid, van Stb. 2011/255 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 4) De datum van inwerkingtreding is ontleend aan de bron van aankondiging van de tekstplaatsing.