Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 6.2 Kwijtschelding aanvullende beurs bij onvoldoende inkomen

  • 1

    De ingevolge hoofdstukken 4 en 5 toegekende en niet in gift om te zetten aanvullende beurs kan op aanvraag van de debiteur worden kwijtgescholden.

  • 2

    Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald:

    • a.

      tot welk toetsingsinkomen van de debiteur en zijn partner geheel of gedeeltelijk kwijtschelding als bedoeld in het eerste lid, mogelijk is,

    • b.

      of daarbij onderscheid gemaakt wordt voor een debiteur met partner en een debiteur zonder partner die al dan niet student is in de zin van deze wet, en

    • c.

      tot welk tijdstip een aanvraag kan worden ingediend.

  • 3

    De over het kwijt te schelden bedrag opgebouwde rente gaat op het tijdstip van kwijtschelding als bedoeld in het eerste lid, teniet.

  • 4

    Bij kwijtschelding als bedoeld in het eerste lid, zijn de artikelen 6.10, eerste en vijfde lid, van overeenkomstige toepassing, en is artikel 6.12 niet van toepassing.

  • 5

    Een krachtens het tweede lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur wordt aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. Hij treedt in werking op een tijdstip dat nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken bij koninklijk besluit wordt vastgesteld, tenzij binnen die termijn door of namens een der kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend. Indien het voorstel van wet wordt ingetrokken of indien een van de beide kamers van de Staten-Generaal besluit het voorstel niet aan te nemen, wordt de algemene maatregel van bestuur ingetrokken.

Informatie geldend op 06-01-2022

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Besluit studiefinanciering 2000
    artikel: 1

  2. Uitvoeringsregeling Experimentenwet vooropleidingseisen, selectie en collegegeldheffing
    artikel: 9

  3. Wet studiefinanciering 2000
    artikel: 10a.3, 7.1, 12.9

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(06-01-2022)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-10-2021

wijziging

14-07-2021

Stb. 2021, 409

35725

20-09-2021

Stb. 2021, 443

01-08-2020

wijziging

01-07-2020

Stb. 2020, 234

35252

08-07-2020

Stb. 2020, 276

01-09-2015

wijziging

21-01-2015

Stb. 2015, 50

34035

30-01-2015

Stb. 2015, 51

Inwtr. 1

01-01-2011

wijziging

02-12-2010

Stb. 2010, 807

32263

15-12-2010

Stb. 2010, 826

01-01-2010

wijziging

23-04-2009

Stb. 2009, 246

31790

08-06-2009

Stb. 2009, 247

01-01-2008

wijziging

23-06-2005
samen met
22-12-2005

Stb. 2005, 343
samen met
Stb. 2005, 691

29765
samen met
30337

23-06-2005

Stb. 2005, 343

01-01-2006

wijziging

22-12-2005

Stb. 2005, 691

30337

22-12-2005

Stb. 2005, 691

30-12-2005

wijziging

17-11-2005

Stb. 2005, 697

30239

17-11-2005

Stb. 2005, 697

01-08-2005

wijziging

19-02-2005

Stb. 2005, 124

29719

02-03-2005

Stb. 2005, 125

13-02-2004

wijziging

17-12-2003

Stb. 2004, 17

29046

29-01-2004

Stb. 2004, 45

23-05-2001

t/m 01-09-2000

wijziging

26-04-2001

Stb. 2001, 225

27414

26-04-2001

Stb. 2001, 225

Inwtr. 2

01-01-2001

wijziging

14-12-2000

Stb. 2000, 571

27184

14-12-2000

Stb. 2000, 571

01-09-2000

wijziging

29-06-2000

Stb. 2000, 286

26873

29-06-2000

Stb. 2000, 286

Opmerkingen

  • 1) Is van toepassing ten aanzien van de deelnemer, bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet studiefinanciering 2000 met ingang van 1 augustus 2015.

  • 2) Werkt terug tot en met 1 september 2000.