Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 27

  • 1

    Verhaal kan zonder dwangbevel worden genomen op:

    • a.

      inkomsten in geld uit arbeid van degene aan wie een administratieve sanctie is opgelegd;

    • b.

      pensioenen, wachtgelden en andere uitkeringen waarop degene aan wie de administratieve sanctie is opgelegd, aanspraak heeft;

    • c.

      het tegoed van een rekening bij een bank als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, waarover degene aan wie de administratieve sanctie is opgelegd te eigen bate mag beschikken, alsmede, indien de bank en degene aan wie een administratieve sanctie is opgelegd in samenhang met die rekening een overeenkomst inzake krediet zijn aangegaan, op uit het ingevolge die overeenkomst verstrekte krediet.

  • 2

    Verhaal met toepassing van het eerste lid geschiedt door middel van een schriftelijke kennisgeving van Onze Minister. De kennisgeving bevat een voor de uitoefening van verhaal voldoende aanduiding van degene aan wie de administratieve sanctie is opgelegd, en vermeldt welk bedrag uit hoofde van de beschikking nog verschuldigd is, dan wel bij welke rechterlijke uitspraak de administratieve sanctie is opgelegd, alsmede de plaats waar de betaling moet geschieden. Zij wordt verstrekt aan degene onder wie verhaal wordt genomen, en nadat verhaal is genomen toegezonden aan het adres dat betrokkene heeft opgegeven of, indien dat niet mogelijk is en de gedraging waarvoor de administratieve sanctie is opgelegd heeft plaatsgevonden met of door middel van een motorrijtuig waarvoor een kenteken is opgegeven, aan het adres dat is opgenomen in het kentekenregister. Indien de brief onbestelbaar blijkt te zijn, wordt de kennisgeving gezonden naar het in de basisregistratie personen vermelde adres, tenzij dit hetzelfde is als hetgeen is opgenomen in het kentekenregister. Indien de brief ook op het in de basisregistratie personen opgenomen adres onbestelbaar blijkt te zijn, wordt de kennisgeving geacht aan de betrokkene bekend te zijn.

  • 3

    Door de verstrekking van de kennisgeving is degene onder wie verhaal wordt genomen, verplicht tot onverwijlde betaling aan Onze Minister van het in de kennisgeving bedoelde bedrag voor zover degene aan wie de administratieve sanctie is opgelegd op hem een opeisbare vordering heeft of verkrijgt. Onze Minister bepaalt de termijn waarbinnen de betaling moet geschieden. De verplichting tot betaling vervalt zodra het uit hoofde van de beschikking verschuldigde bedrag is betaald of verhaald en uiterlijk wanneer acht weken na de dag van verstrekking van de kennisgeving zijn verstreken.

  • 4

    Degene onder wie verhaal wordt genomen, kan zich niet tegenover Onze Minister beroepen op het tenietgaan of de vermindering van zijn schuld aan degene aan wie de administratieve sanctie is opgelegd door betaling of door verrekening met een tegenvordering dan in de gevallen waarin hij daartoe ook bevoegd zou zijn geweest bij een op het tijdstip van de betekening overeenkomstig het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering gelegd beslag onder derden. Indien een andere schuldeiser op de vordering waarop het verhaal wordt genomen, beslag heeft gelegd, is artikel 478 van het Wetboek van overeenkomstige toepassing. Het verhaal wordt voor de toepassing van de artikelen 33 en 301 van de Faillissementswet met een beslag onder derden gelijkgesteld.

  • 5

    Indien verhaal is genomen op vordering van degene aan wie de administratieve sanctie is opgelegd als bedoeld in het eerste lid, onder a en b, zijn de artikelen 475a tot en met 475g, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van overeenkomstige toepassing.

  • 6

    Iedere belanghebbende kan binnen zes weken na de verzending van de in het tweede lid bedoelde kennisgeving bij met redenen omkleed verzetschrift verzet doen tegen het verhaal. Artikel 26, derde tot en met negende lid, en artikel 26a zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 7

    De kosten van het verhaal krachtens dit artikel worden op gelijke voet als de administratieve sanctie op degene aan wie deze sanctie is opgelegd verhaald. Onder de kosten van het verhaal zijn begrepen de invorderingskosten.

  • 8

    Verhaal zonder dwangbevel kan niet worden genomen als degene aan wie de administratieve sanctie is opgelegd, valt onder de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, bedoeld in Titel III van de Faillissementswet.

Informatie geldend op 02-07-2019

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Beleidsregel Inning Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften
    tekst: tekst

  2. Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften
    artikel: 28a, 28b, 25, 28, 36

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(02-07-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

wijziging

08-03-2017

Stb. 2017, 110

34628

01-01-2018

wijziging

22-02-2017

Stb. 2017, 82

34086

13-12-2017

Stb. 2017, 496

01-01-2015

wijziging

26-11-2014

Stb. 2014, 540

33771

15-12-2014

Stb. 2014, 541

01-07-2013

wijziging

19-06-2013

Stb. 2013, 225

33012

25-06-2013

Stb. 2013, 257

01-01-2012

wijziging

24-11-2011

Stb. 2011, 556

32702

15-12-2011

Stb. 2011, 628

26-03-2008

wijziging

13-03-2008

Stb. 2008, 85

31248

13-03-2008

Stb. 2008, 85

01-01-2007

wijziging

20-11-2006

Stb. 2006, 605

30658

11-12-2006

Stb. 2006, 664

01-11-2005

wijziging

23-03-2005

Stb. 2005, 175

29805

03-06-2005

Stb. 2005, 293

01-07-2002

wijziging

20-06-2002

Stb. 2002, 330

28189

25-06-2002

Stb. 2002, 336

Inwtr. 1

01-01-2002

wijziging

27-09-2001

Stb. 2001, 481

27472

27-09-2001

Stb. 2001, 481

15-07-2001

wijziging

17-05-2001

Stb. 2001, 245

27573

04-07-2001

Stb. 2001, 327

Inwtr. 2

01-12-1998

wijziging

25-06-1998

Stb. 1998, 446

23429

09-11-1998

Stb. 1998, 622

30-06-1997

wijziging

15-05-1997

Stb. 1997, 212

23689

06-06-1997

Stb. 1997, 240

01-01-1994

wijziging

04-06-1992
samen met
23-12-1993

Stb. 1992, 422
samen met
Stb. 1993, 690

22061
samen met
23258

23-12-1993

Stb. 1993, 693

01-01-1993

wijziging

23-12-1992

Stb. 1992, 722

22665

23-12-1992

Stb. 1992, 723

01-09-1992

nieuwe-regeling

03-07-1989

Stb. 1989, 300

20329

17-08-1992

Stb. 1992, 432

01-09-1990

wijziging

29-08-1990

Stb. 1990, 434

21612

29-08-1990

Stb. 1990, 434

Opmerkingen

  • 1) De datum van inwerkingtreding was oorspronkelijk ingevolge artikel 12, tweede lid van de Tijdelijke referendumwet van rechtswege opgeschort tot 06/08/2002. De betreffende wet was echter niet referendabel (correctie Staatscourant nr. 134, 17 juli 2002).

  • 2) Treedt in werking als de Gerechtsdeurwaardersreglement (Stb. 2001/70) in werking treedt.