Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 9

Komt de Nederlandse rechter niet op grond van de artikelen 2 tot en met 8 rechtsmacht toe, dan heeft hij niettemin rechtsmacht indien:

  • a.

    het een rechtsbetrekking betreft die ter vrije bepaling van partijen staat en de verweerder of belanghebbende in de procedure is verschenen niet uitsluitend of mede met het doel de rechtsmacht van de Nederlandse rechter te betwisten, tenzij voor rechtsmacht van de Nederlandse rechter geen redelijk belang aanwezig is,

  • b.

    een gerechtelijke procedure buiten Nederland onmogelijk blijkt, of

  • c.

    een zaak waarbij uitsluitend een vordering is ingesteld voldoende met de rechtssfeer van Nederland verbonden is en het onaanvaardbaar is van de eiser te vergen dat hij de zaak aan het oordeel van een rechter van een vreemde staat onderwerpt.

Informatie geldend op 18-01-2022

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(18-01-2022)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-09-2017

wijziging

13-07-2016

Stb. 2016, 288

34059

01-05-2017

Stb. 2017, 174

Alg. 1

Inwtr. 2

01-01-2002

nieuw

06-12-2001

Stb. 2001, 580

26855

10-12-2001

Stb. 2001, 621

vernummerd-wijziging

14-12-2001

Stb. 2001, 623

10-12-2001

Stb. 2001, 621

Inwtr. 3

01-01-1992

wijziging

18-06-1987

Stb. 1987, 327

16983

20-02-1990

Stb. 1990, 90

30-12-1991

wijziging

31-01-1991

Stb. 1991, 50

19976

28-05-1991

Stb. 1991, 234

01-01-1935

wijziging

02-07-1934

Stb. 1934, 347

02-07-1934

Stb. 1934, 347

01-10-1838

nieuwe-regeling

29-03-1828

Stb. 1828, 14

10-04-1838

Stb. 1838, 12

Opmerkingen

  • 1) De artikelen III en IV van Stb. 2016/288 bevatten overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 2) Treedt in werking voor zover het betreft vorderingsprocedures bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland, waarin partijen niet in persoon kunnen procederen en met uitzondering van procedures die worden ingesteld op grond van de artikelen 254, 438, tweede tot en met vijfde lid, 486, eerste lid, 613, 642q, 771 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, artikel 27 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 122 van de Faillissementswet en de Onteigeningswet.Treedt eveneens in werking voor vorderingsprocedures bij de Hoge Raad.

  • 3) De datum van inwerkingtreding is ontleend aan de bron van aankondiging van de tekstplaatsing.