Burgemeester en wethouders kunnen gronden voorlopig aanwijzen, mits bij het hiertoe strekkend besluit aan die gronden een niet-agrarische bestemming is toegedacht en het gebruik afwijkt van de toegedachte bestemming. Het besluit vervalt van rechtswege drie maanden na dagtekening of zoveel eerder als een besluit van de gemeenteraad tot aanwijzing ingevolge artikel 3, 4 of 5 in werking treedt.
De artikelen 3, tweede en derde lid, 10 tot en met 15, 24 en 26 zijn van overeenkomstige toepassing.
Indien bezwaar of beroep aanhangig is tegen een besluit tot voorlopige aanwijzing en dit besluit vervalt omdat een besluit van de gemeenteraad tot aanwijzing in werking is getreden, wordt het bezwaar of beroep mede geacht te zijn gericht tegen het besluit van de gemeenteraad.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Aanwijzingsbesluit Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken
bijlage: behorende bij artikel 2, eerste lid, van het Aanwijzingsbesluit Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (aangewezen categorieën van beperkingenbesluiten)
Besluit voorkeursrecht gemeenten 2010
artikel: 1
Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening
artikel: 9.4.3, 9.4.5
Wet agrarisch grondverkeer
artikel: 37
(17-10-2017)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
23-03-2012 |
wijziging |
22-02-2012 |
22-02-2012 |
|||||
wijziging |
22-05-2008 |
16-06-2008 |
||||||
wijziging |
05-03-2007 |
08-06-2007 |
||||||
wijziging |
14-06-2002 |
14-06-2002 |
||||||
wijziging |
04-07-1996 |
04-07-1996 |
||||||
nieuwe-regeling |
22-04-1981 |
Stb. 1981, 236 |
27-11-1984 |
Stb. 1984, 619 |