Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 3.55 Aandelenfusie

  • 1

    De belastingplichtige hoeft bij het bepalen van de in een kalenderjaar genoten winst het voordeel uit de vervreemding van aandelen of winstbewijzen in het kader van een aandelenfusie niet in aanmerking te nemen. De eerste volzin is niet van toepassing op een in het kader van een aandelenfusie genoten bijbetaling.

  • 2

    Een aandelenfusie wordt aanwezig geacht indien:

    • a.

      een in Nederland gevestigde vennootschap tegen uitreiking van eigen aandelen of winstbewijzen, eventueel met bijbetaling, een zodanig bezit aan aandelen in een andere in Nederland gevestigde vennootschap verwerft dat zij meer dan de helft van de stemrechten in de laatstgenoemde vennootschap kan uitoefenen;

    • b.

      een in een lidstaat van de Europese Unie of een bij ministeriële regeling aangewezen staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte gevestigde vennootschap tegen uitreiking van eigen aandelen of winstbewijzen, eventueel met een bijbetaling, een zodanig bezit aan aandelen in een andere in een lidstaat van de Europese Unie of een bij ministeriële regeling aangewezen staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte gevestigde vennootschap verwerft dat zij meer dan de helft van de stemrechten in de laatstgenoemde vennootschap kan uitoefenen of

    • c.

      een in Nederland gevestigde vennootschap tegen uitreiking van eigen aandelen of winstbewijzen, eventueel met een bijbetaling, een zodanig bezit aan aandelen in een buiten een lidstaat van de Europese Unie of een bij ministeriële regeling aangewezen staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte gevestigde vennootschap verwerft dat zij alle of nagenoeg alle stemrechten in de laatstgenoemde vennootschap kan uitoefenen.

  • 3

    Een aandelenfusie wordt eveneens aanwezig geacht indien een in het tweede lid bedoelde vennootschap voor de uitreiking van de eigen aandelen of winstbewijzen reeds meer dan de helft, respectievelijk nagenoeg alle stemrechten in de aldaar bedoelde andere vennootschap kon uitoefenen en door de uitreiking van de eigen aandelen of winstbewijzen een groter aantal stemrechten in die andere vennootschap kan uitoefenen.

  • 4

    Een aandelenfusie wordt, in afwijking in zoverre van het tweede en het derde lid, niet aanwezig geacht indien:

    • a.

      een bijbetaling een tiende gedeelte van de nominale waarde van de uitgereikte aandelen te boven gaat of

    • b.

      de fusie in overwegende mate is gericht op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing. De fusie wordt, tenzij het tegendeel aannemelijk wordt gemaakt, geacht in overwegende mate te zijn gericht op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing indien de fusie niet plaatsvindt op grond van zakelijke overwegingen, zoals herstructurering of rationalisering van de actieve werkzaamheden van de bij de fusie betrokken rechtspersonen.

  • 5

    Een in een lidstaat van de Europese Unie of een bij ministeriële regeling aangewezen staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte gevestigde vennootschap is een vennootschap die:

    • 1°.

      een van de rechtsvormen heeft die zijn opgenomen in de bijlage I, deel A, van Richtlijn 2009/133/EG van de Raad van 19 oktober 2009 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor fusies, splitsingen, gedeeltelijke splitsingen, inbreng van activa en aandelenruil met betrekking tot vennootschappen uit verschillende lidstaten en voor de verplaatsing van de statutaire zetel van een SE of een SCE van een lidstaat naar een andere lidstaat (PbEU 2009, L 310) of een rechtsvorm heeft die vergelijkbaar is met een van de rechtsvormen die voor Nederland zijn opgenomen in deze bijlage;

    • 2°.

      niet wordt geacht volgens een door de staat van vestiging met een derde staat gesloten verdrag ter voorkoming van dubbele belasting te zijn gevestigd buiten de Europese Unie en de bij ministeriële regeling aangewezen staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en

    • 3°.

      zonder keuzemogelijkheid en zonder ervan te zijn vrijgesteld, in de staat van vestiging is onderworpen aan de aldaar geheven belasting naar de winst, bedoeld in bijlage I, deel B, van de onder 1° genoemde richtlijn of aan een andere aldaar geheven belasting naar de winst.

  • 6

    De belastingplichtige stelt, indien het voordeel volgens het eerste lid buiten aanmerking blijft, de in het kader van de aandelenfusie verworven aandelen of winstbewijzen op het tijdstip van de fusie te boek voor dezelfde waarde als waarvoor de in het kader van die fusie vervreemde aandelen of winstbewijzen onmiddellijk voor het fusietijdstip te boek waren gesteld.

  • 7

    De belastingplichtige die zekerheid wenst omtrent de vraag of er sprake is van een aandelenfusie, kan vóór de vervreemding van de aandelen of winstbewijzen een verzoek indienen bij de hierna aangeduide inspecteur. Indien de vennootschap die de aandelen of winstbewijzen verwerft in Nederland is gevestigd, doet de belastingplichtige het verzoek bij de inspecteur belast met de aanslagregeling voor de vennootschapsbelasting van die vennootschap; in andere gevallen bij de inspecteur belast met de aanslagregeling van de belastingplichtige. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking.

Informatie geldend op 13-01-2022

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  1. Wijzigingsregeling enige fiscale uitvoeringsregelingen 2010

  2. Wijzigingsregeling enige fiscale uitvoeringsregelingen, enige overige uitvoeringsregelingen en Wet op de accijns

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Aanpassingsbesluit van enige uitvoeringsbesluiten (belastingherziening 2001)
    artikel: II

  2. Inkomstenbelasting, aanmerkelijk belang, verzamelbesluit
    tekst: tekst

  3. Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting; geruisloze omzetting; standaardvoorwaarden en toelichting
    tekst: tekst

  4. Invorderingswet 1990
    artikel: 25

  5. Schenk- en erfbelasting, bedrijfsopvolgingsregeling
    tekst: tekst

  6. Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001
    artikel: 26b, 1, 11

  7. Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990
    artikel: 2

  8. Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting
    artikel: 8, 9, 10

  9. Vennootschapsbelasting, juridische afsplitsing; toepassing artikel 14a, derde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969
    tekst: tekst

  10. Vennootschapsbelasting, juridische fusie; toepassing artikel 14b, derde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969
    tekst: tekst

  11. Vennootschapsbelasting, zuivere splitsing; toepassing artikel 14a, derde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969
    tekst: tekst

  12. Wet inkomstenbelasting 2001
    artikel: 3.22, 3.56, 3.57, 3.95, 4.41, 8.22

  13. Wet op de vennootschapsbelasting 1969
    artikel: 13i, 14a, 14b, 8

  14. Wijzigingsregeling enige fiscale uitvoeringsregelingen 2010

  15. Wijzigingsregeling enige fiscale uitvoeringsregelingen, enige overige uitvoeringsregelingen en Wet op de accijns

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(13-01-2022)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2014

wijziging

16-10-2013

Stb. 2013, 413

33637

16-10-2013

Stb. 2013, 413

01-01-2011

t/m 15-12-2009

wijziging

23-12-2010

Stb. 2010, 871

32401

23-12-2010

Stb. 2010, 871

01-01-2010

wijziging

23-12-2009

Stb. 2009, 610

32129

23-12-2009

Stb. 2009, 610

01-01-2001

nieuwe-regeling

11-05-2000

Stb. 2000, 215

26727

11-05-2000

Stb. 2000, 216

Inwtr. 1

Opmerkingen

  • 1) De inwerkingtredingsdatum van de artikelen 3.16, 3.120, 4.15 en 5.4 is gewijzigd door hoofdstuk 3, art. II van Invoeringswet IB.