Indien kadavers van gezelschapsdieren zijn aangewezen ingevolge artikel 3.3, eerste lid, worden bij gemeentelijke verordening ten aanzien van deze producten regels gesteld ter zake van:
het aangeven en het bewaren door de houder van kadavers van gezelschapsdieren;
het ophalen van kadavers van gezelschapsdieren, en
het overdragen van kadavers van gezelschapsdieren aan de ondernemer binnen wiens werkgebied het materiaal zich bevindt.
Indien tussen een gemeente en de in het eerste lid, onderdeel c, bedoelde ondernemer een overeenkomst is gesloten omtrent de in het eerste lid, onderdelen b en c, genoemde onderwerpen, behoeft de gemeentelijke verordening geen voorschriften over die onderwerpen te bevatten.
De ondernemer, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, verwerkt of verwijdert de aan hem overgedragen kadavers van gezelschapsdieren.
De in het eerste lid bedoelde voorschriften en het derde lid zijn niet van toepassing indien kadavers van gezelschapsdieren worden verwijderd door een ander dan de ondernemer, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, voor zover dit geschiedt op een wijze die ingevolge de krachtens artikel 3.1 gestelde voorschriften is toegestaan.
Bij ministeriële regeling kunnen het eerste, tweede en derde lid, van overeenkomstige toepassing worden verklaard op andere bij die regeling aangewezen dierlijke bijproducten.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Wet dieren
artikel: 3.3, 8.6
Wet milieubeheer
artikel: 13.1, 22.1
Wet op de economische delicten
artikel: 1a
(03-01-2019)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
nieuwe-regeling |
19-05-2011 |
13-12-2012 |