Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Bijlage als bedoeld in artikel 2, eerste lid

Feit

Overtreden artikel

Tarief in euro per feit en categorie

1

2

3

4

5

6

7

8

Afdeling A. Verkeer te land

Categorie-indeling B:

1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;

2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;

3 – Bromfietsers en snorfietsers;

4 – Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor;

5 – Voetgangers;

6 – Overige weggebruikers;

7 – Gezagvoerders/schippers;

8 – Een ieder.

NB 1 De categorieën 1 tot en met 4 gelden in voorkomend geval mede voor bestuurders van één van de op die categorieën betrekking hebbende voertuigen, indien daarmee een aanhangwagen wordt voortbewogen. Dit geldt eveneens voor geparkeerde aanhangwagens indien deze door een onder één van deze categorieën vallende bestuurders is geparkeerd.

NB 2 Op basis van artikel 2a RVV 1990 zijn, tenzij anders bepaald, voor brommobielen en bestuurders en passagiers van brommobielen de regels betreffende motorvoertuigen van toepassing. Voor de feitcodes waar dit op van toepassing is moet in geval van een overtreding met een brommobiel of door een bestuurder van een brommobiel gepleegde overtreding in plaats van motorvoertuig brommobiel worden gelezen.

Nummers K 006 – K 172: Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994); Reglement Rijbewijzen (RR)

K

025

als bestuurder van een motorrijtuig rijden terwijl het kentekenbewijs niet behoorlijk leesbaar is

36 lid 3 sub d WVW 1994

45

45

45

het kenteken niet behoorlijk zichtbaar aanwezig hebben op of aan

40 lid 1 WVW 1994

K

030

a

– een motorrijtuig

140

140

95

140

K

030

b

– de aanhangwagen

140

140

95

140

K

035

het ongeldig verklaarde kentekenbewijs niet binnen de bepaalde termijn inleveren bij de Dienst Wegverkeer

52c lid 3 WVW 1994

240

voor een kentekenplichtig motorrijtuig met een toegestane maximummassa van 3500 kg of minder

K

045

a

– is geen keuringsbewijs afgegeven

72 lid 1 WVW 1994

140

140

K

045

b

– heeft het keuringsbewijs zijn geldigheid verloren

72 lid 2 sub b WVW 1994

140

140

voor een kentekenplichtig motorrijtuig of aanhangwagen met een toegestane maximummassa van meer dan 3500 kg

K

046

a

– is geen keuringsbewijs afgegeven

72 lid 1 WVW 1994

400

400

K

046

b

– heeft het keuringsbewijs zijn geldigheid verloren

72 lid 2 sub b WVW 1994

400

400

als bestuurder van een motorrijtuig rijden terwijl het rijbewijs

K

060

a

– niet voldoet aan de gestelde eisen

107 lid 2 sub a WVW 1994

45

45

30

K

060

e

– zijn geldigheid heeft verloren door het verstrijken van de geldigheidsduur, waarbij de geldigheidsduur één jaar of minder is verstreken

107 lid 2 sub b WVW 1994

95

95

65

K

060

c

– niet behoorlijk leesbaar is

107 lid 2 sub c WVW 1994

95

95

65

K

060

h

als bestuurder van een bromfiets rijden, terwijl het rijbewijs ongeldig is verklaard voor een of meer categorieën, niet zijnde de categorie AM, en aan betrokkene geen nieuw rijbewijs voor de categorie AM is afgegeven

107 lid 2 sub b WVW 1994

65

K

065

cc

als houder van een rijbewijs B dat met het oog op deelname aan begeleid rijden was afgegeven, jonger dan 18 jaar een motorrijtuig waarvoor rijbewijs B is vereist besturen zonder dat een op de begeleiderspas vermelde begeleider op de zitplaats naast de bestuurder zat

111a lid 3 onder b en c WVW 1994

140

K

090

aa

rijonderricht geven in het kader van de opleiding voor het praktijkexamen voor de rijbewijscategorie AM, tweewielige bromfiets, terwijl deze niet is voorzien van een op de voorgeschreven wijze aangebrachte aanduiding

110b lid 1 sub a WVW 1994 jo. 7a lid 1 RR

95

rijonderricht geven voor rijbewijs B terwijl het lesmotorrijtuig niet is voorzien van

K

090

a

– een dubbele bediening c.q. een onderbreker

110b lid 1 sub a WVW 1994 jo. 8 sub a RR

280

K

090

b

– een binnen- en een buitenspiegel waarmee degene die rijonderricht geeft het achter en rechts naast hem gelegen weggedeelte kan overzien

110b lid 1 sub a WVW 1994 jo. 8 sub b RR

280

K

090

c

– een op de voorgeschreven wijze aangebrachte aanduiding

110b lid 1 sub a WVW 1994 jo. 8 sub b RR

95

rijonderricht geven in het kader van de opleiding voor het praktijkexamen voor de rijbewijscategorie AM, drie- of vierwielige bromfiets, terwijl deze niet is voorzien van

K

090

bb

– een dubbele bediening c.q. onderbreker

110b lid 1 sub a WVW 1994 jo. 7a lid 2 RR

280

K

090

cc

– een binnen- en buitenspiegel ten behoeve van de rij-instructeur

110b lid 1 sub a WVW 1994 jo. 7a lid 2 RR

280

K

090

dd

– een op de voorgeschreven wijze aangebrachte aanduiding

110b lid 1 sub a WVW 1994 jo. 7a lid 2 RR

95

K

145

a

als bestuurder handelen in strijd met één of meer aan een ontheffing verbonden voorschrift(en), niet betrekking hebbend op de begeleiding of vakbekwaamheid

150 lid 2 WVW 1994

140

140

95

55

als bestuurder van een motorrijtuig niet op eerste vordering behoorlijk ter inzage afgeven

K

150

a

– het kentekenbewijs

160 lid 1 sub a WVW 1994

45

45

45

K

150

c

– het rijbewijs

160 lid 1 sub b WVW 1994

95

95

95

K

150

e

– de ontheffing

160 lid 1 sub d WVW 1994

45

K

150

f

– het ingevolge de richtlijn vakbekwaamheid bestuurders vereiste getuigschrift

160 lid 1 sub c WVW 1994

65

K

150

g

– een gehandicaptenparkeerkaart of een kaart ten behoeve van gehandicaptenvervoer

160 lid 1 sub e WVW 1994

95

55

K

150

h

– de begeleiderspas

160 lid 1 sub f WVW 1994

65

K

150

aa

als begeleider niet op eerste vordering behoorlijk ter inzage afgeven van het rijbewijs

160 lid 8 WVW 1994

65

K

155

a

niet meewerken aan het onderzoek van de psychomotorische functies en de oog- en spraakfuncties en/of de aanwijzingen die in dat kader worden gegeven niet opvolgen

160 lid 5 sub a WVW 1994

240

240

160

95

240

K

155

b

niet meewerken aan het voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht en/of de aanwijzingen die in dat kader worden gegeven niet opvolgen

160 lid 5 sub b WVW 1994

240

240

160

95

240

K

155

c

niet meewerken aan het onderzoek van speeksel en/of de aanwijzingen die in dat kader worden gegeven niet opvolgen

160 lid 5 sub c WVW 1994

240

240

160

95

240

Feit

Overtreden artikel

Tarief in euro per feit en categorie

1

2

3

4

Nummers S 005 , VA 004 – VV 101: Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)

Categorie-indeling C: (maximum snelheid)

1 – Motorvoertuigen (uitgezonderd categorie 2: vrachtauto's, autobussen en motorvoertuigen met aanhangwagen);

2 – Vrachtauto's, autobussen, als bedrijfsauto aangemerkte kampeerauto's met een toegestane maximum massa van meer dan 3500 kg en motorvoertuigen met aanhangwagen;

3 – Bromfietsen, brommobielen, snorfietsen en gehandicaptenvoertuigen met motor;

4 – Land- of bosbouwtrekkers en motorvoertuigen met beperkte snelheid.

Hoofdstuk 2. Verkeersregels

VIII. Maximumsnelheid

a. Algemeen

als bestuurder niet in staat zijn, zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kan overzien en waarover deze vrij is

19 RVV 1990

S

005

a

– bij snelheden tot en met 80 km/h

280

280

190

Snelheidsoverschrijdingen

Noot

1. * = recidiveregeling snelheid (zie Richtlijn voor strafvordering tarieven en feitomschrijvingen enz.); bij staandehouding wordt bij overschrijding vanaf 50 km/h of 30 km/h (cat. 3) het rijbewijs ingevorderd en dient het proces-verbaal met het proces-verbaal van invordering te worden ingezonden naar het openbaar ministerie.

2. indien bij een feitcode bij het tarief «OBM» staat vermeld dan betreft dit de eis ter zitting voor de eerste overtreding. Naast deze boete dient een OBM ov conform de recidiveregeling snelheidsovertredingen te worden geëist.

b. Binnen de bebouwde kom

overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom

20 sub a RVV 1990 (cat 1/2), 20 sub b en c RVV 1990 (cat 3), 22 sub d en e RVV 1990 (cat 3), 22 sub c RVV 1990 (cat 4)

VA

004

– met 4 km/h

27

46

27

27

VA

005

– met 5 km/h

34

54

34

34

VA

006

– met 6 km/h

40

63

40

40

VA

007

– met 7 km/h

48

75

48

48

VA

008

– met 8 km/h

54

85

54

54

VA

009

– met 9 km/h

63

95

63

63

VA

010

– met 10 km/h

72

107

72

72

VA

011

– met 11 km/h

95

133

95

95

VA

012

– met 12 km/h

105

146

105

105

VA

013

– met 13 km/h

115

158

115

115

VA

014

– met 14 km/h

123

170

123

123

VA

015

– met 15 km/h

133

185

133

133

VA

016

– met 16 km/h

144

195

144

144

VA

017

– met 17 km/h

153

209

153

153

VA

018

– met 18 km/h

165

223

165

165

VA

019

– met 19 km/h

176

241

176

176

VA

020

– met 20 km/h

191

257

191

191

VA

021

– met 21 km/h

203

270

203

203

VA

022

– met 22 km/h

215

283

215

215

VA

023

– met 23 km/h

229

302

229

229

VA

024

– met 24 km/h

241

319

241

241

VA

025

– met 25 km/h

256

337

256

256

VA

026

– met 26 km/h

270

356

270

270

VA

027

– met 27 km/h

287

375

287

287

VA

028

– met 28 km/h

304

394

304

304

VA

029

– met 29 km/h

317

412

317

317

VA

030

– met 30 km/h

334

334

overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom

62 jo. bord A1 (uitgezonderd [30 km/h]) RVV 1990

VB

004

– met 4 km/h

27

46

27

27

VB

005

– met 5 km/h

34

54

34

34

VB

006

– met 6 km/h

40

63

40

40

VB

007

– met 7 km/h

48

75

48

48

VB

008

– met 8 km/h

54

85

54

54

VB

009

– met 9 km/h

63

95

63

63

VB

010

– met 10 km/h

72

107

72

72

VB

011

– met 11 km/h

95

133

95

95

VB

012

– met 12 km/h

105

146

105

105

VB

013

– met 13 km/h

115

158

115

115

VB

014

– met 14 km/h

123

170

123

123

VB

015

– met 15 km/h

133

185

133

133

VB

016

– met 16 km/h

144

195

144

144

VB

017

– met 17 km/h

153

209

153

153

VB

018

– met 18 km/h

165

223

165

165

VB

019

– met 19 km/h

176

241

176

176

VB

020

– met 20 km/h

191

257

191

191

VB

021

– met 21 km/h

203

270

203

203

VB

022

– met 22 km/h

215

283

215

215

VB

023

– met 23 km/h

229

302

229

229

VB

024

– met 24 km/h

241

319

241

241

VB

025

– met 25 km/h

256

337

256

256

VB

026

– met 26 km/h

270

356

270

270

VB

027

– met 27 km/h

287

375

287

287

VB

028

– met 28 km/h

304

394

304

304

VB

029

– met 29 km/h

317

412

317

317

VB

030

– met 30 km/h

334

334

overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom (bord A1 [30 km/h])

62 jo. bord A1 RVV 1990

VS

004

– met 4 km/h

46

102

46

46

VS

005

– met 5 km/h

54

115

54

54

VS

006

– met 6 km/h

63

129

63

63

VS

007

– met 7 km/h

75

144

75

75

VS

008

– met 8 km/h

85

158

85

85

VS

009

– met 9 km/h

95

173

95

95

VS

010

– met 10 km/h

107

187

107

107

VS

011

– met 11 km/h

133

217

133

133

VS

012

– met 12 km/h

146

230

146

146

VS

013

– met 13 km/h

158

246

158

158

VS

014

– met 14 km/h

170

261

170

170

VS

015

– met 15 km/h

185

284

185

185

VS

016

– met 16 km/h

195

304

195

195

VS

017

– met 17 km/h

209

324

209

209

VS

018

– met 18 km/h

223

344

223

223

VS

019

– met 19 km/h

241

367

241

241

VS

020

– met 20 km/h

257

384

257

257

VS

021

– met 21 km/h

270

408

270

270

VS

023

– met 23 km/h

302

302

302

VS

024

– met 24 km/h

319

319

319

VS

025

– met 25 km/h

337

337

337

VS

026

– met 26 km/h

356

356

356

VS

027

– met 27 km/h

375

375

375

VS

028

– met 28 km/h

394

394

394

VS

029

– met 29 km/h

412

412

412

overschrijding van de maximumsnelheid binnen een erf

45 RVV 1990

VV

004

– met 4 km/h

46

102

46

46

VV

005

– met 5 km/h

54

115

54

54

VV

006

– met 6 km/h

63

129

63

63

VV

007

– met 7 km/h

75

144

75

75

VV

008

– met 8 km/h

85

158

85

85

VV

009

– met 9 km/h

95

173

95

95

VV

010

– met 10 km/h

107

187

107

107

VV

011

– met 11 km/h

133

217

133

133

VV

012

– met 12 km/h

146

230

146

146

VV

013

– met 13 km/h

158

246

158

158

VV

014

– met 14 km/h

170

261

170

170

VV

015

– met 15 km/h

185

284

185

185

VV

016

– met 16 km/h

195

304

195

195

VV

017

– met 17 km/h

209

324

209

209

VV

018

– met 18km/h

223

344

223

223

VV

019

– met 19 km/h

241

367

241

241

VV

020

– met 20 km/h

257

384

257

257

VV

021

– met 21 km/h

270

408

270

270

VV

023

– met 23 km/h

302

302

302

VV

024

– met 24 km/h

319

319

319

VV

025

– met 25 km/h

337

337

337

VV

026

– met 26 km/h

356

356

356

VV

027

– met 27 km/h

375

375

375

VV

028

– met 28 km/h

394

394

394

VV

029

– met 29 km/h

412

412

412

overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom

62 jo. bord A3 RVV 1990

VC

004

– met 4 km/h

27

46

27

27

VC

005

– met 5 km/h

34

54

34

34

VC

006

– met 6 km/h

40

63

40

40

VC

007

– met 7 km/h

48

75

48

48

VC

008

– met 8 km/h

54

85

54

54

VC

009

– met 9 km/h

63

95

63

63

VC

010

– met 10 km/h

72

107

72

72

VC

011

– met 11 km/h

95

133

95

95

VC

012

– met 12 km/h

105

146

105

105

VC

013

– met 13 km/h

115

158

115

115

VC

014

– met 14 km/h

123

170

123

123

VC

015

– met 15 km/h

133

185

133

133

VC

016

– met 16 km/h

144

195

144

144

VC

017

– met 17 km/h

153

209

153

153

VC

018

– met 18 km/h

165

223

165

165

VC

019

– met 19 km/h

176

241

176

176

VC

020

– met 20 km/h

191

257

191

191

VC

021

– met 21 km/h

203

270

203

203

VC

022

– met 22 km/h

215

283

215

215

VC

023

– met 23 km/h

229

302

229

229

VC

024

– met 24 km/h

241

319

241

241

VC

025

– met 25 km/h

256

337

256

256

VC

026

– met 26 km/h

270

356

270

270

VC

027

– met 27 km/h

287

375

287

287

VC

028

– met 28 km/h

304

394

304

304

VC

029

– met 29 km/h

317

412

317

317

VC

030

– met 30 km/h

334

334

overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom bij wegwerkzaamheden

62 jo. bord A1 RVV 1990

VD

004

– met 4 km/h

46

102

46

46

VD

005

– met 5 km/h

54

115

54

54

VD

006

– met 6 km/h

63

129

63

63

VD

007

– met 7 km/h

75

144

75

75

VD

008

– met 8 km/h

85

158

85

85

VD

009

– met 9 km/h

95

173

95

95

VD

010

– met 10 km/h

107

187

107

107

VD

011

– met 11 km/h

133

217

133

133

VD

012

– met 12 km/h

146

230

146

146

VD

013

– met 13 km/h

158

246

158

158

VD

014

– met 14 km/h

170

261

170

170

VD

015

– met 15 km/h

185

284

185

185

VD

016

– met 16 km/h

195

304

195

195

VD

017

– met 17 km/h

209

324

209

209

VD

018

– met 18 km/h

223

344

223

223

VD

019

– met 19 km/h

241

367

241

241

VD

020

– met 20 km/h

257

384

257

257

VD

021

– met 21 km/h

270

408

270

270

VD

023

– met 23 km/h

302

302

302

VD

024

– met 24 km/h

319

319

319

VD

025

– met 25 km/h

337

337

337

VD

026

– met 26 km/h

356

356

356

VD

027

– met 27 km/h

375

375

375

VD

028

– met 28 km/h

394

394

394

VD

029

– met 29 km/h

412

412

412

overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom bij wegwerkzaamheden

62 jo. bord A3 RVV 1990

VE

004

– met 4 km/h

46

102

46

46

VE

005

– met 5 km/h

54

115

54

54

VE

006

– met 6 km/h

63

129

63

63

VE

007

– met 7 km/h

75

144

75

75

VE

008

– met 8 km/h

85

158

85

85

VE

009

– met 9 km/h

95

173

95

95

VE

010

– met 10 km/h

107

187

107

107

VE

011

– met 11 km/h

133

217

133

133

VE

012

– met 12 km/h

146

230

146

146

VE

013

– met 13 km/h

158

246

158

158

VE

014

– met 14 km/h

170

261

170

170

VE

015

– met 15 km/h

185

284

185

185

VE

016

– met 16 km/h

195

304

195

195

VE

017

– met 17 km/h

209

324

209

209

VE

018

– met 18 km/h

223

344

223

223

VE

019

– met 19 km/h

241

367

241

241

VE

020

– met 20 km/h

257

384

257

257

VE

021

– met 21 km/h

270

408

270

270

VE

023

– met 23 km/h

302

302

302

VE

024

– met 24 km/h

319

319

319

VE

025

– met 25 km/h

337

337

337

VE

026

– met 26 km/h

356

356

356

VE

027

– met 27 km/h

375

375

375

VE

028

– met 28 km/h

394

394

394

VE

029

– met 29 km/h

412

412

412

c. (Auto)wegen buiten de bebouwde kom

overschrijding van de maximumsnelheid op (auto)wegen buiten de bebouwde kom

21 sub a RVV 1990 (cat 1), 22 sub a, b, f en g RVV 1990 (cat 2), 21 sub b en c RVV 1990 (cat 3), 22 sub d en e RVV 1990 (cat 3), 22 sub c RVV 1990 (cat 4)

VF

004

– met 4 km/h

24

37

24

24

VF

005

– met 5 km/h

32

45

32

32

VF

006

– met 6 km/h

37

53

37

37

VF

007

– met 7 km/h

43

63

43

43

VF

008

– met 8 km/h

50

73

50

50

VF

009

– met 9 km/h

57

79

57

57

VF

010

– met 10 km/h

67

90

67

67

VF

011

– met 11 km/h

90

113

90

90

VF

012

– met 12 km/h

100

121

100

100

VF

013

– met 13 km/h

110

133

110

110

VF

014

– met 14 km/h

117

147

117

117

VF

015

– met 15 km/h

129

158

129

129

VF

016

– met 16 km/h

137

173

137

137

VF

017

– met 17 km/h

147

187

147

147

VF

018

– met 18 km/h

157

198

157

157

VF

019

– met 19 km/h

170

211

170

170

VF

020

– met 20 km/h

183

223

183

183

VF

021

– met 21 km/h

191

241

191

191

VF

022

– met 22 km/h

203

256

203

203

VF

023

– met 23 km/h

215

265

215

215

VF

024

– met 24 km/h

229

283

229

229

VF

025

– met 25 km/h

241

300

241

241

VF

026

– met 26 km/h

256

316

256

256

VF

027

– met 27 km/h

269

334

269

269

VF

028

– met 28 km/h

283

349

283

283

VF

029

– met 29 km/h

300

370

300

300

VF

030

– met 30 km/h

317

384

317

overschrijding van de maximumsnelheid op (auto)wegen buiten de bebouwde kom

62 jo. bord A1 RVV 1990

VG

004

– met 4 km/h

24

37

24

VG

005

– met 5 km/h

32

45

32

VG

006

– met 6 km/h

37

53

37

VG

007

– met 7 km/h

43

63

43

VG

008

– met 8 km/h

50

73

50

VG

009

– met 9 km/h

57

79

57

VG

010

– met 10 km/h

67

90

67

VG

011

– met 11 km/h

90

113

90

VG

012

– met 12 km/h

100

121

100

VG

013

– met 13 km/h

110

133

110

VG

014

– met 14 km/h

117

147

117

VG

015

– met 15 km/h

129

158

129

VG

016

– met 16 km/h

137

173

137

VG

017

– met 17 km/h

147

187

147

VG

018

– met 18 km/h

157

198

157

VG

019

– met 19 km/h

170

211

170

VG

020

– met 20 km/h

183

223

183

VG

021

– met 21 km/h

191

241

191

VG

022

– met 22 km/h

203

256

203

VG

023

– met 23 km/h

215

265

215

VG

024

– met 24 km/h

229

283

229

VG

025

– met 25 km/h

241

300

241

VG

026

– met 26 km/h

256

316

256

VG

027

– met 27 km/h

269

334

269

VG

028

– met 28 km/h

283

349

283

VG

029

– met 29 km/h

300

370

300

VG

030

– met 30 km/h

317

384

overschrijding van de maximumsnelheid op (auto)wegen buiten de bebouwde kom

62 jo. bord A3 RVV 1990

VH

004

– met 4 km/h

24

37

24

VH

005

– met 5 km/h

32

45

32

VH

006

– met 6 km/h

37

53

37

VH

007

– met 7 km/h

43

63

43

VH

008

– met 8 km/h

50

73

50

VH

009

– met 9 km/h

57

79

57

VH

010

– met 10 km/h

67

90

67

VH

011

– met 11 km/h

90

113

90

VH

012

– met 12 km/h

100

121

100

VH

013

– met 13 km/h

110

133

110

VH

014

– met 14 km/h

117

147

117

VH

015

– met 15 km/h

129

158

129

VH

016

– met 16 km/h

137

173

137

VH

017

– met 17 km/h

147

187

147

VH

018

– met 18 km/h

157

198

157

VH

019

– met 19 km/h

170

211

170

VH

020

– met 20 km/h

183

223

183

VH

021

– met 21 km/h

191

241

191

VH

022

– met 22 km/h

203

256

203

VH

023

– met 23 km/h

215

265

215

VH

024

– met 24 km/h

229

283

229

VH

025

– met 25 km/h

241

300

241

VH

026

– met 26 km/h

256

316

256

VH

027

– met 27 km/h

269

334

269

VH

028

– met 28 km/h

283

349

283

VH

029

– met 29 km/h

300

370

300

VH

030

– met 30 km/h

317

384

overschrijding van de maximumsnelheid op (auto)wegen buiten de bebouwde kom bij wegwerkzaamheden

62 jo. bord A1 RVV 1990, 22 sub a, f en g RVV 1990 (cat 2)

VI

004

– met 4 km/h

37

54

37

VI

005

– met 5 km/h

45

67

45

VI

006

– met 6 km/h

53

77

53

VI

007

– met 7 km/h

63

93

63

VI

008

– met 8 km/h

73

105

73

VI

009

– met 9 km/h

79

120

79

VI

010

– met 10 km/h

90

133

90

VI

011

– met 11 km/h

113

163

113

VI

012

– met 12 km/h

121

180

121

VI

013

– met 13 km/h

133

190

133

VI

014

– met 14 km/h

147

211

147

VI

015

– met 15 km/h

158

223

158

VI

016

– met 16 km/h

173

239

173

VI

017

– met 17 km/h

187

257

187

VI

018

– met 18 km/h

198

275

198

VI

019

– met 19 km/h

211

293

211

VI

020

– met 20 km/h

223

311

223

VI

021

– met 21 km/h

241

330

241

VI

022

– met 22 km/h

256

348

256

VI

023

– met 23 km/h

265

369

265

VI

024

– met 24 km/h

283

388

283

VI

025

– met 25 km/h

300

408

300

VI

027

– met 27 km/h

334

334

VI

028

– met 28 km/h

349

349

VI

029

– met 29 km/h

370

370

VI

030

– met 30 km/h

384

overschrijding van de maximumsnelheid op (auto)wegen buiten de bebouwde kom bij wegwerkzaamheden

62 jo. bord A3 RVV 1990, 22 sub a, f en g RVV 1990 (cat 2)

VK

004

– met 4 km/h

37

54

37

VK

005

– met 5 km/h

45

67

45

VK

006

– met 6 km/h

53

77

53

VK

007

– met 7 km/h

63

93

63

VK

008

– met 8 km/h

73

105

73

VK

009

– met 9 km/h

79

120

79

VK

010

– met 10 km/h

90

133

90

VK

011

– met 11 km/h

113

163

113

VK

012

– met 12 km/h

121

180

121

VK

013

– met 13 km/h

133

190

133

VK

014

– met 14 km/h

147

211

147

VK

015

– met 15 km/h

158

223

158

VK

016

– met 16 km/h

173

239

173

VK

017

– met 17 km/h

187

257

187

VK

018

– met 18 km/h

198

275

198

VK

019

– met 19 km/h

211

293

211

VK

020

– met 20 km/h

223

311

223

VK

021

– met 21 km/h

241

330

241

VK

022

– met 22 km/h

256

348

256

VK

023

– met 23 km/h

265

369

265

VK

024

– met 24 km/h

283

388

283

VK

025

– met 25 km/h

300

408

300

VK

027

– met 27 km/h

334

334

VK

028

– met 28 km/h

349

349

VK

029

– met 29 km/h

370

370

VK

030

– met 30 km/h

384

d. Autosnelwegen

overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen buiten de bebouwde kom

21 sub a RVV 1990 (cat 1), 22 sub a, b, f en g RVV 1990 (cat 2)

VL

001

– met 1 km/h

11

VL

002

– met 2 km/h

16

VL

003

– met 3 km/h

20

VL

004

– met 4 km/h

24

32

VL

005

– met 5 km/h

31

39

VL

006

– met 6 km/h

37

49

VL

007

– met 7 km/h

43

59

VL

008

– met 8 km/h

49

67

VL

009

– met 9 km/h

55

75

VL

010

– met 10 km/h

63

86

VL

011

– met 11 km/h

86

110

VL

012

– met 12 km/h

93

121

VL

013

– met 13 km/h

100

131

VL

014

– met 14 km/h

107

139

VL

015

– met 15 km/h

118

151

VL

016

– met 16 km/h

128

163

VL

017

– met 17 km/h

137

176

VL

018

– met 18 km/h

147

191

VL

019

– met 19 km/h

158

203

VL

020

– met 20 km/h

170

215

VL

021

– met 21 km/h

181

229

VL

022

– met 22 km/h

191

241

VL

023

– met 23 km/h

203

256

VL

024

– met 24 km/h

215

270

VL

025

– met 25 km/h

223

283

VL

026

– met 26 km/h

234

302

VL

027

– met 27 km/h

246

319

VL

028

– met 28 km/h

257

334

VL

029

– met 29 km/h

270

349

VL

030

– met 30 km/h

284

370

VL

031

a

– met 31 km/h

292

VL

032

a

– met 32 km/h

304

VL

033

a

– met 33 km/h

323

VL

034

a

– met 34 km/h

339

VL

035

a

– met 35 km/h

348

VL

036

a

– met 36 km/h

367

VL

037

a

– met 37 km/h

384

VL

038

a

– met 38 km/h

396

overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen buiten de bebouwde kom

62 jo. bord A1 RVV 1990

VM

004

– met 4 km/h

24

32

VM

005

– met 5 km/h

31

39

VM

006

– met 6 km/h

37

49

VM

007

– met 7 km/h

43

59

VM

008

– met 8 km/h

49

67

VM

009

– met 9 km/h

55

75

VM

010

– met 10 km/h

63

86

VM

011

– met 11 km/h

86

110

VM

012

– met 12 km/h

93

121

VM

013

– met 13 km/h

100

131

VM

014

– met 14 km/h

107

139

VM

015

– met 15 km/h

118

151

VM

016

– met 16 km/h

128

163

VM

017

– met 17 km/h

137

176

VM

018

– met 18 km/h

147

191

VM

019

– met 19 km/h

158

203

VM

020

– met 20 km/h

170

215

VM

021

– met 21 km/h

181

229

VM

022

– met 22 km/h

191

241

VM

023

– met 23 km/h

203

256

VM

024

– met 24 km/h

215

270

VM

025

– met 25 km/h

223

283

VM

026

– met 26 km/h

234

302

VM

027

– met 27 km/h

246

319

VM

028

– met 28 km/h

257

334

VM

029

– met 29 km/h

270

349

VM

030

– met 30 km/h

284

370

VM

031

a

– met 31 km/h

292

VM

032

a

– met 32 km/h

304

VM

033

a

– met 33 km/h

323

VM

034

a

– met 34 km/h

339

VM

035

a

– met 35 km/h

348

VM

036

a

– met 36 km/h

367

VM

037

a

– met 37 km/h

384

VM

038

a

– met 38 km/h

396

overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen buiten de bebouwde kom

62 jo. bord A3 RVV 1990

VN

004

– met 4 km/h

24

32

VN

005

– met 5 km/h

31

39

VN

006

– met 6 km/h

37

49

VN

007

– met 7 km/h

43

59

VN

008

– met 8 km/h

49

67

VN

009

– met 9 km/h

55

75

VN

010

– met 10 km/h

63

86

VN

011

– met 11 km/h

86

110

VN

012

– met 12 km/h

93

121

VN

013

– met 13 km/h

100

131

VN

014

– met 14 km/h

107

139

VN

015

– met 15 km/h

118

151

VN

016

– met 16 km/h

128

163

VN

017

– met 17 km/h

137

176

VN

018

– met 18 km/h

147

191

VN

019

– met 19 km/h

158

203

VN

020

– met 20 km/h

170

215

VN

021

– met 21 km/h

181

229

VN

022

– met 22 km/h

191

241

VN

023

– met 23 km/h

203

256

VN

024

– met 24 km/h

215

270

VN

025

– met 25 km/h

223

283

VN

026

– met 26 km/h

234

302

VN

027

– met 27 km/h

246

319

VN

028

– met 28 km/h

257

334

VN

029

– met 29 km/h

270

349

VN

030

– met 30 km/h

284

370

VN

031

a

– met 31 km/h

292

VN

032

a

– met 32 km/h

304

VN

033

a

– met 33 km/h

323

VN

034

a

– met 34 km/h

339

VN

035

a

– met 35 km/h

348

VN

036

a

– met 36 km/h

367

VN

037

a

– met 37 km/h

384

VN

038

a

– met 38 km/h

396

overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen buiten de bebouwde kom bij wegwerkzaamheden

62 jo. bord A1 RVV 1990, 22 sub a, f en g RVV 1990 (cat 2)

VO

004

– met 4 km/h

32

50

VO

005

– met 5 km/h

39

62

VO

006

– met 6 km/h

49

74

VO

007

– met 7 km/h

59

86

VO

008

– met 8 km/h

67

100

VO

009

– met 9 km/h

75

113

VO

010

– met 10 km/h

86

127

VO

011

– met 11 km/h

110

157

VO

012

– met 12 km/h

121

170

VO

013

– met 13 km/h

131

187

VO

014

– met 14 km/h

139

200

VO

015

– met 15 km/h

151

215

VO

016

– met 16 km/h

163

230

VO

017

– met 17 km/h

176

247

VO

018

– met 18 km/h

191

261

VO

019

– met 19 km/h

203

283

VO

020

– met 20 km/h

215

297

VO

021

– met 21 km/h

229

310

VO

022

– met 22 km/h

241

334

VO

023

– met 23 km/h

256

349

VO

024

– met 24 km/h

270

370

VO

025

– met 25 km/h

283

389

VO

026

– met 26 km/h

302

408

VO

027

– met 27 km/h

319

VO

028

– met 28 km/h

334

VO

029

– met 29 km/h

349

VO

030

– met 30 km/h

370

overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen buiten de bebouwde kom bij wegwerkzaamheden

62 jo. bord A3 RVV 1990, 22 sub a, f en g RVV 1990 (cat 2)

VP

004

– met 4 km/h

32

50

VP

005

– met 5 km/h

39

62

VP

006

– met 6 km/h

49

74

VP

007

– met 7 km/h

59

86

VP

008

– met 8 km/h

67

100

VP

009

– met 9 km/h

75

113

VP

010

– met 10 km/h

86

127

VP

011

– met 11 km/h

110

157

VP

012

– met 12 km/h

121

170

VP

013

– met 13 km/h

131

187

VP

014

– met 14 km/h

139

200

VP

015

– met 15 km/h

151

215

VP

016

– met 16 km/h

163

230

VP

017

– met 17 km/h

176

247

VP

018

– met 18 km/h

191

261

VP

019

– met 19 km/h

203

283

VP

020

– met 20 km/h

215

297

VP

021

– met 21 km/h

229

310

VP

022

– met 22 km/h

241

334

VP

023

– met 23 km/h

256

349

VP

024

– met 24 km/h

270

370

VP

025

– met 25 km/h

283

389

VP

026

– met 26 km/h

302

408

VP

027

– met 27 km/h

319

VP

028

– met 28 km/h

334

VP

029

– met 29 km/h

349

VP

030

– met 30 km/h

370

Maatregel na ernstige verstoring olie-aanvoer

overschrijding van de door de Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vastgestelde maximumsnelheid op autosnelwegen bij ernstige verstoring van de olieaanvoer

86b jo. 86a RVV 1990

VR

004

– met 4 km/h

27

VR

005

– met 5 km/h

34

VR

006

– met 6 km/h

40

VR

007

– met 7 km/h

48

VR

008

– met 8 km/h

54

VR

009

– met 9 km/h

63

VR

010

– met 10 km/h

72

VR

011

– met 11 km/h

95

VR

012

– met 12 km/h

105

VR

013

– met 13 km/h

115

VR

014

– met 14 km/h

123

VR

015

– met 15 km/h

133

VR

016

– met 16 km/h

144

VR

017

– met 17 km/h

153

VR

018

– met 18 km/h

165

VR

019

– met 19 km/h

176

VR

020

– met 20 km/h

191

VR

021

– met 21 km/h

203

VR

022

– met 22 km/h

215

VR

023

– met 23 km/h

229

VR

024

– met 24 km/h

241

VR

025

– met 25 km/h

256

VR

026

– met 26 km/h

270

VR

027

– met 27 km/h

287

VR

028

– met 28 km/h

304

VR

029

– met 29 km/h

317

VR

030

– met 30 km/h

334

Feit

Overtreden artikel

Tarief in euro per feit en categorie

1

2

3

4

5

6

7

8

Nummers R 302 – R 631: Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)

Categorie-indeling B:

1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;

2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;

3 – Bromfietsers en snorfietsers;

4 – Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor;

5 – Voetgangers;

6 – Overige weggebruikers;

7 – Schippers;

8 – Een ieder.

NB 1 De categorieën 1 tot en met 4 gelden in voorkomend geval mede voor bestuurders van één van de op die categorieën betrekking hebbende voertuigen, indien daarmee een aanhangwagen wordt voortbewogen. Dit geldt eveneens voor geparkeerde aanhangwagens indien deze door een onder één van deze categorieën vallende bestuurders is geparkeerd.

NB 2 Op basis van artikel 2a RVV 1990 zijn, tenzij anders bepaald, voor brommobielen en bestuurders en passagiers van brommobielen de regels betreffende motorvoertuigen van toepassing. Voor de feitcodes waar dit op van toepassing is moet in geval van een overtreding met een brommobiel of door een bestuurder van een brommobiel gepleegde overtreding in plaats van motorvoertuig brommobiel worden gelezen

Hoofdstuk 2. Verkeersregels

I. Plaats op de weg

R

301

als bestuurder van een motorvoertuig niet zoveel mogelijk rechts houden op een autoweg of autosnelweg

3 lid 1 RVV 1990

140

140

R

303

a

als bestuurder van een voertuig niet zoveel mogelijk rechts houden op een andere weg dan autoweg of autosnelweg

3 lid 1 RVV 1990

240

240

160

95

95

R

305

als voetganger niet het voetpad of trottoir gebruiken

4 lid 1 RVV 1990

40

R

306

als voetganger bij gebreke van een voetpad of trottoir niet het fietspad of het fiets/bromfietspad gebruiken

4 lid 2 RVV 1990

40

R

307

als voetganger bij gebreke van een voetpad, een trottoir en een fietspad of fiets/bromfietspad niet de berm of de uiterste zijde van de rijbaan gebruiken

4 lid 3 RVV 1990

40

R

324

als persoon die zich verplaatst met behulp van een voorwerp, niet zijnde een voertuig, niet het fietspad, het fiets/bromfietspad, het trottoir of het voetpad gebruiken

4 lid 4 RVV 1990

40

R

308

als (snor)fietser niet het verplichte fietspad of fiets/bromfietspad gebruiken

5 lid 1 RVV 1990

95

55

R

309

als (snor)fietser bij gebreke van een verplicht fietspad of fiets/bromfietspad niet de rijbaan gebruiken

5 lid 2 RVV 1990

95

55

R

312

b

als snorfietser met ingeschakelde verbrandingsmotor het onverplichte fietspad gebruiken

5 lid 3 RVV 1990

95

R

312

c

als bestuurder van een snorfiets niet de rijbaan gebruiken terwijl dit bij verkeersbesluit, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de wet, is bepaald en dit bij het verkeersteken dat het verplichte fietspad aangeeft met een onderbord is aangeduid

5 lid 8 RVV 1990

95

R

310

als bromfietser niet het fiets/bromfietspad gebruiken

6 lid 1 RVV 1990

95

R

311

als bromfietser niet de rijbaan gebruiken bij ontbreken van een fiets/bromfietspad (bord G12a)

6 lid 2 RVV 1990

95

R

311

a

als bestuurder van een bromfiets op meer dan twee wielen of een bromfiets met aanhangwagen, die met inbegrip van de lading breder is dan 0,75 m, niet de rijbaan gebruiken

6 lid 3 RVV 1990

95

R

313

als ruiter niet het ruiterpad gebruiken

8 lid 1 RVV 1990

55

R

314

als ruiter bij gebreke van een ruiterpad niet de berm of de rijbaan gebruiken

8 lid 2 RVV 1990

55

als bestuurder van een motorvoertuig niet de rijbaan gebruiken

10 lid 1 RVV 1990

R

315

a

– door te rijden over het trottoir, het voetpad, het fietspad, het fiets/bromfietspad of het ruiterpad

140

140

140

R

315

b

– door stil te staan op het trottoir, het voetpad, het fietspad, het fiets/bromfietspad of het ruiterpad

95

95

95

R

316

als bestuurder van een bespannen wagen niet de rijbaan gebruiken

10 lid 1 RVV 1990

55

R

317

als bestuurder van een onbespannen wagen niet de rijbaan gebruiken

10 lid 1 RVV 1990

55

R

319

als bestuurder van een motorvoertuig een met een doorgetrokken streep gemarkeerde fietsstrook gebruiken

10 lid 2 RVV 1990

140

140

R

323

als bromfietser een met een doorgetrokken streep gemarkeerde fietsstrook gebruiken

10 lid 2 RVV 1990

95

II. Inhalen

R

326

als bestuurder niet links inhalen

11 lid 1 RVV 1990

240

240

160

95

95

IV. Oprijden van kruispunten

R

331

als bestuurder een kruispunt blokkeren

14 RVV 1990

240

240

160

95

95

V. Verlenen van voorrang

R

336

als bestuurder op een kruispunt geen voorrang verlenen aan bestuurders van rechts

15 lid 1 RVV 1990

240

240

160

95

95

R

337

als bestuurder op een onverharde weg geen voorrang verlenen aan bestuurders op een verharde weg

15 lid 2 sub a RVV 1990

240

240

160

95

95

R

338

als bestuurder geen voorrang verlenen aan bestuurders van een tram

15 lid 2 sub b RVV 1990

240

240

160

95

95

R

340

a

als weggebruiker een overweg opgaan, terwijl men niet direct kan doorgaan en de overweg niet geheel vrij kan maken

15a lid 1 RVV 1990

240

240

160

95

95

VI. Doorsnijden militaire kolonnes en uitvaartstoeten van motorvoertuigen

R

341

als weggebruiker een militaire kolonne doorsnijden

16 RVV 1990

95

95

65

35

25

35

R

342

als weggebruiker een uitvaartstoet van motorvoertuigen doorsnijden

16 RVV 1990

95

95

65

35

25

35

VII. Afslaan

R

346

als bestuurder afslaan zonder een teken met de richtingaanwijzer of met de arm te geven

17 lid 2 RVV 1990

95

95

65

35

35

R

347

a

als bestuurder bij het afslaan niet het verkeer voor laten gaan, dat hem op dezelfde weg tegemoet komt

18 lid 1 RVV 1990

240

240

160

95

95

R

347

b

als bestuurder bij het afslaan niet het verkeer voor laten gaan, dat zich naast dan wel links dicht achter hem bevindt

18 lid 1 RVV 1990

240

240

160

95

95

R

347

c

als bestuurder bij het afslaan niet het verkeer voor laten gaan, dat zich naast dan wel rechts dicht achter hem bevindt

18 lid 1 RVV 1990

240

240

160

95

95

R

348

als bestuurder links afslaan zonder tegemoetkomende bestuurders die op hetzelfde kruispunt rechts afslaan, voor te laten gaan

18 lid 2 RVV 1990

240

240

160

95

95

Noot stilstaan en parkeren:

In dit onderdeel zijn tevens enkele parkeerfeiten uit de plaatselijke verordeningen en de WVW 1994 opgenomen.

IX. Stilstaan

R

395

een voertuig op een zodanige wijze laten staan waardoor op de weg gevaar wordt/kan worden veroorzaakt, dan wel het verkeer wordt/kan worden gehinderd

5 WVW 1994

140

140

95

55

55

als bestuurder een voertuig laten stilstaan

23 lid 1

R

396

a

– op een kruispunt

sub a RVV 1990

140

140

55

R

396

b

– op een fietsstrook

sub b RVV 1990

95

95

35

R

396

c

– op de rijbaan langs een fietsstrook

sub b RVV 1990

95

95

35

R

396

d

– op een oversteekplaats of binnen een afstand van vijf meter daarvan

sub c RVV 1990

95

95

35

R

396

e

– in een tunnel

sub d RVV 1990

95

95

35

R

396

f

– bij een bord bushalte ter hoogte van de geblokte markering

sub e RVV 1990

95

95

35

R

396

g

– bij een bord bushalte op een afstand van minder dan twaalf meter van dat bord terwijl de geblokte markering niet is aangebracht

sub e RVV 1990

95

95

35

R

396

h

– op de rijbaan langs een busstrook

sub f RVV 1990

95

95

35

R

396

i

– langs een gele doorgetrokken streep

62 jo. 23 lid 1 sub g RVV 1990

95

95

35

R

396

j

– op een overweg

23 lid 1 sub a RVV 1990

95

95

35

X. Parkeren

als bestuurder een voertuig parkeren

24 lid 1

R

397

a

– bij een kruispunt op een afstand van minder dan vijf meter daarvan

sub a RVV 1990

95

95

35

R

397

b

– voor een inrit of uitrit

sub b RVV 1990

95

95

35

R

397

c

– buiten de bebouwde kom op de rijbaan van een voorrangsweg

sub c RVV 1990

95

95

35

R

397

d

– op een parkeergelegenheid terwijl blijkens de aanduiding op of onder het bord, dat voertuig niet behoort tot de aangegeven categorie of groep voertuigen

sub d RVV 1990

95

95

35

R

397

e

– op een parkeergelegenheid, terwijl blijkens de aanduiding op het bord of op het onderbord, dat voertuig staat geparkeerd op een andere dan de aangegeven wijze

sub d RVV 1990

95

95

35

R

397

ea

– op een parkeergelegenheid, terwijl blijkens de aanduiding op het bord of op het onderbord, dat voertuig staat geparkeerd met een ander doel dan de aangegeven wijze

sub d RVV 1990

95

95

35

R

397

f

– op een parkeergelegenheid, terwijl dat voertuig staat geparkeerd op dagen of uren waarop dit blijkens het onderbord is verboden

sub d RVV 1990

95

95

35

R

397

g

– langs een gele onderbroken streep

sub e RVV 1990

95

95

35

R

397

h

– op een gelegenheid bestemd voor onmiddellijk laden en lossen van goederen

sub f RVV 1990

95

95

35

R

397

i

– op een parkeerplaats voor vergunninghouders aangeduid door verkeersbord E9, zonder dat voor dat voertuig een vergunning tot parkeren op die plaats was verleend

sub g RVV 1990

95

95

35

R

397

j

– op een parkeergelegenheid aangeduid door één van de borden E4 tot en met E10, E12 of E13 van de bijlage I buiten de aangegeven parkeervakken

24 lid 4 RVV 1990

95

95

35

R

398

als bestuurder een voertuig dubbel parkeren

24 lid 3 RVV 1990

95

95

35

als bestuurder van een motorvoertuig op meer dan twee wielen parkeren op plaatsen die zijn voorzien van een blauwe streep, terwijl

R

400

ae

– dat motorvoertuig niet is voorzien van een duidelijk zichtbare achter de voorruit geplaatste parkeerschijf

25 lid 2 RVV 1990

95

R

400

af

– dat motorvoertuig niet is voorzien van een parkeerschijf, waarop aan de getoonde zijde slechts één kalenderuren aanduidende cijferreeks staat die vanaf het begin van het parkeren in duidelijk leesbare cijfers tegen een contrasterende achtergrond in hele of halve uren het tijdstip weergeeft waarop met het parkeren is begonnen

25 lid 3 RVV 1990

95

R

400

ab

– de toegestane parkeerduur is verstreken

25 lid 4 RVV 1990

95

R

401

als bestuurder een voertuig parkeren in een parkeerschijfzone (geldt niet voor parkeerplaatsen, die als zodanig zijn aangeduid of aangegeven of die zijn voorzien van een blauwe streep)

25 lid 1 RVV 1990

95

95

35

R

402

b

als bestuurder op een gehandicaptenparkeerplaats parkeren anders dan met een motorvoertuig op meer dan twee wielen waarin duidelijk zichtbaar is aangebracht een geldige gehandicaptenparkeerkaart

26 lid 1 RVV 1990

380

380

150

R

402

c

als bestuurder op een gehandicaptenparkeerplaats parkeren anders dan met een voertuig dat voor die gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats bestemd is

26 lid 1 RVV 1990

380

380

150

R

402

d

als bestuurder op een gehandicaptenparkeerplaats parkeren anders dan dat het parkeren rechtstreeks verband houdt met het vervoer van een gehandicapte

26 lid 1 RVV 1990

380

380

150

150

R

403

a

als bestuurder een motorvoertuig op meer dan twee wielen parkeren bij een parkeermeter tijdens een aangegeven tijdvak, terwijl de parkeermeter niet in werking is gesteld of aangeeft dat de parkeerduur is verstreken

Pl.V

95

R

403

b

als bestuurder een motorvoertuig op meer dan twee wielen parkeren bij een parkeermeter tijdens een aangegeven tijdvak, terwijl aldaar reeds een motorvoertuig staat geparkeerd

Pl.V

95

R

405

als bestuurder een motorvoertuig op twee wielen, een bromfiets dan wel een fiets parkeren op een parkeervak behorende bij een parkeermeter

Pl.V

95

65

35

R

406

een voertuig doen of laten staan in een park of plantsoen, op openbare beplantingen of groenstroken

Pl.V

95

95

35

R

406

a

een recreatiegebied gebruiken in strijd met de bepalingen geldend voor dat gebied door het parkeren of aanwezig hebben van een voertuig

Pl. V

95

95

35

als bestuurder een voertuig parkeren op een parkeerterrein waar dit slechts met gebruikmaking van een ter plaatse aangebrachte parkeerautomaat is toegestaan

Pl.V

R

409

a

– anders dan voorzien van een door de parkeerautomaat afgegeven parkeerkaart, aangebracht op de voorgeschreven wijze

95

95

35

R

409

b

– terwijl de op de parkeerkaart aangegeven parkeertijd is verstreken

95

95

35

R

409

c

– zonder de aangebrachte parkeerautomaat in werking te stellen

95

95

35

R

409

d

– terwijl de op de parkeerautomaat aangegeven parkeertijd is verstreken

95

95

35

een voertuig dat, met inbegrip van de lading

Pl.V

R

414

a

– langer is dan 6 meter of hoger is dan 2,4 meter parkeren op een plaats, die als schadelijk voor het aanzien van de gemeente is aangewezen

95

35

R

414

b

– langer is dan 6 meter, buiten de vastgestelde tijden, parkeren op een aangewezen weg, waar dit parkeren buitensporig is met het oog op de verdeling van de beschikbare parkeerruimte

95

35

R

414

c

– langer is dan 6 m of hoger is dan 2,4 m zodanig parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of op andere wijze hinder/overlast wordt aangedaan

95

35

R

493

een geparkeerd voertuig op een aangewezen weg of weggedeelte, waar dit niet is toegestaan, te koop aanbieden of verhandelen

Pl.V

190

190

190

R

494

een defect voertuig langer dan de vastgestelde termijn op een weg parkeren

Pl.V

95

95

95

R

495

een kampeerwagen, caravan, magazijnwagen, keetwagen, aanhangwagen of ander dergelijk voertuig op een aangewezen weg waar dit niet is toegestaan, langer dan de vastgestelde termijn te plaatsen of hebben

Pl.V

95

95

95

R

496

een voertuig dat is voorzien van een aanduiding van handelsreclame op een weg parkeren met als doel handelsreclame te maken

Pl.V

190

190

190

R

592

a

als bestuurder van een voertuig parkeren op een parkeerplaats voor vergunninghouders in strijd met de aan de parkeervergunning verbonden voorwaarden

Pl.V

95

95

35

XI. Het plaatsen van fietsen en bromfietsen

R

412

b

een bromfiets plaatsen anders dan op het trottoir, voetpad, in de berm of door het bevoegde gezag aangewezen plaatsen

27 RVV 1990

65

XII. Signalen

R

418

als bestuurder van een motorvoertuig geen geel of groen zwaai-, flits- of knipperlicht voeren bij werkzaamheden en omstandigheden, waarbij dit, ingevolge artikel 6 van de Regeling optische en geluidssignalen, verplicht is indien de kans bestaat dat dit motorvoertuig niet tijdig wordt opgemerkt

30 lid 1 RVV 1990

95

95

R

419

signalen geven in andere gevallen of op andere wijze dan is toegestaan

31 RVV 1990

95

95

65

35

35

95

XIII. Gebruik van lichten tijdens het rijden

als bestuurder van een motorvoertuig, bromfiets, snorfiets, een gehandicaptenvoertuig dat is uitgerust met een verbrandingsmotor, of een gehandicaptenvoertuig dat is uitgerust met een elektromotor en voorzien van een gesloten carrosserie, geen dim- of grootlicht voeren

32 lid 1 RVV 1990

R

421

a

– bij nacht, binnen de bebouwde kom

95

95

65

35

R

421

b

– bij nacht, buiten de bebouwde kom

140

140

95

55

R

421

c

– bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd

140

140

95

55

R

425

als bestuurder van een motorvoertuig, bromfietser, snorfietser of als bestuurder van een gehandicaptenvoertuig groot licht voeren bij dag, bij het tegenkomen van een andere weggebruiker, dan wel bij het op korte afstand volgen van een ander voertuig

32 lid 2 RVV 1990

140

140

95

55

als bestuurder van een motorvoertuig, bromfietser, snorfietser of als bestuurder van een gehandicaptenvoertuig rijden terwijl niet gelijktijdig met het groot licht, het dimlicht, het stadslicht of het mistlicht, het achterlicht brandt

32 lid 3 RVV 1990

R

426

a

– bij nacht, binnen de bebouwde kom

95

95

65

35

R

426

b

– bij nacht, buiten de bebouwde kom

140

140

95

55

R

426

c

– bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd

140

140

95

55

als bestuurder rijden terwijl niet gelijktijdig met het groot licht, het dimlicht, het stadslicht of het mistlicht, de verlichting van de achterkentekenplaat brandt

R

428

a

– van een motorvoertuig

32 lid 3 RVV 1990

45

45

R

428

b

– van een motorvoertuig met aanhangwagen

33 RVV 1990

45

45

als bestuurder van een motorvoertuig met aanhangwagen geen achterlicht voeren

33 RVV 1990

R

431

d

– bij nacht, binnen de bebouwde kom

95

95

R

431

e

– bij nacht, buiten de bebouwde kom

140

140

R

431

f

– bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd

140

140

als bestuurder van een motorvoertuig met aanhangwagen niet in de Regeling Voertuigen voorgeschreven stadslicht voeren

33 RVV 1990

R

432

d

– bij nacht, binnen de bebouwde kom

95

95

R

432

e

– bij nacht, buiten de bebouwde kom

140

140

R

432

f

– bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd

140

140

R

434

als bestuurder van een motorvoertuig of een gehandicaptenvoertuig anders dan bij mist, sneeuwval of regen, die het zicht ernstig belemmert mistlicht(en) aan de voorzijde voeren

34 lid 1 RVV 1990

95

95

65

35

R

436

als bestuurder van een motorvoertuig of een gehandicaptenvoertuig mistachterlicht voeren, indien het zicht door mist of sneeuwval niet beperkt is tot een afstand van minder dan 50 meter

34 lid 2 RVV 1990

140

140

95

55

bij nacht of bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd geen voor- en achterlicht voeren

R

438

i

– als bestuurder van een wagen

35b lid 1 RVV 1990

35

R

438

j

– als bestuurder van een gehandicaptenvoertuig zonder motor, gebruikmakend van de rijbaan of het fiets-/bromfietspad

35b lid 2 RVV 1990

35

als fietser bij nacht of dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd

R

438

k

– geen voortdurend voor tegemoetkomende weggebruikers zichtba(a)r(e) wit(te)- of ge(e)l(e) licht(en) aan de voorzijde voeren en/of voortdurend voor van achteren naderende weggebruikers zichtbaar rood licht aan de achterzijde voeren

35 en 35a RVV 1990

55

R

438

l

– verblindend wit of geel licht aan de voorzijde voeren

35a lid 1 RVV 1990

55

R

438

m

– knipperende verlichting voeren

35a lid 2 RVV 1990

55

als bestuurder van een snorfiets, zijnde een bromfiets als bedoeld in artikel 1, lid 1, onderdeel e, subonderdeel d, van de wet bij nacht of dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd

R

438

n

– geen voortdurend voor tegemoetkomende weggebruikers zichtba(a)r(e) wit(te)- of ge(e)l(e) licht(en) aan de voorzijde voeren en/of voortdurend voor van achteren naderende weggebruikers zichtbaar rood licht aan de achterzijde voeren

35 c jo. 35 en 35a RVV 1990

65

R

438

o

– verblindend wit of geel licht aan de voorzijde voeren

35c jo. 35a lid 1 RVV 1990

65

R

438

p

– knipperende verlichting voeren

35c jo. 35a lid 2 RVV 1990

65

bij nacht of bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd niet een lantaarn meevoeren die naar voren wit of geel licht en naar achteren rood licht straalt

36 RVV 1990

R

445

c

– als ruiter

35

R

445

d

– als geleider van rij-, trekdieren of vee

35

XIV. Gebruik van lichten tijdens het stilstaan

bij nacht of bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd buiten de bebouwde kom op de rijbaan en op langs autosnelwegen en autowegen gelegen parkeerstroken, parkeerhavens, vluchtstroken en vluchthavens geen stadslicht en achterlicht voeren

R

451

c

– als bestuurder van een stilstaand motorvoertuig

38 RVV 1990

140

R

451

d

– op een stilstaande aanhangwagen

39 RVV 1990

140

R

453

bij nacht of bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd op de rijbaan buiten de bebouwde kom geen voor- en achterlicht voeren op een stilstaande wagen

40 RVV 1990

55

XV. Bijzondere lichten

R

458

als bestuurder van een motorvoertuig tegelijk met enig ander licht aan de voorzijde dagrijlicht voeren

41 lid 1 RVV 1990

140

140

als bestuurder van een motorvoertuig aan de voorzijde naast het dimlicht of het mistlicht andere verlichting voeren dan bochtlicht, hoeklicht, richtlicht, manoeuvreerlichten voor zover niet sneller wordt gereden dan 10 km/h, markeringslichten of staaklichten

41 lid 2 RVV 1990

R

456

a

– bij nacht

140

140

R

456

b

– bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd

140

140

R

459

als bestuurder een verlicht transparant voeren vanuit een ander voertuig of op andere wijze dan genoemd

41a lid 5 RVV 1990

140

140

95

55

55

140

XVI. Autosnelwegen en autowegen

a. Autosnelwegen

R

461

a

anders dan als bestuurder van een motorvoertuig waarmee sneller mag en kan worden gereden dan 60 kilometer per uur, een autosnelweg gebruiken

42 lid 1 RVV 1990

150

110

150

380

behoudens in noodgevallen als weggebruiker op een autosnelweg

43 lid 3 RVV 1990

R

465

b

– gebruik maken van de berm

140

140

R

465

c

– op de vluchtstrook of vluchthaven stilstaan

240

240

R

466

als bestuurder van een samenstel van voertuigen dat langer is dan 7 meter, op een autosnelweg met drie of meer rijstroken in dezelfde richting een andere dan de twee meest rechts gelegen rijstroken gebruiken

43 lid 4 RVV 1990

240

R

467

als bestuurder van een vrachtauto, op een autosnelweg met drie of meer rijstroken in dezelfde richting een andere dan de twee meest rechts gelegen rijstroken gebruiken

43 lid 4 RVV 1990

240

b. Autowegen

R

468

a

anders dan als bestuurder van een motorvoertuig waarmee sneller mag en kan worden gereden dan 50 kilometer per uur, een autoweg gebruiken

42 lid 2 RVV 1990

150

110

150

380

behoudens in noodgevallen als weggebruiker op een autoweg

43 lid 3 RVV 1990

R

472

b

– gebruik maken van de berm

140

140

R

472

c

– op de vluchtstrook of vluchthaven stilstaan

240

240

XVII. Erven

R

478

als bestuurder een motorvoertuig binnen een erf parkeren anders dan op parkeerplaatsen die als zodanig zijn aangeduid of aangegeven

46 RVV 1990

95

95

XX. Voorrangsvoertuigen

R

486

als weggebruiker een voorrangsvoertuig niet voor laten gaan

50 RVV 1990

240

240

160

95

70

95

XXI. Loslopend vee

R

491

rij-, trekdieren of vee zonder toezicht op de weg los laten lopen

51 lid 1 RVV 1990

140

XXII. In- en uitstappende passagiers

R

492

als bestuurder een tram of autobus voorbij rijden aan de zijde waar passagiers in- en uitstappen zonder hen daartoe de gelegenheid te geven

52 RVV 1990

380

380

260

150

150

XXIII. Slepen

R

501

als bestuurder van een motorvoertuig een ander motorvoertuig slepen, terwijl de onderlinge afstand meer dan vijf meter bedraagt

53 RVV 1990

95

95

XXIV. Bijzondere manoeuvres

R

505

als bestuurder wegrijden zonder het overige verkeer voor te laten gaan

54 RVV 1990

240

240

160

95

95

R

506

als bestuurder achteruitrijden zonder het overige verkeer voor te laten gaan

54 RVV 1990

240

240

160

95

95

R

507

als bestuurder uit een uitrit de weg oprijden zonder het overige verkeer voor te laten gaan

54 RVV 1990

240

240

160

95

95

R

508

als bestuurder vanaf een weg een inrit oprijden zonder het overige verkeer voor te laten gaan

54 RVV 1990

240

240

160

95

95

R

509

als bestuurder keren zonder het overige verkeer voor te laten gaan

54 RVV 1990

240

240

160

95

95

R

510

als bestuurder van de invoegstrook de doorgaande rijbaan oprijden zonder het overige verkeer voor te laten gaan

54 RVV 1990

240

240

160

95

95

R

511

als bestuurder van de doorgaande rijbaan de uitrijstrook oprijden zonder het overige verkeer voor te laten gaan

54 RVV 1990

240

240

160

95

95

R

512

als bestuurder van rijstrook wisselen zonder het overige verkeer voor te laten gaan

54 RVV 1990

240

240

160

95

95

R

513

als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij het wegrijden geen teken met de richtingaanwijzer of arm geven

55 RVV 1990

95

95

65

R

514

als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij het inhalen van een ander voertuig geen teken met de richtingaanwijzer of arm geven

55 RVV 1990

95

95

65

R

515

als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij het oprijden van de doorgaande rijbaan geen teken met de richtingaanwijzer of arm geven

55 RVV 1990

95

95

65

R

516

als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij het verlaten van de doorgaande rijbaan geen teken met de richtingaanwijzer of arm geven

55 RVV 1990

95

95

65

R

517

als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij het wisselen van rijstrook geen teken met de richtingaanwijzer of arm geven

55 RVV 1990

95

95

65

R

518

als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij een andere belangrijke zijdelingse verplaatsing geen teken met de richtingaanwijzer of arm geven

55 RVV 1990

95

95

65

R

519

als bestuurder binnen de bebouwde kom geen gelegenheid geven aan een autobus weg te rijden van een halte wanneer de bestuurder van die autobus door het geven van een teken met zijn richtingaanwijzer zijn voornemen daartoe kenbaar maakt

56 lid 1 RVV 1990

140

140

95

55

55

XXV. Onnodig geluid

R

522

als bestuurder van een motorvoertuig, als bromfietser of snorfietser onnodig geluid veroorzaken met dat voertuig

57 RVV 1990

380

380

260

XXVI. Gevarendriehoek

R

526

het niet plaatsen van een gevarendriehoek in de voorgeschreven gevallen, op de voorgeschreven wijze bij een stilstaand motorvoertuig op meer dan twee wielen en aanhangwagens, zijnde een obstakel, terwijl geen knipperend waarschuwingslicht wordt gevoerd

58 RVV 1990

140

140

XXVI a. Zitplaatsen

R

530

a

tijdens deelname aan het verkeer als bestuurder of passagier niet op de voor hem/haar bestemde zitplaats zitten en/of als bestuurder (een) passagier(s) vervoeren terwijl deze/die niet op de voor hem/hen bestemde zitplaats zit(ten)

58a lid 1 en lid 4 RVV 1990

140

140

95

55

140

R

530

b

als bromfietser of fietser een passagier jonger dan acht jaar vervoeren anders dan op een doelmatige en veilige voorziening met voldoende steun voor rug, handen en voeten

58a lid 3 en 4 RVV 1990

95

55

XXVII. Autogordels en kinderbeveiligingssystemen

R

533

als bestuurder of passagier van een personenauto, bedrijfsauto, een driewielig motorvoertuig met gesloten carrosserie of een brommobiel geen gebruik maken van de voor hen beschikbare autogordel

59 lid 1 RVV 1990

140

140

140

als bestuurder van een personenauto, bedrijfsauto, een driewielig motorvoertuig met gesloten carrosserie of een brommobiel

R

535

f

– (een) passagier(s) jonger dan 12 jaar en korter dan 1.35 meter vervoeren, zonder dat gebruik wordt gemaakt van een voor hem/hen geschikt en goedgekeurd kinderbeveiligingssysteem

59 lid 8 jo. 59 lid 1 RVV 1990

140

R

535

k

– (een) passagier(s) jonger dan 12 jaar en met een lengte van 1.35 meter of meer vervoeren, zonder dat gebruik wordt gemaakt van een voor hem/hen beschikbare autogordel

59 lid 8 jo. 59 lid 1 RVV 1990

140

R

535

g

– op de voorste zitplaats (een) passagier(s) in de leeftijd van 3 tot 18 jaar en korter dan 1.35 meter vervoeren, zonder dat een autogordel of goedgekeurd kinderbeveiligingssysteem beschikbaar is

59 lid 2 RVV 1990

140

R

535

h

– (een) passagier(s) jonger dan 3 jaar vervoeren, terwijl geen autogordel of kinderbeveiligingssysteem beschikbaar is

59 lid 2 RVV 1990

140

R

535

i

– terwijl de zitplaatsen voor passagiers zijn voorzien van autogordels, meer passagiers vervoeren dan er autogordels aanwezig zijn

59 lid 1 RVV 1990

140

R

535

j

– (een) passagier(s) jonger dan 18 jaar in een naar achteren gericht kinderzitje op een passagierszitplaats vervoeren, terwijl de voorairbag van die zitplaats niet is uitgeschakeld

59 lid 3 RVV 1990

140

R

535

m

– in een taxi op een van de voorste zitplaatsen (een) passagier(s) vervoeren jonger dan 18 jaar en met een lengte van minder dan 1.35 meter, terwijl geen kinderbeveiligingssysteem aanwezig is

59 lid 5 RVV 1990

140

R

535

mo

– (een) passagier(s) jonger dan 12 jaar vervoeren terwijl de autogordel, de veiligheidsgordel of het kinderbeveiligingssysteem in een personenauto, bedrijfsauto, een driewielig motorvoertuig met gesloten carrosserie of een brommobiel wordt gebruikt op een wijze die de beschermende werking ervan negatief beïnvloedt of kan beïnvloeden

59 lid 7 RVV 1990

140

R

535

o

de autogordel, de veiligheidsgordel of het kinderbeveiligingssysteem in een personenauto, bedrijfsauto, een driewielig motorvoertuig met gesloten carrosserie of een brommobiel gebruiken op een wijze die de beschermende werking ervan negatief beïnvloedt of kan beïnvloeden

59 lid 8 jo. 59 lid 7 RVV 1990

140

140

R

535

e

als bestuurder van een personenauto, bedrijfsauto, een driewielig motorvoertuig met gesloten carrosserie of een brommobiel een passagier vervoeren die gebruikmaakt van een rolstoel, terwijl de rolstoel niet is vastgezet op een wijze die de stabiliteit van de rolstoel en de veiligheid van de rolstoelgebruiker waarborgt

59 lid 8 jo. 59 lid 4 RVV 1990

240

R

535

s

als bestuurder van een personenauto, bedrijfsauto, een driewielig motorvoertuig met gesloten carrosserie of een brommobiel een passagier vervoeren die gebruik maakt van een rolstoel, zonder dat gebruik wordt gemaakt van de (beschikbare) veiligheidsgordel die deel uitmaakt van het voertuig of die deel uit maakt van het systeem waarmee de rolstoel aan de vloer van het voertuig is bevestigd of van een door de minister van IenM aangewezen constructie

59 lid 8 jo. 59 lid 4 RVV 1990

140

XXVIIa. Autobus

R

535

p

als bestuurder van een aan het verkeer deelnemende autobus of passagier geen gebruik maken van de autogordel of het kinderbeveiligingssysteem waarmee de autobus is uitgerust

59a lid 1 RVV 1990

140

140

als bestuurder van een aan het verkeer deelnemende autobus

R

535

q

– (een) passagier(s) van 3 jaar of ouder, maar jonger dan 12 jaar en korter dan 1.35 m vervoeren, zonder dat gebruik wordt gemaakt van een voor hem/hen geschikt en goedgekeurd kinderbeveiligingssysteem of bij gebrek daaraan, de autogordel, terwijl de passagier(s) zich op de zitplaats bevind(t)(en)

59a lid 4 jo. 59a lid 1 RVV 1990

140

R

535

r

– (een) passagier(s) van 3 jaar of ouder maar jonger dan 12 jaar en met een lengte van 1.35 m of meer vervoeren, zonder dat gebruik wordt gemaakt van een voor hem/hen beschikbare autogordel, terwijl de passagier(s) zich op de zitplaats bevind(t)(en)

59a lid 4 jo. 59a lid 1 RVV 1990

140

XXVIII. Helmen

R

536

a

als bestuurder, passagier van een bromfiets of brommobiel zonder gesloten carrosserie geen goedpassende helm dragen, die middels een sluiting op deugdelijke wijze is bevestigd en die is voorzien van een goedkeuringsmerk

60 lid 1 RVV 1990

95

95

R

536

e

als bestuurder of passagier van een snorfiets geen helm dragen terwijl ingevolge artikel 5, achtste lid, de rijbaan wordt gebruikt

60 lid 1 RVV 1990

95

95

R

536

c

als bestuurder, passagier van een motorfiets dan wel driewielig motorvoertuig zonder gesloten carrosserie geen goedpassende helm dragen, die middels een sluiting op deugdelijke wijze is bevestigd en is voorzien van een goedkeuringsmerk

60 lid 1 RVV 1990

140

140

140

R

537

als bestuurder van een motorfiets, bromfiets of brommobiel dan wel driewielig motorvoertuig zonder gesloten carrosserie een passagier beneden de twaalf jaren vervoeren, die geen goedpassende helm draagt, die middels een sluiting op deugdelijke wijze is bevestigd en die is voorzien van een goedkeuringsmerk

60 lid 3 RVV 1990

140

140

95

XXX. Gebruik van mobiele telecommunicatieapparatuur

R

545

als bestuurder van een voertuig tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat dat gebruikt kan worden voor communicatie of informatieverwerking vasthouden

61a RVV 1990

240

240

160

95

240

XXXI. Vervoer van personen in of op aanhangwagens en in laadruimten

personen vervoeren

61b lid 1 RVV 1990

R

539

a

– in de gesloten laadruimte van een motorvoertuig of bromfiets

140

R

539

b

– in de open laadruimte van een motorvoertuig of bromfiets, dan wel in of op een aanhangwagen achter een motorvoertuig of bromfiets

240

240

160

Hoofdstuk 3. Verkeerstekens

II. Verkeersborden

R

548

als bestuurder in strijd met bord B6 geen voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg

62 jo. bord B6 RVV 1990

240

240

160

95

95

als bestuurder in strijd met bord B7

62 jo. bord B7 RVV 1990

R

549

a

– niet stoppen

140

140

95

55

55

R

549

b

– geen voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg

240

240

160

95

95

R

549

c

– niet stoppen en geen voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg

240

240

160

95

95

als bestuurder in strijd met bord C1 (gesloten in beide richtingen voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij-, trekdieren of vee)

62 jo. bord C1 RVV 1990

R

550

a

– een weg gebruiken

95

95

65

35

35

R

550

b

– een weg(gedeelte) bestemd voor aangewezen categorie(ën) voertuigen gebruiken (doelgroepstroken)

140

140

95

55

55

een weg gebruiken in strijd met bord C2 (eenrichtingsweg, in deze richting gesloten voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij-, trekdieren of vee)

62 jo. bord C2 RVV 1990

R

551

b

– als bestuurder op een andere weg dan autoweg of autosnelweg

140

140

95

55

55

als bestuurder een weg gebruiken in strijd met bord

R

552

a

– C3 (eenrichtingsweg)

62 jo. bord C3 RVV 1990

140

140

95

55

55

R

552

b

– C4 (eenrichtingsweg)

62 jo. bord C4 RVV 1990

140

140

95

55

55

R

553

b

als bestuurder van een motorvoertuig op meer dan twee wielen in strijd met bord C6 (geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen) een weg gebruiken

62 jo. bord C6 RVV 1990

95

R

553

d

als bestuurder van een motorvoertuig op meer dan twee wielen een weg gebruiken in strijd met bord C6 (geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen), waarbij gebied is aangeduid als milieuzone

62 jo. bord C6 RVV 1990

95

R

554

a

als bestuurder van een vrachtauto een weg gebruiken in strijd met bord C7 (geslotenverklaring voor vrachtauto's) (alle wegen behalve milieuzones)

62 jo. bord C7 RVV 1990

95

R

554

c

als bestuurder van een vrachtauto een weg gebruiken in strijd met bord C7 (geslotenverklaring voor vrachtauto's), waarbij gebied is aangeduid als milieuzone

62 jo. bord C7 RVV 1990

240

R

554

d

als bestuurder van een autobus een weg gebruiken in strijd met bord C7a (geslotenverklaring voor autobussen)

62 jo. bord C7a RVV 1990

95

R

554

e

als bestuurder van een autobus of vrachtauto een weg gebruiken in strijd met bord C7b (geslotenverklaring voor autobussen en vrachtauto's)

62 jo. bord C7b RVV 1990

95

R

571

als bestuurder van een vrachtauto een weg gebruiken in strijd met bord C22a (geslotenverklaring voor vrachtauto's die niet voldoen aan de eisen, genoemd in artikel 86d RVV 1990) (milieuzone)

62 jo. bord C22a RVV 1990

240

R

555

als bestuurder van een motorvoertuig dat niet sneller kan of mag rijden dan 25 kilometer per uur een weg gebruiken in strijd met bord C8 (geslotenverklaring voor motorvoertuig dat niet sneller kan of mag rijden dan 25 kilometer per uur)

62 jo. bord C8 RVV 1990

95

R

556

als ruiter, geleider van rij-, trekdieren of vee, bestuurder van een wagen, een motorvoertuig dat niet sneller kan of mag rijden dan 25 kilometer per uur, een brommobiel, een fiets, een bromfiets of een gehandicaptenvoertuig in strijd met bord C9 een weg gebruiken (geslotenverklaring)

62 jo. bord C9 RVV 1990

95

65

35

35

R

557

als bestuurder van een motorvoertuig met aanhangwagen een weg gebruiken in strijd met bord C10 (geslotenverklaring voor motorvoertuig met aanhangwagen)

62 jo. bord C10 RVV 1990

95

95

R

558

als bestuurder van een motorfiets een weg gebruiken in strijd met bord C11 (geslotenverklaring motorfiets)

62 jo. bord C11 RVV 1990

95

R

559

als bestuurder van een motorvoertuig een weg gebruiken in strijd met bord C12 (geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen)

62 jo. bord C12 RVV 1990

95

95

R

560

als bestuurder van een bromfiets, snorfiets of gehandicaptenvoertuig met motor een weg gebruiken in strijd met bord C13 (geslotenverklaring voor bromfiets, snorfiets of gehandicaptenvoertuig met motor)

62 jo. bord C13 RVV 1990

65

35

R

560

c

als bestuurder van een bromfiets of snorfiets een weg gebruiken in strijd met bord C13 (geslotenverklaring voor bromfiets, snorfiets of gehandicaptenvoertuig, met in werking zijnde motor) waarbij gebied is aangeduid als milieuzone

62 jo. bord C13 RVV 1990

65

R

561

als bestuurder van een fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor een weg gebruiken in strijd met bord C14 (geslotenverklaring voor fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor) (categorie 3 betreft alleen snorfiets met uitgeschakelde motor)

62 jo. bord C14 RVV 1990

35

35

R

562

als bestuurder van een fiets, een bromfiets of gehandicaptenvoertuig een weg gebruiken in strijd met bord C15 (geslotenverklaring voor fiets, bromfiets of gehandicaptenvoertuig)

62 jo. bord C15 RVV 1990

65

35

R

563

als voetganger een weg gebruiken in strijd met bord C16 (geslotenverklaring voor voetgangers)

62 jo. bord C16 RVV 1990

25

R

564

als bestuurder van een voertuig of samenstel van voertuigen een weg gebruiken in strijd met bord C17 (geslotenverklaring voor voertuigen en samenstellen van voertuigen die, met inbegrip van de lading, langer zijn dan op het bord C17 is aangegeven)

62 jo. bord C17 RVV 1990

140

55

R

565

als bestuurder van een voertuig een weg gebruiken in strijd met bord C18 (geslotenverklaring voor voertuigen die, met inbegrip van de lading, breder zijn dan op het bord C18 is aangegeven)

62 jo. bord C18 RVV 1990

140

55

R

566

als bestuurder van een voertuig een weg gebruiken in strijd met bord C19 (geslotenverklaring voor voertuigen die, met inbegrip van de lading, hoger zijn dan op het bord C19 is aangegeven)

62 jo. bord C19 RVV 1990

140

55

als bestuurder van een voertuig een weg gebruiken in strijd met bord C20 (geslotenverklaring voor voertuigen waarvan de aslast hoger is dan op het bord C20 is aangegeven) met een overschrijding van

62 jo. bord C20 RVV 1990

R

567

a

– tot en met 10%

140

55

R

567

b

– meer dan 10% tot en met 20%

210

80

R

567

c

– meer dan 20% tot en met 30%

310

120

als bestuurder van een voertuig een weg gebruiken in strijd met bord C21 (geslotenverklaring voor voertuigen en samenstellen van voertuigen waarvan de totaalmassa hoger is dan op het bord C21 is aangegeven) met een overschrijding van

62 jo. bord C21 RVV 1990

R

568

a

– tot en met 10%

140

55

R

568

b

– meer dan 10% tot en met 20%

210

80

R

568

c

– meer dan 20% tot en met 30%

310

120

als bestuurder van een samenstel van voertuigen een weg gebruiken in strijd met bord C21 (geslotenverklaring voor voertuigen en samenstellen van voertuigen waarvan de totaalmassa hoger is dan op het bord C21 is aangegeven) met een overschrijding van

62 jo. bord C21 RVV 1990

R

569

a

– tot en met 10%

140

55

R

569

b

– meer dan 10% tot en met 20%

210

80

R

569

c

– meer dan 20% tot en met 30%

310

120

R

574

als bestuurder rijden in strijd met de door bord D1 aangegeven rijrichting (rotonde; verplichte rijrichting)

62 jo. bord D1 RVV 1990

95

95

65

35

35

R

575

als bestuurder rijden in strijd met bord D2 aan de andere zijde dan het bord aangeeft (gebod voor alle bestuurders het bord D2 voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft)

62 jo. bord D2 RVV 1990

95

95

65

35

35

R

576

als bestuurder in strijd met bord D4 een andere rijrichting volgen dan op het bord is aangegeven (gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord D4 is aangegeven)

62 jo. bord D4 RVV 1990

95

95

65

35

35

R

577

als bestuurder in strijd met bord D5 een andere rijrichting volgen dan op het bord is aangegeven (gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord D5 is aangegeven)

62 jo. bord D5 RVV 1990

95

95

65

35

35

R

578

als bestuurder in strijd met bord D6 een andere rijrichting volgen dan op het bord is aangegeven (gebod tot het volgen van één van de rijrichtingen die op het bord D6 zijn aangegeven)

62 jo. bord D6 RVV 1990

95

95

65

35

35

R

579

als bestuurder in strijd met bord D7 een andere rijrichting volgen dan op het bord is aangegeven (gebod tot het volgen van één van de rijrichtingen die op het bord D7 zijn aangegeven)

62 jo. bord D7 RVV 1990

95

95

65

35

35

R

584

als bestuurder een voertuig parkeren in strijd met (zone) bord E1 (parkeerverbod(szone))

62 jo. bord E1 RVV 1990

95

95

35

95

R

585

als bestuurder een voertuig laten stilstaan in strijd met bord E2 (verbod stilstaan)

62 jo. bord E2 RVV 1990

95

95

35

R

587

b

een bromfiets plaatsen in strijd met bord E3 (verbod (brom)fietsen te plaatsen)

62 jo. bord E3 RVV 1990

65

R

593

als bestuurder van een motorvoertuig in strijd met bord F1 een motorvoertuig inhalen (verbod voor motorvoertuigen om elkaar onderling in te halen)

62 jo. bord F1 RVV 1990

240

240

R

594

als bestuurder van een vrachtauto in strijd met bord F3 een motorvoertuig inhalen (verbod voor vrachtauto's om motorvoertuigen in te halen)

62 jo. bord F3 RVV 1990

240

R

595

als bestuurder in strijd met bord F5 doorgaan bij nadering van verkeer uit tegengestelde richting (verbod voor bestuurders door te gaan bij nadering van verkeer uit tegengestelde richting)

62 jo. bord F5 RVV 1990

140

140

95

55

55

R

596

als bestuurder in strijd met bord F7 keren

62 jo. bord F7 RVV 1990

140

140

95

55

55

R

598

als bestuurder van een motorvoertuig dat niet sneller kan of mag rijden dan 25 km/h in strijd met bord F11 geen gebruik maken van de voor dat motorvoertuig verplichte passeerbaan of passeerstrook

62 jo. bord F11 RVV 1990

95

R

599

a

als bestuurder van een motorvoertuig, niet zijnde een lijnbus, in strijd met bord F13 gebruik maken van een uitsluitend voor lijnbussen bestemde rijbaan of rijstrook

62 jo. bord F13 RVV 1990

95

95

65

35

R

599

b

als bestuurder van een motorvoertuig in strijd met bord F15 gebruik maken van een uitsluitend voor trams bestemde rijbaan of rijstrook

62 jo. bord F15 RVV 1990

95

95

65

35

R

599

c

als bestuurder van een motorvoertuig, niet zijnde een lijnbus, in strijd met bord F17 gebruik maken van een uitsluitend voor lijnbussen en trams bestemde rijbaan of rijstrook

62 jo. bord F17 RVV 1990

95

95

65

35

R

599

d

als bestuurder van een motorvoertuig, niet zijnde een vrachtauto of lijnbus, in strijd met bord F19 gebruik maken van een uitsluitend voor vrachtauto's en lijnbussen bestemde rijbaan of rijstrook

62 jo. bord F19 RVV 1990

95

95

65

35

R

599

e

als bestuurder van een motorvoertuig, niet zijnde een vrachtauto, in strijd met bord F21 gebruik maken van een uitsluitend voor vrachtauto's bestemde rijbaan of rijstrook

62 jo. bord F21 RVV 1990

95

95

65

35

III. Verkeerslichten

R

601

als bestuurder niet doorgaan bij groen licht bij een driekleurig verkeerslicht

62 jo. 68 lid 1 sub a RVV 1990

140

140

R

602

als weggebruiker niet stoppen voor rood licht bij een driekleurig verkeerslicht

62 jo. 68 lid 1 sub c RVV 1990

240

240

160

95

70

95

R

603

als fietser, bromfietser of bestuurder van een gehandicaptenvoertuig bij geel of rood licht bij een driekleurig verkeerslicht rechts afslaan zonder het overige verkeer ter plaatse voor te laten gaan

62 jo. 68 lid 6 RVV 1990

160

95

R

604

als weggebruiker niet stoppen voor rood licht bij tweekleurig verkeerslicht

62 jo. 69 lid 1 sub b RVV 1990

240

240

160

95

70

95

R

605

als fietser, bromfietser of bestuurder van een gehandicaptenvoertuig bij geel of rood licht bij een tweekleurig verkeerslicht rechts afslaan zonder het overige verkeer ter plaatse voor te laten gaan

62 jo. 69 lid 2 ivm 68 lid 6 RVV 1990

160

95

R

606

als bestuurder van een tram, lijnbus of ander voertuig niet stoppen voor rood tram-/buslicht

62 jo. 70 lid 1 sub c ivm 70 lid 3, 4 RVV 1990

240

240

160

240

R

607

als bestuurder van een tram niet stoppen voor rood licht bij driekleurig verkeerslicht

62 jo. 68 lid 1 sub c RVV 1990

240

R

608

als weggebruiker niet stoppen voor rood knipperlicht bij overweglichten

62 jo. 71 sub b RVV 1990

240

240

160

95

70

95

R

609

als weggebruiker niet stoppen voor rood (knipper)licht bij bruglichten

62 jo. 72 RVV 1990

240

240

160

95

70

95

R

611

als bestuurder van een ander voertuig dan een lijnbus een door een verlichte afbeelding van «BUS» gemarkeerde rijstrook gebruiken

62 jo. 73 sub d RVV 1990

140

140

95

55

55

R

612

als voetganger of bestuurder van een gehandicaptenvoertuig beginnen over te steken bij rood voetgangerslicht

62 jo. 74 lid 1 sub c RVV 1990

95

70

R

613

als voetganger of bestuurder van een gehandicaptenvoertuig bij het oversteken het overige verkeer ter plaatse niet voor laten gaan, indien het rode licht is vervangen door een geel knipperlicht als bedoeld in artikel 75 van het RVV 1990

62 jo. 74 lid 2 RVV 1990

95

70

R

614

als weggebruiker niet stoppen voor rood licht bij toeritdosering

62 jo. 68 lid 1 sub c c.q. 69 lid 1 sub b RVV 1990

95

95

IV. Verkeerstekens op het wegdek

R

617

a

als bestuurder de zich niet langs de rand van de rijbaanverharding bevindende doorgetrokken streep overschrijden met verkeer in een richting

62 jo. 76 lid 1 RVV 1990

140

140

95

55

55

R

617

b

als bestuurder de zich niet langs de rand van de rijbaanverharding bevindende doorgetrokken streep overschrijden met verkeer in beide richtingen

62 jo. 76 lid 1 RVV 1990

240

240

160

95

95

R

617

c

als bestuurder zich links bevinden van een tussen rijstroken of paden aangebrachte doorgetrokken streep met verkeer in beide richtingen

62 jo. 76 lid 1 RVV 1990

240

240

160

95

95

R

618

als bestuurder een verdrijvingsvlak gebruiken

62 jo. 77 RVV 1990

240

240

160

95

95

R

618

a

als bestuurder een puntstuk gebruiken

62 jo. 77 RVV 1990

240

240

160

95

95

R

619

als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser die de rijbaan volgt op een kruispunt niet de richting volgen die de voorsorteerstrook waarop zij zich bevinden aangeeft

62 jo. 78 lid 1 RVV 1990

240

240

160

R

619

a

als bestuurder die een doorgaande rijbaan verlaat en daartoe een uitrijstrook volgt ter hoogte van de daarin aangebrachte pijlen niet de richting volgen die de uitrijstrook aangeeft

62. jo. 78 lid 2 RVV 1990

240

240

160

R

620

als bestuurder niet stoppen voor stopstreep daar waar dit op grond van het RVV 1990 verplicht is

62 jo. 79 RVV 1990

95

95

65

35

35

R

621

als bestuurder in strijd met op het wegdek aangebrachte haaietanden geen voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg

62 jo. 80 RVV 1990

240

240

160

95

95

R

622

als weggebruiker, anders dan als bestuurder van een lijnbus, autobus of tram, gebruik maken van een busbaan of -strook aangeduid met «BUS»

62 jo. 81 RVV 1990

140

140

95

55

40

55

R

622

a

als weggebruiker, anders dan als bestuurder van een lijnbus of tram, gebruik maken van een busbaan of -strook aangeduid met: «LIJNBUS»

62 jo. 81 RVV 1990

140

140

95

55

40

55

Nummers R 701 – R 706: Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

R

701

zonder daartoe krachtens het Besluit bevoegd te zijn verkeerstekens op, langs of boven de wegen aanbrengen, doen aanbrengen, aangebracht houden, verwijderen, dan wel de zichtbaarheid daarvan wegnemen

1a BABW

140

R

702

voorwerpen, inrichting of borden, van welke aard ook, die het verkeer in verwarring zouden kunnen brengen op, langs of boven de wegen aanbrengen, doen aanbrengen of aangebracht houden

2 BABW

140

R

703

niet zo spoedig mogelijk op de juiste wijze inleveren van ongeldige gehandicaptenparkeerkaart

54 jo. 53 BABW

95

R

704

als verkeersregelaar niet op eerste vordering tonen van de krachtens de wet vereiste aanstellingspas

58a BABW

95

R

705

als verkeersregelaar, niet zijnde een weginspecteur in dienst van Rijkswaterstaat, een aanwijzing als bedoeld in artikel 82, 1e lid van het RVV 1990 vanaf een motorrijtuig, of als verkeersregelaar niet zijnde een transportbegeleider of een weginspecteur in dienst van Rijkswaterstaat, vanuit een motorrijtuig geven

58a BABW

95

R

706

als transportbegeleider of weginspecteur in dienst van Rijkswaterstaat vanuit een motorrijtuig een aanwijzing als bedoeld in artikel 82, 1e lid van het RVV 1990 op een weg onder beheer van het Rijk of op een kruispunt gelegen op andere weg geven

58a BABW

95

Nummers K 405 – K 540: Kentekenreglement (KR)

K

405

de kentekenplaat voldoet niet aan de gestelde eisen

5 lid 1 en 3 Kr

140

Wijziging van de tenaamstelling: overdracht tussen particulieren

K

420

als nieuwe eigenaar/houder niet binnen één week de Dienst Wegverkeer op de voorgeschreven wijze om tenaamstelling verzoeken

26 lid 2, 58b lid 2 en 58l lid 2 Kr

360

Wijziging van de tenaamstelling: overlijden van een kentekenhouder

K

485

als eigenaar/houder na overlijden van degene die in het kentekenregister als tenaamgestelde staat geregistreerd niet binnen vijf weken op de voorgeschreven wijze bij de Dienst Wegverkeer een verzoek indienen om het voertuig op zijn naam te registreren

29 lid 1, 58f lid 1 en 58p lid 1 Kr

360

Aanvraag nieuw deel I (A)

Kentekencard vanaf 1 januari 2014

K

526

niet onverwijld bij de Dienst Wegverkeer de gewijzigde gegevens melden indien het voertuig niet meer overeenstemt met de gegevens in het kentekenregister

34 lid 1 Kr

95

Kentekenbewijzen afgegeven voor 1 januari 2014

K

527

niet onverwijld bij de Dienst Wegverkeer de gewijzigde gegevens melden indien het voertuig niet meer overeenstemt met de gegevens op het afgegeven deel I

58h lid 1 en 58s lid 1 Kr

95

Handelaarskenteken(bewijs)

K

535

als kentekenhouder het handelaarskenteken niet op de voorgeschreven wijze gebruiken

44 Kr

360

K

540

het ongeldig verklaarde handelaarskentekenbewijs niet onverwijld inleveren

45 lid 2 Kr

360

Nummers A 901 – A 934: Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM) en Besluit bewijs van verzekering niet-kentekenplichtige motorrijtuigen

gekentekende motorrijtuigen, niet zijnde bromfietsen of gehandicaptenvoertuigen

A

915

als bezitter, als houder of als degene op wiens naam een motorrijtuig in het kentekenregister is ingeschreven, voor een motorrijtuig, niet zijnde een bromfiets, dat in het kentekenregister is ingeschreven en tenaamgesteld, niet de vereiste verzekering sluiten en in stand houden

30 lid 2 WAM

400

Bromfietsen

A

902

als bezitter, als houder of als degene op wiens naam een motorrijtuig in het kentekenregister is ingeschreven, voor een motorrijtuig, zijnde een bromfiets, dat in het kentekenregister is ingeschreven en tenaamgesteld niet de vereiste verzekering sluiten en in stand houden

30 lid 2 WAM

360

Nummers N 010 – P 602: Besluit voertuigen (BV) en Regeling voertuigen (RV)

Categorie-indeling A: (Besluit en Regeling voertuigen)

2 – personenauto's;

3 – bedrijfsauto's;

3a – bussen;

4 – motorfietsen;

5 – driewielige motorrijtuigen;

6 – bromfietsen;

7 – motorrijtuigen met beperkte snelheid;

8 – land- of bosbouwtrekkers;

9 – fietsen en gehandicaptenvoertuigen zonder motor (o.g.v. art. 5.1.4 RV m.u.v. afmetingen genoemd in 5.9.6 RV);

10 – gehandicaptenvoertuigen voorzien van een gesloten carrosserie, gehandicaptenvoertuigen die zijn uitgerust met een verbrandingsmotor, die niet zijn voorzien van een gesloten carrosserie en t.a.v. de afmetingen genoemd in 5.10.6 RV de gehandicaptenvoertuigen zonder motor;

11 – gehandicaptenvoertuigen, uitgerust met een elektromotor en niet voorzien van een gesloten carrosserie;

12 – aanhangwagens van de voertuigcategorie O met een toegestane maximummassa van meer dan 750 kg;

13 – aanhangwagens van de voertuigcategorie O met een toegestane maximummassa van niet meer dan 750 kg;

14 – landbouw- en/of bosbouwaanhangwagens en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken;

15 – motorfietsaanhangwagens (15a) of bromfietsaanhangwagens (15b);

16 – fietsaanhangwagens;

17 – wagens.

Noot Regeling voertuigen (RV):

– De feiten met betrekking tot de RV zijn in 17 categorieën onderverdeeld en deze categorieën zijn genummerd van 2 t/m 17. Deze categorie-indeling komt overeen met de indeling van de RV.

– Bij categorie 15 kan het trekkende voertuig verschillend zijn (motor of bromfiets). Voor deze voertuigen gelden verschillende tarieven. Achter de categorie-aanduiding moet daarom voor de motorfiets een A en voor de bromfiets een B worden vermeld.

categorie: 15A – motorfiets

categorie: 15B – bromfiets

– Bij de in deze afdeling vermelde overtredingen is het niet toegestaan om uitsluitend een kenteken te vermelden op het mini proces-verbaal. De NAW gegevens van de verdachte moeten eveneens worden vermeld. De verdachte dient daarom staande te worden gehouden.

– Op de kennisgeving/aankondiging moet een nadere toelichting op het feit worden vermeld, omdat de bepalingen van de RV in algemene feitomschrijvingen zijn weergegeven.

– Voor feiten gebaseerd op de RV geldt dat deze feiten niet op kenteken kunnen worden geconstateerd. (Dit volgt uit de voor de eerste feitcode geplaatste koptekst, geldend voor de gehele Regeling voertuigen: «Als bestuurder rijden (terwijl)...»).

– De feiten die betrekking hebben op de massa of de last onder wiel of as gelden uitsluitend voor particulieren. Indien sprake is van beroepsmatig vervoer is de Wet op de economische delicten van toepassing. Zie hiervoor de feitcodeserie E 850 t/m E 856.

– Een aanhangwagen van de voertuigcategorie O met een toegestane maximummassa van meer dan 750 kg moet voldoen aan de in de in afdeling 12 opgenomen eisen. Dit houdt in dat als dit soort aanhangwagens door landbouw- of bosbouwtrekkers e.d. worden voortbewogen deze toch moeten voldoen aan de voor categorie 12 geldende eisen. Dit geldt eveneens voor categorie 13 en 14 aanhangwagens, die aan de eisen van de respectievelijk categorie 13 en 14 moeten voldoen, maar dit is vanwege het ontbreken van een kenteken lastig dan wel niet vast te stellen en derhalve afhankelijk van de verklaring van de betrokkene.

– Een verwisselbaar getrokken uitrustingsstuk valt onder categorie 14 en moet aan de daarvoor geldende eisen voldoen. In afwijking hiervan moet een verwisselbaar getrokken uitrustingsstuk dat niet om een verticale as kan draaien ten opzichte van het trekkende voertuig voldoen aan het bepaalde in afdeling 18.

Feit

Overtreden artikel

Tarief in euro per feit en categorie

2

3

3a

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

Regeling voertuigen

Als bestuurder van een voertuig rijden (terwijl):

0 – Algemeen

N

010

a

het niet in overeenstemming is met de gegevens op de kentekencard, het kentekenbewijs of met de in het kentekenregister vermelde gegevens

5.*.1 RV

240

240

240

240

240

160

240

N

010

b

het voertuigidentificatienummer niet is ingeslagen of goed leesbaar is

5.*.1 en 5.6.73 RV

240

240

240

240

240

160

240

240

95

240

240

N

010

c

het niet is voorzien van de juiste kentekenpla(a)t(en) of de kentekenpla(a)t(en) niet voorzien is/zijn van het goedkeuringsmerk, dan wel niet deugdelijk aan de voor- en/of achterzijde is/zijn bevestigd

5.*.1 RV

140

140

140

140

140

95

140

N

010

d

het kenteken niet goed leesbaar is of de kentekenpla(a)t(en) is/zijn afgeschermd

5.*.1 RV

140

140

140

140

140

95

140

N

010

e

het voertuig niet is voorzien van een goed leesbare constructiepla(a)t(en), waarvan de gegevens in overeenstemming zijn met het kentekenregister (cat 3, 3a en 12 in gebruik na 31-12-1997; cat 8 in gebruik na 30-06-2009)

5.*.1 RV

95

95

95

95

1 – Algemene bouwwijze van het voertuig

N

020

b

het wiel niet zodanig is bevestigd dat het uitsluitend draaibaar is om de eigen as

5.15.2 lid 2 RV

140/95

N

030

a

het chassis dan wel de mee- of zelfdragende carrosserie breuken en of scheuren vertoont

5.*.3 en 5.6.74 lid 1 RV

240

240

240

240

160

240

240

240

240

240

240/160

95

N

030

b

het chassis dan wel de mee- of zelfdragende carrosserie zodanig bevestigd, vervormd of door corrosie is aangetast dat de stijfheid en de sterkte in gevaar worden gebracht

5.*.3 en 5.6.74 lid 1 RV

240

240

240

240

160

240

240

240

240

240

240/160

95

het frame of de zelfdragende constructie alsmede de voor- en achtervork

5.*.3 en 5.6.74 lid 2 RV

N

030

c

– breuken en of scheuren vertoont

240

160

N

030

d

– is doorgeroest

240

160

N

030

e

– zodanig is vervormd dat stijfheid en sterkte in gevaar worden gebracht dan wel het weggedrag van het voertuig nadelig wordt beïnvloed

240

160

N

030

f

de onderdelen van het frame of de zelfdragende constructie niet deugdelijk zijn bevestigd

5.*.3 en 5.6.74 lid 3 RV

240

240

160

95

95

N

030

g

het frame met voor- en achtervork breuken en of scheuren vertoont, is doorgeroest of is vervormd

5.*.3 lid 2 RV

240

160

95

95

het frame

5.9.3 RV

N

030

h

– breuken en of scheuren vertoont

55

N

030

i

– is doorgeroest

55

N

030

j

– is vervormd

55

N

040

a

de bovenbouw ondeugdelijk op het onderstel is bevestigd

5.*.4 RV

140

140

140

140

95

140

140

55

140

140

140

140/95

55

N

040

b

de ondersteuning van de laadvloer/laadruimte niet deugdelijk is

5.*.4 RV

140

140

140

140

140

140

140/95

55

N

040

c

de gekoppelde zijspanwagen niet deugdelijk is bevestigd

5.*.4 RV

140

95

N

050

de accu en, indien aanwezig, de bedrading niet deugdelijk is (zijn) bevestigd en niet goed is (zijn) geïsoleerd

5.*.5 RV

140

140

140

2 – Afmetingen en massa's

Lengte

N

060

a

het langer is dan 12 m (cat 5 ingebruikname voor 01-11-1997; cat 12 geldt niet voor opleggers)

5.*.6 RV

140

140

140

140

140

140

140

140

N

060

aa

de bus met 2 assen langer is dan 13,50 m

5.3a.6 lid 2 RV

140

N

060

ab

de bus met 2 assen, in gebruik genomen voor 10-09-2003, langer is dan 15 m

5.3a.6 lid 2 RV

140

N

060

ac

de bus met meer dan 2 assen langer is dan 15 m

5.3a.6 lid 2 RV

140

N

060

d

het rijdende werktuig langer is dan 20 m

5.3.6 lid 2 RV

140

N

061

e

bij de na 31-12-1997 in gebruik genomen oplegger, niet zijnde een kermis- of circusvoertuig, de horizontaal gemeten afstand tussen het hart van de koppelingspen en enig deel aan de voorzijde van de oplegger meer dan 2,04 m bedraagt en de horizontaal gemeten afstand tussen het hart van de koppelingspen en de achterzijde van de oplegger meer dan 12 m bedraagt

5.12.6 lid 3 RV

140

N

061

g

de horizontaal gemeten afstand tussen het hart van de koppelingspen en de achterzijde van de oplegger van het kermis- of circusvoertuig meer bedraagt dan 17,50 m

5.12.6 lid 5 RV

140

Breedte

N

060

b

het breder is dan 2,55 m (cat 5 ingebruikname voor 01-11-1997; cat 3 en 12 gelden niet voor geconditioneerde voertuigen en voor cat 3 en 12 voertuigen met een tmm > 10 ton en ingebruikname voor 01-02-1999)

5.*.6 RV

140

140

140

140

140

140

N

060

g

het breder is dan 2,60 m (cat 3 en 12 geconditioneerd voertuig en voertuigen met een tmm > 10 ton en ingebruikname voor 01-02-1999; cat 17 bespannen wagen)

5.*.6 RV

140

140

55

N

060

p

het gehandicaptenvoertuig breder is dan 1,10 m (geldt ook voor gehandicaptenvoertuig zonder motor)

5.*.6 RV

55

55

N

060

r

de fiets breder is dan 0,75 m

5.9.6 lid 1 RV

55

N

060

s

het breder is dan 1,50 m (cat 9 > 2 wielen of zijspan; cat 17 onbespannen wagen)

5.*.6 RV

55

55

N

060

u

het breder is dan 2 m (cat 5 ingebruikname na 31-10-1997; cat 6 op meer dan 2 wielen; cat 15b achter bromfiets op meer dan 2 wielen)

5.*.6 RV

140

140

95

140/95

N

060

w

het breder is dan 1 m (cat 6 betreft tweewielige bromfiets; cat 15b achter bromfiets op meer dan twee wielen)

5.*.6 RV

95

-/95

55

het voertuig breder is dan 3 m (cat 3 rijdend werktuig)

5.*.6 RV

N

060

ha

– van 0,01 m t/m 0,25 m

140

140

140

140

N

060

hb

– van meer dan 0,25 m t/m 0,50 m

210

210

210

210

N

060

hc

– van meer dan 0,50 m t/m 0,75 m

310

310

310

310

Hoogte

N

060

q

het gehandicaptenvoertuig hoger is dan 2 m (geldt ook voor gehandicaptenvoertuig zonder motor)

5.*.6 RV

55

55

Massa

de toegestane asdruk, massa of som van de aslasten (cat 5 ingebruikname na 01-02-1999) wordt overschreden met

5.*.7 RV

N

070

a

– meer dan 10 %

280

280

280

280

280

280

van het rijdende werktuig de toegestane maximum last van enig(e) as of asstel wordt overschreden met

5.3.7 lid 1 RV

N

072

a

– 10 tot 15 %

360

van het rijdende werktuig de toegestane maximummassa of som van de aslasten wordt overschreden met

5.3.7 lid 2 RV

N

073

a

– 5 tot 10 %

360

3 – Motor

de bromfiets de op de kentekencard of het kentekenbewijs of in het kentekenregister vermelde maximumconstructiesnelheid van niet meer dan 25 km/h, vermeerderd met 4 km/h, (dan wel de aangewezen bromfiets de in artikel 20b van de wet vermelde maximumconstructiesnelheid van 25 km/h) overschrijdt met

5.6.8 lid 2 en 5.6.76 lid 1RV

N

086

a

– t/m 10 km/h

65

N

086

b

– meer dan 10 en t/m 15 km/h

130

de bromfiets de op de kentekencard of het kentekenbewijs of in het kentekenregister vermelde maximumconstructiesnelheid van 25 tot en met 45 km/h, vermeerderd met 5 km/h overschrijdt met

5.6.8 lid 1 RV

N

083

a

– t/m 10 km/h

65

N

083

b

– meer dan 10 en t/m 15 km/h

130

het voertuig de in artikel 1.1. van de Regeling Voertuigen vermelde maximumconstructiesnelheid vermeerderd met 5 km/h overschrijdt

5.*.8 lid 1 RV

N

085

a

– t/m 10 km/h

95

95

35

35

N

085

b

– meer dan 10 en t/m 15 km/h

140

140

55

55

N

090

a

het brandstofsysteem niet veilig is of deugdelijk is bevestigd

5.*.9 lid 1 RV

240

240

240

240

240

240

240

240

240

N

090

b

het brandstofsysteem of de elektrische aandrijving niet veilig is of deugdelijk is bevestigd

5.*.9 lid 1 en 5.6.77 lid 2 RV

240

160

95

N

090

c

het brandstofsysteem lekkage vertoont

5.*.9 lid 2 en 5.6.77 lid 2 RV

240

240

240

240

240

160

240

240

95

240

240

240

N

090

d

het brandstofreservoir niet deugdelijk is afgesloten

5.*.9 lid 3 RV

240

240

240

240

240

160

240

240

95

240

240

240

N

090

h

de elektrische aandrijving niet veilig is of deugdelijk is bevestigd

5.11.9 lid 1 RV

35

N

100

de LPG-installatie niet voldoet aan de eisen

5.*.10 RV

240

240

240

240

240

N

101

de CNG- of LNG- installatie niet voldoet aan de eisen (LNG niet geregeld voor cat 4)

5.*.10a RV

240

240

240

240

240

N

102

de waterstofinstallatie niet voldoet aan de eisen

5.*.10b RV

240

240

240

240

N

110

a

het niet is voorzien van een over de gehele lengte gasdichte uitlaat

5.*.11 lid 1 en 5.6.80 lid 1 RV

280

280

280

280

280

190

280

280

110

N

110

b

het uitlaatsysteem niet deugdelijk is bevestigd

5.*.11 lid 2 en 5.6.80 lid 2 RV

140

140

140

140

140

95

140

140

55

N

110

e

het uitlaatsysteem niet behoorlijk geluiddempend is

5.*.11 RV

280

280

110

N

111

(een) onderde(e)l(en) van het na 31-12-2017 in gebruik genomen voertuig, niet zijnde onderdelen van het brandstofsysteem, het remsysteem, de stuurbekrachtiging of het veersysteem, overmatige lekkage van vloeistof, niet zijnde water, verto(o)n(t)(en)

5.*.11a RV

240

240

240

240

240

Meting geluidsniveau

Noot

Indien geen waarde (op het kentekenbewijs of) in het kentekenregister is vermeld dan moeten onderstaande waarden worden gehanteerd:

Bromfiets

Constructiesnelheid Maximum toegestane waarde

Max 25 km/h 90 dB(A)

> 25 km/h 97dB(A)

Motorfiets

Cylinderinhoud t/m Maximum toegestane waarde

80 cm3 91 dB(A)

125 cm3 92 dB(A)

350 cm3 95 dB(A)

500 cm3 97 dB(A)

750 cm3 100 dB(A)

1000 cm3 103 dB(A)

>1000 cm3 106 dB(A)

Personen-/bedrijfsauto/bus/driewielig motorrijtuig

benzinemotor max 3500 kg bij 3500 toeren max 95 dB(A)

dieselmotor max 3500 kg bij 2000 toeren max 95 dB(A)

> 3500 kg bij 1500 toeren max 95 dB(A)

het (op het kentekenbewijs of) in het kentekenregister vermelde geluidsniveau, vermeerderd met 2 dB(A), wordt overschreden

5.*.11 RV

N

110

n

– tot 4 dB(A)

280

280

280

280

280

190

het toegestane geluidsniveau van het voertuig, waarvoor geen waarde (op het kentekenbewijs of) in het kentekenregister is vermeld, wordt overschreden

5.*.11 en 5.6.80 lid 3 RV

N

110

p

– tot 4 dB(A)

280

280

280

280

280

190

N

120

a

de accu of tractiebatterij niet deugdelijk is bevestigd

5.*.12 lid 1 en 5.6.81 lid 1 RV

140

140

140

140

140

95

140

140

55

55

N

120

b

de bedrading niet deugdelijk is bevestigd/goed is geïsoleerd

5.*.12 en 5.6.81 lid 2 RV

140

140

140

140

140

95

140

140

55

55

N

120

c

het gehandicaptenvoertuig, dat is uitgerust met een elektrische aandrijving, niet is voorzien van een beveiliging tegen overbelasting, die door middel van een binnen bereik bevindende schakelaar de stroomvoorziening herstelt

5.*.12 lid 3 RV

35

35

N

120

d

de onderdelen van de elektrische aandrijflijn van het elektrisch aangedreven of hybride elektrische voertuig niet aan de gestelde eisen voldoet

5.*12a RV

140

140

140

140

140

95

N

130

a

de motorsteunen niet deugdelijk zijn bevestigd/in ernstige mate zijn beschadigd

5.*.13 RV

140

140

140

140

140

55

N

130

b

de rubbers van de motorsteunen zijn doorgescheurd/de vulkanisatie is losgeraakt

5.*.13 en 5.6.81 lid 4 RV

140

140

140

140

95

140

55

N

130

c

de motor niet deugdelijk is bevestigd

5.*.13 en 5.6.81 lid 3 RV

140

95

4 – Krachtoverbrenging

N

150

a

het na 30-06-1967 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een goed werkende, ook bij nacht, afleesbare snelheidsmeter

5.*.15 RV

95

95

95

N

150

e

het na 26-11-1975 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een goed werkende, ook bij nacht afleesbare snelheidsmeter

5.*.15 RV

95

95

N

150

f

de na 31-12-2006 in gebruik genomen bromfiets niet is voorzien van een goed werkende, ook bij nacht afleesbare snelheidsmeter

5.6.15 RV

65

N

160

a

(de onderdelen van) de aandrijving of transmissie niet deugdelijk bevestigd is (zijn)

5.*.16 en 5.6.83 lid 1 RV

140

140

140

140

140

95

140

140

55

N

170

a

de krachtoverbrenging niet op eenvoudige wijze kan worden onderbroken

5.10.17 RV

35

N

170

b

de snelheid niet regelbaar is

5.11.17 en 5.6.82 RV

55

5 – Assen

N

180

de as(sen) niet deugdelijk (bevestigd) is (zijn)

5.*.18 en 5.6.84 RV

240

240

240

240

240

160

240

240

95

95

240

240

240

240/160

N

190

de fuseeonderdelen en overige draaipunten niet deugdelijk (bevestigd) zijn

5.*.19 RV

240

240

240

240

160

95

240

240

N

200

de wiellagers niet deugdelijk zijn

5.*.20 en 5.6.85 RV

140

140

140

140

95

55

55

140

140

N

210

de wielbasis te veel afwijkt

5.*.21 RV

95

95

95

95

95

95

N

220

de afstanden tussen de fuseedraaipunten en het chassis of de carrosserie te veel verschillen

5.*.22 RV

95

95

95

N

230

de spoorbreedte te groot is

5.*.23 RV

95

95

95

N

240

a

de wielen/de velgen niet deugdelijk (bevestigd) zijn

5.*.24 RV

95

240

240/160

95

N

240

b

de wielen/de velgen/de wielnaven/stabilisatoren niet deugdelijk (bevestigd) zijn

5.*.24-26 RV

240

240

240

240

N

240

c

de wielen, alsmede de onderdelen niet deugdelijk (bevestigd) zijn

5.*.24 en 5.6.86 RV

240

160

N

240

d

de wielen/de velgen/stabilisatoren niet deugdelijk (bevestigd) zijn

5.*.24 en 26 RV

240

240

95

240

240

6 – Ophanging

de wielen niet voorzien zijn van luchtbanden

5.*.27 en 5.6.87 lid 1 RV

N

270

a

– 1 band

140

140

140

140

140

95

N

270

b

– 2 banden

210

210

210

210

210

140

N

270

c

– 3 banden

310

310

310

310

310

220

een band/de banden beschadigd is/zijn, waarbij het karkas zichtbaar is of de band/banden uitstulpingen vertoont/vertonen

5.*.27 RV

N

270

e

– 1 band

140

140

140

95

140

140

55

55

140

140

140/95

N

270

f

– 2 banden

210

210

210

140

210

210

80

80

210

210

210/140

N

270

g

– 3 banden

310

310

310

220

310

310

120

120

310

310

het loopvlak uitstekende metalen elementen bevat, per (band) beschadiging

5.*.27 en 5.6.87 lid 2 RV

N

270

i

– 1 band

140

140

140

140

140

95

140

140

55

55

140

140

140

N

270

j

– 2 banden

210

210

210

210

210

140

210

210

80

80

210

210

210

N

270

k

– 3 banden

310

310

310

310

310

220

310

310

120

120

310

310

310

de band(en) is/zijn beschadigd waarbij het karkas zichtbaar is, de band(en) uitstulpingen vertoont/vertonen of de daarop vermelde load-index kleiner is dan toegestaan

5.*.27 RV

N

270

m

– 1 band

140

140

140

N

270

n

– 2 banden

210

210

210

N

270

o

– 3 banden

310

310

310

de profilering van een band/de banden niet voldoet aan de gestelde eisen of is/zijn nageprofileerd (naprofilering geldt niet voor cat 3, 3a en 12 i.g.v. opschrift regroovable; cat 2, 3(a), 5, 8, 12 en 13 min. 1,6 mm; cat 4 min 1,0 mm; cat 6, 10 en 11 profilering moet aanwezig zijn over de gehele omtrek en breedte)

5.*.27 RV

N

270

r

– 1 band

140

140

140

140

140

95

140

55

55

140

140

N

270

s

– 2 banden

210

210

210

210

210

140

210

80

80

210

210

N

270

t

– 3 banden

310

310

310

310

310

220

310

120

120

310

310

N

270

v

de op de band aangegeven draairichting niet overeenkomt met de draairichting van het wiel in voorwaartse rijrichting

5.*.27 RV

140

140

140

140

140

95

140

55

55

140

140

140/95

N

270

w

de banden op één as niet dezelfde maataanduiding hebben (geldt niet voor nood- of reservewiel)

5.*.27 RV

140

140

140

140

95

55

55

140

140

140/95

de aanhangwagen is voorzien van banden waarvan het loopvlak bestaat uit metaal of een materiaal dat voor wat betreft hardheid en vervormbaarheid dezelfde eigenschappen heeft

5.*.27 RV

N

271

e

– 1 band

140

140

140

N

271

f

– 2 banden

210

210

210

N

271

g

– 3 banden

310

310

310

N

271

m

de wielen zijn voorzien van metalen banden met uitstekende delen (geldt niet voor landbouwwerktuigen met een massa van maximaal 750 kg)

5.17.27 RV

55

N

280

het veersysteem, (indien vereist of aanwezig) de onderdelen daarvan of de schokdemper (indien vereist) niet deugdelijk (bevestigd) is/zijn of niet goed werken

5.*.28 RV

140

140

140

140

140

95

140

140

55

55

140

140

140

7 – Stuurinrichting

N

290

deze niet is voorzien van een deugdelijke stuurinrichting

5.*.29 en 5.6.88 RV

240

240

240

240

240

160

240

240

95

95

95

N

291

de overbrenging van de gestuurde wielen niet goed reageert of niet deugdelijk is (bevestigd)

5.*.29 RV

240

240

N

292

de draaikransen niet deugdelijk zijn (bevestigd)

5.*.30 RV

240

240

8 – Reminrichting

N

310

a

(de onderdelen van) de reminrichting niet deugdelijk is/zijn (bevestigd) dan wel niet aan de eisen voldoet/voldoen

5.*.31 en 5.6.89 lid 1 RV

240

240

240

240

240

160

240

240

95

95

240

240

240

N

320

aa

in het hydraulisch remsysteem onvoldoende remvloeistof aanwezig is

5.*.32 RV en 5.*.31 RV

240

240

240

240

160

95

95

N

320

a

het remsysteem van het na 30-06-1967 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een deugdelijke waarschuwingsinrichting

5.3.33 RV

95

95

95

N

340

de veerrem van het na 30-09-1975 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een deugdelijke waarschuwingsinrichting

5.*.34 RV

95

95

N

350

a

het drukluchtremsysteem niet is voorzien van een goed functionerend meerkringsbeveiligingsventiel bij na 30-09-1975 in gebruik genomen voertuigen

5.*.35 lid 1 RV

240

240

N

350

b

het drukluchtremsysteem niet is voorzien van drukmeetpunten

5.*.35 lid 1 RV

95

95

95

N

350

c

de drukluchtremkrachtregelaars niet goed functioneren

5.*.35 lid 2 RV

240

240

240

N

350

d

het na 30-09-1981 in gebruik genomen voertuig met drukluchtremkrachtregelaars niet is voorzien van de vereiste plaat

5.*.35 lid 3 RV

95

95

95

N

350

e

de drukluchtremkrachtregelaars van het na 30-09-1981 in gebruik genomen voertuig niet aanwezig zijn, dan wel niet zijn afgesteld zoals op de plaat staat vermeld

5.*.35 lid 3 RV

240

240

240

N

360

de slag van de drukluchtremcylinders onjuist is afgesteld

5.*.36 RV

240

240

240

240

N

370

a

het één- of tweeleidingremsysteem niet de juiste aansluitdruk heeft

5.*.37 RV

240

240

240

N

370

b

het na 31-12-1997 in gebruik genomen voertuig is voorzien van een éénleidingremsysteem ten behoeve van een aanhangwagen

5.*.37 RV

240

240

N

370

c

het na 31-12-1997 in gebruik genomen voertuig is voorzien van een afzonderlijke inrichting voor de bediening van de remmen van de aanhangwagen

5.*.37 RV

240

240

N

380

m

de bedrijfsrem niet op alle wielen remt (uitgezonderd driewielige motorrijtuigen met een massa van minder dan 400 kg in gebruik genomen voor 01-04-1990), dan wel het voertuig op een (nagenoeg) droge weg uitbreekt ten gevolge van een verschil in remwerking tussen de wielen van elke as, of ten gevolge van overberemming van de achteras

5.*.38 RV

240

240

240

240

95

240

N

380

n

niet wordt voldaan aan de vereiste remvertraging

5.*.38 en 5.6.90 RV

160

240

95

N

380

p

het niet is voorzien van (een) goed werkende rem(men)

5.*.38 RV

55

55

niet wordt voldaan aan de vereiste remvertraging (cat 12 toegestane maximum massa minder dan 3500 kg); de vermindering bedraagt

5.*.38 RV

N

381

a

– 0 t/m 0,5 m/s2

240

240

240

240

N

381

b

– 0,51 t/m 1,0 m/s2

360

360

360

360

niet wordt voldaan aan de vereiste remvertraging (cat 12 toegestane maximum massa 3500 kg of meer); de vermindering bedraagt

5.*.38 RV

N

381

f

– 0 t/m 0,5 m/s2

380

380

380

380

380

N

390

a

de parkeerrem niet aan de eisen voldoet

5.*.39 RV

95

95

95

95

95

95

N

390

b

van de (brom)fiets op meer dan twee wielen zonder afzonderlijke vastzetinrichting één van de remmen niet kan worden vastgezet

5.*.39 RV

65

35

N

390

e

de vastzetinrichting of de veerrem niet aan de eisen voldoet

5.12.39 RV

95

N

400

c

de reminrichting van de aanhangwagen (niet zijnde een middenasaanhangwagen en aanhangwagen met een stijve dissel met een toegestane maximum massa van ten hoogste 1500 kg) niet automatisch in werking treedt bij het verbreken van de verbinding, dan wel niet automatisch in de bedrijfstoestand komt bij het koppelen met het trekkende voertuig

5.12.40 RV

240

N

400

d

niet is voorzien van een goed functionerende losbreekreminrichting (indien aanwezig)

5.*.40 RV

140

140

9 – Carrosserie

N

410

a

de deuren en de laadbakkleppen (cat 3(a)) niet goed sluiten of de deuren die direct toegang geven tot de personenruimte niet op normale wijze vanaf de binnenzijde en/of vanaf de buitenzijde kunnen worden geopend

5.*.41 RV

140

140

140

140

95

140

55

N

410

b

het slot of de scharnieren van de motorkap of het kofferdeksel aan de voorzijde geen goede sluiting waarborgen

5.*.41 RV

140

140

140

95

55

N

410

c

de bevestiging van de scharnieren ernstig zijn gecorrodeerd

5.*.41 RV

140

140

140

140

95

55

N

410

d

de windschermen en stroomlijnkappen de bediening belemmeren

5.*.41 RV

140

95

N

410

e

de windschermen, stroomlijnkappen en inrichtingen om ladingen mee te vervoeren niet deugdelijk zijn bevestigd

5.*.41 RV

140

95

N

410

f

de gesloten cabines niet zijn voorzien van tenminste twee deuren dan wel één deur en één nooduitgang

5.*.41 RV

140

N

410

g

de nooduitgang niet voldoet aan de vereiste afmetingen

5.*.41 RV

140

N

410

h

het slot of de scharnieren van de deuren of laadbakkleppen geen goede sluiting waarborgen

5.*.41 RV

140

140

140

140/95

N

410

j

de deur(en) of uitgang(en) of hoofddoorgang(en) of noodra(a)m(en) of noodluik(en) van de bus niet voldoen (voldoet) aan de eisen of de vereiste opschriften niet zijn aangebracht

5.3a.41 RV

140

de voorruit, de naast de bestuurders zitplaats aanwezige zijruiten dan wel het windscherm (indien vereist) en bij afwezigheid van een rechterbuitenspiegel de achterruit

N

420

a

– is beschadigd of verkleurd

5.*.42 RV

240

240

240

240

240

240

95

N

420

b

– is voorzien van onnodige voorwerpen die het uitzicht van de bestuurder belemmeren

5.*.42 RV

140

140

140

140

140

140

55

N

420

c

de ruiten niet voldoen aan de eisen

5.*.42 lid 1 RV

35

N

420

d

de lichtdoorlatendheid van de voorruit en/of de naast de bestuurderszitplaats aanwezige zijruiten minder dan 55% bedraagt

5.*.42 lid 3 RV

240

240

240

240

160

N

430

a

het voertuig niet is voorzien van een goed werkende ruitenwisserinstallatie (cat 5 in gebruik na 27-11-1975; cat 6 in gebruik na 31-12-2006)

5.*.43 RV

140

140

140

140

95

140

140

55

N

430

d

het voertuig niet is voorzien van een goed werkende ruitensproeierinstallatie voor de voorruit die de bestuurder voldoende uitzicht geeft (cat 2 in gebruik na 30-09-1971; cat 3 na 31-12-1997; cat 3a na 30-06-1985; cat 5 na 31-12-1994; cat 6 na 31-12-2006)

5.*.43 RV

140

140

140

140

95

55

N

440

a

het voertuig niet is voorzien van een goed werkende installatie ter ontdooiing en ontwaseming van de voorruit (cat 2 in gebruik na 30-09-1971; cat 3 na 31-12-1997, cat 3a na 30-06-1985, cat 5 voorruit en gesloten carrosserie na 31-12-1994 tot 17-06-2003 vanaf 17-06-2003 indien voorruit)

5.*.44 RV

140

140

140

140

55

N

450

a

het voertuig niet is voorzien van de noodzakelijke spiegels en/of cameramonitor-systeem die/dat aan de eisen voldoen/voldoet (cat. 6 voertuig in gebruik na 31-12-2006) (vooruitkijkspiegel / camera-monitorsysteem en breedtespiegel betreft bedrijfsauto met frontstuur in gebruik na 25-01-2008, tmm > 7500 kg) (cat. 8 rechterspiegel/camerasysteem in gebruik na 31-12-2018)

5.*.45 RV

140

140

140

95

140

140

55

N

450

b

het na 26-11-1975 doch voor 17-06-2003 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een linkerbuitenspiegel die aan de eisen voldoet

5.4.45 RV

140

N

450

c

het na 31-12-1996 doch voor 17-06-2003 in gebruik genomen voertuig dat 100 km/h of sneller kan, niet is voorzien van een rechterbuitenspiegel die aan de eisen voldoet

5.4.45 RV

140

N

450

g

het na 16-06-2003 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een linker- en een rechterbuitenspiegel

5.4.45 lid 1 RV

140

N

450

d

het na 26-11-1975 in gebruik genomen voertuig waarvan de ledige massa meer bedraagt dan 400 kg en waarbij de bestuurder een zodanige plaats inneemt dat hij vanaf zijn zitplaats het achter hem gelegen weggedeelte niet kan overzien niet is voorzien van een linkerbuitenspiegel

5.5.45 RV

140

N

450

e

het na 17-06-2003 in gebruik genomen voertuig met een gesloten carrosserie waarvan de ledige massa meer bedraagt dan 400 kg en waarbij de bestuurder een zodanige plaats inneemt dat hij vanaf zijn zitplaats het achter hem gelegen weggedeelte niet kan overzien niet is voorzien van een binnenspiegel

5.5.45 RV

140

N

450

f

het voertuig niet is voorzien van een rechterbuitenspiegel terwijl met de binnenspiegel het achter het voertuig gelegen weggedeelte niet voldoende kan worden overzien

5.5.45 RV

140

N

460

a

de zitplaatsen (of rugleuningen) niet deugdelijk bevestigd zijn

5.*.46 RV

140

95

55

N

460

aa

de na 31-12-2014 in gebruik genomen personenauto dan wel de na 21-01-2014 in gebruik genomen bedrijfsauto met een toegestane maximummassa van niet meer dan 3500 kg of bus van klasse III of B is voorzien van zijdelings gerichte zitplaatsen

5.*.46 RV

140

140

140

N

460

c

de zitplaatsen, rugleuningen of de verstelinrichtingen niet deugdelijk (bevestigd) zijn

5.*.46 RV

140

140

140

140

140

140

55

N

460

d

de voetsteunen niet deugdelijk zijn bevestigd

5.*.46 RV

140

95

N

460

g

de trappers niet deugdelijk zijn bevestigd of niet zijn voorzien van een stroef oppervlak

5.9.46 RV

55

N

470

a

de/een naar voren gerichte zitplaats(en) van de na 31-12-1989 in gebruik genomen personenauto niet voorzien is van (een) gordel(s) of de/een naar achteren gerichte zitplaats(en) van na 30-09-2000 in gebruik genomen personenauto niet voorzien is van (een) gordel(s)

5.2.47 RV

140

N

470

b

de/een gordel(s) voor de voorzitplaats(en) die aan een portier gren(st)(zen) van de na 01-01-1971 en voor 01-01-1990 in gebruik genomen personenauto niet aanwezig is/zijn

5.2.47 RV

140

N

470

c

de/een gordel(s) niet deugdelijk is/zijn (bevestigd) (geldt voor cat 7, 8 en 10 indien aanwezig)

5.*.47 RV

140

140

140

140

95

140

140

55

N

470

d

de/een gordel(s) voor de/een naar voren gerichte zitplaats(en) van de T-100 bus of na 31-12-1997 in gebruik genomen andere bus of bedrijfsauto niet aanwezig is/zijn

5.*.47 lid 1 RV

140

140

N

470

h

de/een naar voren en/of naar achteren gerichte zitplaats(en) van de na 30-09-2002 in gebruik genomen bus met een toegestane maximum massa van niet meer dan 3500 kg of van de na 30-09-2000 in gebruik genomen bus met een toegestane maximum massa van meer dan 3500 kg niet voorzien is/zijn van (een) gordel(s)

5.3a.47 lid 2 RV

140

N

470

g

de/een naar voren gerichte zitplaats(en) van het na 31-12-1989 in gebruik genomen driewielig motorrijtuig met gesloten carrosserie niet voorzien is/zijn van (een) gordel(s) of de/een naar achteren gerichte zitplaats(en) van het na 16-06-2003 in gebruik genomen driewielig motorrijtuig met gesloten carrosserie niet voorzien zijn van (een) gordel(s)

5.5.47 RV

140

N

470

i

de/een naar voren gerichte zitplaats(en) van de bromfiets op meer dan twee wielen met een gesloten carrosserie en een ledige massa van meer dan 250 kg, in gebruik genomen na 31-12-2006, niet is/zijn voorzien van (een) gordel(s)

5.6.47 lid 1 RV

95

N

470

j

het na 01-09-2008 in gebruik genomen en voor het vervoer van één of meer passagiers in een rolstoel ingericht voertuig niet voldoet aan de gestelde eisen

5.*.47a RV

140

140

N

470

k

de ligplaats(en) niet voldoe(t)(n) aan de gestelde eisen

5.2.47a jo. 5.2.79 en 5.3a.48 RV

140

140

N

480

a

het voertuig scherpe delen heeft die in geval van botsing het gevaar voor lichamelijk letsel voor andere weggebruikers aanzienlijk kunnen vergroten

5.*.48 en 5.6.92 lid 1 RV

240

240

240

240

240

160

240

240

95

95

95

240

240

240

240/160

95

N

480

b

het voertuig niet afgeschermde uitstekende delen heeft die in geval van botsing het gevaar voor lichamelijk letsel voor andere weggebruikers aanzienlijk kunnen vergroten

5.*.48 RV

240

240

240

240

240

240

95

240

240

240

240/160

95

N

480

h

het voertuig aan de voorzijde (een) voorziening(en) heeft die in geval van botsing de kans op lichamelijk letsel voor andere weggebruikers aanzienlijk kan/kunnen vergroten

5.*.48 RV

240

240

N

480

c

de wielen niet goed afgeschermd zijn, aanlopen of te ver buiten de afscherming uitsteken

5.*.48 RV

240

240

240

240

240

95

240

240

240/160

N

480

e

gevaar bestaat voor het losraken van enig deel van de buitenzijde

5.*.48 RV

140

140

140

140

140

95

140

140

55

140

140

140

140/95

N

480

f

de wielen/banden aanlopen

5.*.48 en 5.6.92 lid 2 RV

95

140

N

480

g

het voertuig niet is voorzien van de vereiste zijdelingse afscherming

5.*.48 RV

380

380

380

N

490

het na 30-06-1967 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een stootbalk (cat 3 en 12) of beschermingsinrichting (cat 3a) tegen klemrijden die aan de vereisten voldoet (afstand stootbalk/beschermingsinrichting wegdek: in gebruik voor 01-01-1998 70 cm, daarna 55 cm; afstand achterzijde voertuig tot stootbalk: tot 01-01-2005 60 cm, daarna cat 3, 3a en 12: 45 cm)

5.*.49 RV

380

380

380

N

500

de aanhangwagen aan de achterzijde niet is voorzien van een mogelijkheid tot bevestiging van een kentekenplaat

5.*.50 RV

95

95/65

N

501

de frontbeschermingsinrichting van het na 31-12-2008 in gebruik genomen voertuig met een toegestane maximummassa van niet meer dan 3500 kg niet is goedgekeurd voor het voertuig waarop deze is aangebracht en/of niet voorzien is van het voorgeschreven EG-typegoedkeuringsmerk

5.*.50 RV

240

240

10 – Verlichting

Noot

1.Bij het ontbreken of niet branden van dim-/kop-/achterlicht of kentekenplaatverlichting moeten de bepalingen uit het RVV 1990 worden toegepast;

2. Bij de feitcodes zijn alle data vermeld van verlichting die na 1 januari 1980 verplicht is geworden;

3. Er is geen sprake van verlichting in de zin van de Regeling Voertuigen als de armatuur niet is aangesloten en niet is voorzien van een lampje.

het niet is voorzien van (een) goed werkend(e)

N

514

a

– richtingaanwijzers (cat 4 na 31-12-1996 met zijspan na 31-10-1997; cat 6 = 3 of 4 wielig en gesloten carrosserie)

5.*.51-63 en 5.6.93 lid 2 RV

95

95

95

95

95

65

95

95

35

95

95

95

95/-

N

514

b

– waarschuwingsknipperlichten (cat 2, 3(a) na 31-12-1997; cat 5 na 31-12-1996; cat 10 na 01-01-2005)

5.*.51-63 RV

95

95

95

95

95

35

N

514

c

– zijrichtingaanwijzer(s) (cat. 2 na 31-12-1997; cat. 3(a) langer dan 6 m of na 31-12-1997; cat. 7 langer dan 6 m)

5.*.51-63 RV

95

95

95

95

N

514

d

– remlichten (cat. 6: 3 of 4 wielig en 2 wielig voertuig in gebruik na 31-12-2006 en vermogen meer dan 0,5 kW en max. snelheid meer dan 25 km/h)

5.*.51-63 RV

140

140

140

140

140

95

140

140

55

140

140

140

140/-

N

514

f

– rode retroreflectoren

5.*.51-63 en 5.6.93 lid 2 RV

95

95

95

95

95

65

95

95

35

35

35

95

95

95

95/65

35

35

N

514

g

– mistachterlicht(en) (cat. 2, 3(a) en 12 na 31-12-1997; cat. 13 voor zover het trekkende voertuig is voorzien van een mistachterlicht)

5.*.51-63 RV

95

95

95

95

95

N

514

h

– achteruitrijlicht(en) (cat 2, 3(a) in gebruik na 31-12-1997; cat 12 in gebruik na 31-12-2012)

5.*.51-63 RV

45

45

45

45

N

514

i

– markeringslichten (voor- en achterzijde) (cat. 2, 3(a) en 12 breder dan 2.60 m of na 31-12-1997 breder dan 2.10 m; cat. 13 en 14 breder dan 2.10 m)

5.*.51-63 RV

95

95

95

95

95

95

N

514

j

– zijmarkeringslichten (cat. 2, 3(a) en 12 na 31-12-1997 en langer dan 6 m; cat. 13 langer dan 6 m)

5.*.51-63 RV

95

95

95

95

95

N

514

k

– 3e remlicht (na 30-09-2001)

5.*.51-63 RV

95

N

514

l

– witte retroreflectoren (cat. 9: 3 wielig breder dan 75 cm; cat. 12 na 31-12-1997)

5.*.51-63 RV

35

95

95

95

N

514

m

– zijretroreflectoren (cat. 2 na 31-12-1997 en langer dan 6 m; cat. 3(a) en 7 langer dan 6 m; cat. 6: 2-wielig na 31-12-2006)

5.*.51-63 RV

95

95

95

65

95

95

95

95

95/65

N

514

o

– trapreflectie (cat 6 alleen indien vaste trappers bij 3 of 4 wielig)

5.*.51-63 RV

65

35

N

514

p

– wielreflectie

5.*.51-63 RV

35

35

N

514

r

– lijnmarkering aan de achterzijde bij een na 31-12-2012 in gebruik genomen voertuig dat breder is dan 2,10 m en langer is dan 6 m en waarbij de som van de toegestane aslasten meer bedraagt dan 3500 kg

5.12.51 RV

95

N

514

s

– lijnmarkering aan de zijkant bij een na 31-12-2012 in gebruik genomen voertuig dat langer is dan 6 m en waarbij de som van de toegestane aslasten meer bedraagt dan 3500 kg

5.12.51 RV

95

N

515

de verlichting/retroreflecterende voorzieningen niet de vereiste kleur hebben (cat 9 alleen retroreflectie)

5.*.51-59 en 5.6.95 RV

140

140

140

140

140

95

140

140

55

55

55

140

140

140

140/95

55

55

N

517

de verlichting of retroreflectoren niet op de juiste plaats zijn bevestigd (cat 9 alleen retroreflectie)

5.*.51-61 RV

95

95

95

95

95

65

95

95

35

35

35

95

95

95

95/65

35

35

N

518

de verlichte transparant(en) voldoet (voldoen) niet aan de eisen (niet afzonderlijk geschakeld/breder/langer dan voertuig)

5.*.55 RV

95

95

95

95

N

519

het voertuig aan de achterzijde niet is voorzien van één rode retroreflector in de vorm van een afgeknotte driehoek die voorzien is van een goedkeuringsmerk

5.*.51 RV

95

95

95

35

N

550

de glazen van de verlichtingsarmaturen of de retroreflectoren niet aan de gestelde eisen voldoen (cat 9, 11, 16 en 17 alleen eisen rode retroreflectie)

5.*.55 RV

95

95

95

95

95

65

95

95

35

35

35

95

95

95

95/65

35

35

N

551

de verlichtingsarmaturen of onderdelen daarvan niet deugdelijk zijn bevestigd (geldt ook voor niet verplichte verlichting)

5.*.55 RV

95

95

95

95

95

65

95

95

35

95

95

95

95/65

N

552

de lichten of retroreflectoren voor meer dan 25% zijn afgeschermd (cat 9, 11, 16 en 17 alleen afscherming rode retroreflectie)

5.*.55 RV

95

95

95

95

95

65

95

95

35

35

35

95

95

95

95/65

35

35

N

559

de mistvoorlichten niet goed zijn afgesteld conform het bepaalde in de artikelen 114a en 114b van de bijlage VIII

5.*.59b RV

95

95

95

95

N

560

de dimlichten niet aan de eisen voldoen

5.*.51 RV jo. 5.*.56 RV (cat. 6: 5.6.51, 5.6.53 en 5.6.55 RV)

95

95

95

95

95

65

95

95

35

N

620

het niet is voorzien van een controlelampje of schakelaar met herkenbare stand (cat 4) voor ingeschakeld(e) mistachterlicht(en)

5.*.62 RV

45

45

45

45

45

45

45

15

N

640

het is voorzien van niet toegestane verblindende/ knipperende verlichting

5.*.64 en 5.6.96 RV

140

140

140

140

140

95

140

140

55

140

140

140

140/95

55

55

N

650

het is voorzien van meer lichten of retroreflecterende voorzieningen dan is toegestaan (cat 9 uitsluitend retroreflectie)

5.*.65 en 5.6.97 RV

140

140

140

140

140

95

140

140

55

55

55

140

140

140

140/95

55

55

N

651

in het voertuig aanwezige lichten of objecten licht uitstralen naar de buitenzijde van het voertuig (cat. 3a niet van toepassing op binnenverlichting passagiersruimte bus)

5.*.65 RV

140

140

140

140

140

95

140

140

11 – Verbinding tussen trekkend voertuig en aanhangwagen

N

660

a

de koppeling niet deugdelijk is (bevestigd) of niet voldoet aan de daaraan gestelde eisen

5.*.66-70 en 5.6.98 RV

240

240

240

240

240

160

240

240

N

660

b

de (hulp)koppeling, trekdriehoek, trekboom of onderdelen daarvan niet aanwezig is/zijn, deugdelijk is/zijn (bevestigd) of niet voldoet/voldoen aan de daaraan gestelde eisen

5.*.66-70 RV

240

240

240

N

660

c

de (middenas)aanhangwagen, die is voorzien van een losbreekreminrichting, tevens is voorzien van een hulpkoppeling

5.*.66 RV

95

95

95

N

660

d

de koppeling, dissel, of onderdelen daarvan niet deugdelijk is/zijn (bevestigd) of niet voldoet/voldoen aan de daaraan gestelde eisen

5.15.66-70 RV

240/160

12 – Diversen

N

710

a

het niet is voorzien van een goed werkende geluidssignaalinrichting

5.*.71 RV

95

95

95

95

95

95

95

N

710

b

het niet is voorzien van een goed werkende bel of hoorn met vaste toonhoogte

5.*.71 en 5.6.99 RV

65

35

35

N

710

c

het niet is voorzien van een goed werkende bel

5.9.71 RV

35

Gebruikseisen voertuigen

Als bestuurder van een (motor)voertuig of samenstel van (motor)voertuigen rijden (terwijl):

0 – Algemeen

P

001

een verwisselbaar gedragen uitrustingsstuk wordt gebruikt terwijl dit niet is toegestaan (cat 3 uitsluitend toegestaan voor wegwerkzaamheden of gladheidsbestrijding)

5.18.0 RV

140

140

140

P

010

a

meer dan één aanhangwagen wordt voortbewogen

5.18.1 lid 1 RV

240

240

240

240

160

P

010

b

met de gelede bus een aanhangwagen wordt voortbewogen

5.18.1 lid 2 RV

240

P

010

c

met het gehandicaptenvoertuig een aanhangwagen wordt voortbewogen

5.18.1 lid 3 RV

55

55

P

010

d

met de motorfiets met onberemde zijspanwagen een aanhangwagen wordt voortbewogen

5.18.1 lid 4 RV

240

P

010

e

het samenstel van motorvoertuig en aanhangwagen meer dan twee draaipunten heeft

5.18.1 lid 8 RV

240

240

240

240

240

160

240

240

P

010

f

met een motorvoertuig, niet zijnde een landbouw- of bosbouwtrekker of motorrijtuig met beperkte snelheid een landbouw- of bosbouwaanhangwagen of verwisselbaar getrokken uitrustingsstuk wordt voortbewogen

5.18.1 lid 9 RV

240

240

240

P

020

a

met het motorvoertuig meer dan één motorvoertuig wordt gesleept

5.18.2 lid 1 RV

240

240

240

240

240

160

240

240

P

020

b

met het motorvoertuig een tweewielig motorvoertuig of samenstel van voertuigen wordt gesleept

5.18.2 lid 6 RV

240

240

240

240

240

160

240

240

P

020

c

met het tweewielig motorvoertuig, de gelede bus of het samenstel van voertuigen, een motorvoertuig wordt gesleept

5.18.2 lid 7 RV

240

240

240

240

240

160

240

240

P

020

da

een voertuig voorzien van een drukluchtsysteem niet met behulp van een sleepstang wordt gesleept

5.18.2 lid 2 RV

240

240

240

240

P

020

e

het drukluchtsysteem van het gesleepte voertuig niet is aangesloten op het drukluchtsysteem van het trekkend voertuig

5.18.2 lid 3 RV

240

240

P

020

f

met een dolly of afsleepas waarop zich een motorvoertuig bevindt, terwijl de reminrichting van de dolly of afsleepas ontbreekt

5.18.2 lid 4 RV

240

240

240

240

P

020

g

een afsleepas wordt gebruikt zonder dat zich daarop een motorvoertuig bevindt

5.18.2 lid 5 RV

240

240

240

240

P

030

hij wordt gehinderd door passagiers, lading of op andere wijze

5.18.3 RV

240

240

240

240

240

160

240

240

95

95

95

240

240

240

240/160

95

95

P

031

in dat voertuig, waarin vervoer van een passagier in rolstoel plaatsvindt losse voorwerpen, die het risico op letsel bij een noodstop, aanrijding of botsing kunnen verhogen, aanwezig zijn

5.18.3 lid 2 RV

240

240

240

240

160

95

P

041

a

de bestuurder niet voldoende zicht door de voorruit en/of de voorste zijruiten naar voren en opzij heeft

5.18.4 aanhef en onder a RV

240

240

240

240

240

160

240

240

95

P

041

b

de bestuurder met behulp van de voor dat voertuig of samenstel van voertuigen voorgeschreven spiegels of camera-monitorsysteem niet voldoende zicht heeft op het naast en/of achter hem gelegen weggedeelte

5.18.4 aanhef en onder b RV

140

140

140

140

140

95

140

140

55

P

041

c

de bestuurder niet voldoende zicht door de voorruit en de voorste zijruiten naar voren en opzij heeft en met behulp van de voor dat voertuig of samenstel van voertuigen voorgeschreven spiegels of camera-monitorsysteem niet voldoende zicht heeft op het naast en achter hem gelegen weggedeelte

5.18.4 RV

380

380

380

380

380

260

380

380

150

P

050

het niet is voorzien van de vereiste buitenspiegels, indien het zicht door lading achter het voertuig of door een achter het voertuig gekoppelde aanhangwagen is beperkt

5.18.5 lid 2 RV

240

240

240

240

240

160

240

240

95

95

P

051

de spiegels of gezichtsveldverbeterende voorzieningen niet zodanig zijn geplaatst dat de bestuurder in normale rijhouding de vereiste gezichtsvelden kan overzien

5.18.5 lid 1 RV

240

P

052

het gezichtsveld van de voor de landbouw- of bosbouwtrekker voorgeschreven spiegels wordt beperkt door verwisselbaar gedragen uitrustingsstuk(ken) of lading die aan de achterzijde van het voertuig is aangebracht of door een door het voertuig voortbewogen aanhangwagen met inbegrip van verwisselbaar gedragen uitrustingsstuk(ken) of de lading en het voertuig niet is voorzien van een linker- onderscheidenlijk een rechterbuitenspiegel of cameramonitorsysteem waarmee de bestuurder ten minste een vlak weggedeelte van 10 m achter het voertuig kan overzien

5.18.5 lid 3 jo. 5.8.46 lid 1 RV

240

P

060

a

voertuiggebonden lading, zoals voertuiguitrustingsstukken, voertuiggereedschappen of stuwagemiddelen niet zodanig is bevestigd dat deze niet van het voertuig kan vallen

5.18.6 lid 3 RV

380

380

380

380

380

260

380

380

150

150

150

380

380

380

380/260

150

150

P

061

de losse lading die naar haar aard niet op of aan het voertuig bevestigd kan worden niet deugdelijk is afgedekt terwijl gevaar of hinder is ontstaan of kan ontstaan als gevolg van afvallende of wegwaaiende lading

5.18.6 lid 2 RV

380

380

380

380

380

260

380

380

150

150

150

380

380

380

380/260

150

150

P

062

verwisselbare gedragen uitrustingsstukken, afneembare bovenbouwen, gestandaardiseerde laadstructuren of meeneemheftrucks niet deugdelijk bevestigd zijn met geschikte vastzetsystemen, zekeringssystemen of stuwagemiddelen

5.18.6 lid 4 RV

380

380

380

380

380

380

P

063

vastzetsystemen, zekeringssystemen, stuwagemiddelen of onderdelen hiervan niet goed functioneren dan wel niet geschikt zijn voor het doel waarvoor ze worden gebruikt

5.18.6 lid 5 RV

190

190

190

190

190

130

190

190

75

75

75

190

190

190

190/130

75

75

bij het vervoer van goederen aan de achterzijde van een personenauto, bedrijfsauto met een toegestane maximum massa van niet meer dan 3500 kg of een driewielig motorrijtuig

5.18.7 lid 1 RV

P

070

a

– de goederen niet deugdelijk zijn bevestigd op, in of aan een deugdelijke lastdrager

140

140

140

140

P

070

b

– de lastdrager niet deugdelijk is bevestigd

140

140

140

140

P

070

c

– de lastdrager inclusief lading meer dan 0,20 m buiten de zijkanten uitsteekt

140

140

140

140

P

070

d

– meer specifieke goederen worden vervoerd dan waarvoor de lastdrager is geconstrueerd

140

140

140

140

P

070

e

– de lastdrager aan de achterzijde niet op de voorgeschreven wijze is voorzien van twee rode achterlichten, twee rode remlichten, twee niet driehoekige rode retroreflectoren en twee ambergele richtingaanwijzers aangezien de verlichting en retroreflectoren van het voertuig worden afgeschermd

140

140

140

140

P

070

f

– de lastdrager niet is voorzien van een goed leesbare, van een goedkeuringsmerk voorziene en niet afgeschermde kentekenplaat met het kenteken van het voertuig waarop de lastdrager is aangebracht aangezien de op het voertuig aangebrachte kentekenplaat wordt afgeschermd

140

140

140

140

P

070

g

– de koppelingsdruk van de op de trekhaak bevestigde lastdrager meer bedraagt dan voorgeschreven of meer bedraagt dan 75 kg

95

95

95

95

P

070

h

– de lastdrager het wegdek kan raken

95

95

95

95

P

070

i

– de achtergebleven bevestigingsdelen van de lastdrager de bewegingsvrijheid van een aangekoppelde aanhangwagen beperken

95

95

95

95

bij het vervoer van goederen op het dak van een personenauto, bedrijfsauto met een toegestane maximum massa van niet meer dan 3500 kg of een driewielig motorrijtuig

5.18.7 lid 2 RV

P

070

j

– de goederen niet deugdelijk zijn bevestigd op, in of aan een deugdelijke lastdrager

140

140

140

P

070

k

– de lastdrager niet deugdelijk is bevestigd

140

140

140

P

070

l

– de maximale daklast wordt overschreden

140

140

140

P

070

m

– meer specifieke goederen worden vervoerd dan waarvoor de lastdrager is geconstrueerd

140

140

140

bij het vervoer van glas, plaatmateriaal of soortgelijke goederen aan één of beide zijkanten van een bedrijfsauto of aanhangwagen met een toegestane maximum massa van niet meer dan 3500 kg

5.18.7 lid 3 RV

P

071

a

– de lading niet deugdelijk is bevestigd op, in of aan een deugdelijke lastdrager

140

140

140

P

071

b

– de lastdrager niet deugdelijk is bevestigd

140

140

140

P

071

c

– de lastdrager met inbegrip van de lading meer dan 0,35 m buiten de zijkanten van het voertuig uitsteekt en/of de totale breedte van het voertuig inclusief de lastdrager en de lading meer bedraagt dan 2,75 m

140

140

140

P

071

d

– de lading meer dan 1 m achter het voertuig uitsteekt

140

140

140

P

071

e

– de lastdrager die in de breedte meer dan 0,10 m buiten de zijkant van het voertuig uitsteekt aan de voor- en/of achterzijde niet is voorzien van een markering die aan de gestelde eisen voldoet

140

140

140

P

080

de lading van het voertuig scherpe delen heeft (geldt niet voor lading of delen hoger dan 2 m boven wegdek)

5.18.8 RV

240

240

240

240

240

160

240

240

95

95

95

240

240

240

240/160

95

95

P

081

het verwisselbare uitrustingsstuk scherpe delen heeft (geldt niet voor delen hoger dan 2 m boven wegdek)

5.18.8 lid 1 RV

240

240

240

P

082

het verwisselbare uitrustingsstuk niet afgeschermde uitstekende delen heeft die in geval van botsing het gevaar voor lichamelijk letsel voor andere weggebruikers aanzienlijk kunnen vergroten

5.18.8 lid 2 RV

240

240

240

P

083

een deel van de buitenzijde van het verwisselbare uitrustingsstuk zodanig is bevestigd, beschadigd, versleten of door corrosie aangetast dat gevaar bestaat voor losraken

5.18.8 lid 3 RV

240

240

240

P

090

de opgeklapte opklapbare delen aan de buitenzijde van het voertuig niet deugdelijk zijn vergrendeld

5.18.9 RV

240

240

240

240

240

160

240

240

95

95

95

240

240

240

240/160

95

95

P

091

het niet voor gebruik op de weg noodzakelijke opklapbare deel of delen van het verwisselbare uitrustingsstuk tijdens het transport niet deugdelijk in opgeklapte toestand is/zijn vergrendeld

5.18.9 lid 2 RV

240

240

240

P

100

a

de aanhangwagen, met een toegestane maximum massa van niet meer dan 750 kg, niet is voorzien van het kenteken van het trekkend motorvoertuig

5.18.10 lid 1 RV

140

140/95

P

100

b

de aanhangwagen, met een toegestane maximum massa van niet meer dan 750 kg, niet is voorzien van een deugdelijk bevestigde, goed leesbare, niet afgeschermde en van een goedkeuringsmerk voorziene, kentekenplaat

5.18.10 lid 3-4 RV

140

140/95

P

100

c

de aanhangwagen, met een toegestane maximum massa van meer dan 750 kg, afkomstig uit een land waar voor deze aanhangwagens geen afzonderlijk kenteken is opgegeven, niet is voorzien van het kenteken van het trekkend motorvoertuig

5.18.10 lid 1 RV

140

P

100

d

de aanhangwagen met een toegestane maximum massa van meer dan 750 kg, afkomstig uit een land waar voor deze aanhangwagens geen afzonderlijk kenteken is opgegeven, niet is voorzien van een deugdelijk bevestigde, goed leesbare, niet afgeschermde en van een goedkeuringsmerk voorziene, kentekenplaat gelijk aan trekkend voertuig

5.18.10 lid 3-4 RV

140

1 – Afmetingen en massa's

Noot afmetingen: Als bij ondeelbare lading meer dan één afmeting wordt overschreden, dan wordt uitsluitend proces-verbaal opgemaakt terzake de afmeting die het meest wordt overschreden.

De overige overschrijdingen worden als bevinding eveneens in het proces-verbaal vermeld.

Lengte samenstel (onbeladen), c.q. indien geen sprake is van uitstekende lading

Noot:

– Lengte opleggertrekker met oplegger max. 16,50 m;

– bedrijfsauto/bus met aanhangwagen max.18,75 m;

– personenauto/ driewielig motorvoertuig met aanhangwagen max. 18 m; samenstel kermis- /circusvoertuigen max. 24 m;

– rijdend werktuig met aanhangwagen max. 20 m; land- bosbouwtrekker/motorrijtuig beperkte snelheid met één of meer aanhangwagens en/of verwisselbare getrokken machines max. 18,75 m;

– land- bosbouwtrekker/motorrijtuig beperkte snelheid met één of meer aanhangwagens en/of verwisselbare gedragen uitrustingsstukken machines max.18,75 m;

– indien het een verwisselbaar getrokken uitrustingsstuk betreft dat niet om een verticale as kan draaien ten opzichte van het trekkende voertuig lengte samenstel max. 12 m.

de maximum toegestane lengte van het samenstel van voertuigen wordt overschreden, met een overschrijding

5.18.11 en 5.18.20 RV

P

111

a

– t/m 0,25 m

280

280

280

280

280

280

P

111

f

het uitschuifbare voertuig, waarvan de uitgeschoven delen niet zijn voorzien van zijdelingse afscherming als bedoeld in artikel 5.12.48, 5e lid, in onbeladen toestand niet geheel is ingeschoven

5.18.11 lid 11 RV

240

Lengte deelbaar; uitstekende lading voorzijde

P

120

aa

de lading voor het voertuig uitsteekt (geldt niet voor kermis- en circusvoertuigen)

5.18.12 RV, 5.18.21 RV

140

140

140

140

140

140

140

Lengte deelbaar; uitstekende lading achterzijde

de lading meer dan 1 m achter het voertuig en/of meer dan 5 m achter de achterste as van het voertuig uitsteekt en/of de vereiste stootbalk, voor het na 01-01-1996 in gebruik genomen voertuig, meer dan 0,60 m van de uiterste achterzijde is aangebracht, terwijl de afstand van de lading tot het wegdek meer bedraagt dan 0,55 m (categorie 12 bedrijfsmatig gebruik), een overschrijding

5.18.12 RV

P

121

a

– t/m 0,25 m

280

280

P

121

g

het zicht op de verlichting, de retroreflectoren, de richtingaanwijzers of voor zover van toepassing de kentekenplaat aan de achterzijde van het voertuig wordt belemmerd door uitstekende lading

5.18.12, 5.18.13 en 5.18.21 RV

140

140

140

140

140

140

140

140

P

121

h

de lading uitsluitend op de laadvloerverlenging rust

5.18.12 lid 5 en 5.18.21 lid 3 RV

280

280

280

280

280

P

121

n

de stootbalk breder is of meer dan 0,20 m smaller is dan a. het voertuig op de plaats waar de stootbalk is aangebracht of; b. de breedte van de breedste achteras met inbegrip van de wielen

5.18.12 lid 5 RV

280

280

P

121

o

de stootbalk en/of de bevestiging daarvan is/zijn zodanig vervormd of zodanig breuken en/of scheuren vertoont, dan wel zodanig door corrosie is aangetast, dat hierdoor functieverlies optreedt

5.18.12 lid 5 RV

280

280

de uitsteek van de afneembare bovenbouw of gestandaardiseerde laadstructuur achter het hart van de achterste as meer dan 0,5 maal de lengte van het voertuig bedraagt en/of meer dan 5 m bedraagt of bij een oplegger de uitsteek van de afneembare bovenbouw of gestandaardiseerde laadstructuur achter het hart van de achterste as meer bedraagt dan 0,5 maal de afstand van hart koppeling tot de achterzijde en/of meer dan 5 m bedraagt

5.18.12 lid 7 RV

P

123

a

– t/m 0,25 m

280

280

de lengte van het voertuig met inbegrip van één of meer verwisselbare gedragen uitrustingsstukken meer bedraagt dan de maximum toegestane lengte van het voertuig, een overschrijding

5.18.12a RV

P

124

a

– t/m 0,75 m

140

P

124

b

– van meer dan 0,75 m

210

bij het voertuig dat is voorzien van één of meer verwisselbare gedragen uitrustingsstukken

5.18.12a RV

P

124

c

– de/het verwisselbare gedragen uitrustingsstuk(ken) niet zoveel mogelijk is/zijn ingeschoven, ingetrokken, in- of opgeklapt en/of deugdelijk vergrendeld

240

P

124

d

– lading rust op een verwisselbaar gedragen uitrustingsstuk welke niet is gerelateerd aan de functie van het verwisselbare uitrustingsstuk

140

P

124

e

– het zicht op de verlichting, de retroreflectoren of de richtingaanwijzers door een verwisselbaar gedragen uitrustingsstuk wordt belemmerd

140

P

124

f

– het verwisselbaar gedragen uitrustingsstuk dat voor of achter het voertuig meer dan 1 m uitsteekt niet is voorzien van een markering die aan de gestelde eisen voldoet

140

de lading meer dan 1 m achter het voertuig en/of meer dan 5 m achter het hart van de achterste as van het voertuig uitsteekt en/of de vereiste stootbalk, voor het na 01-01-1996 in gebruik genomen voertuig, meer dan 0,60 m van de uiterste achterzijde is aangebracht, terwijl de afstand van de lading tot het wegdek meer bedraagt dan 0,55 m (stootbalk uitsluitend cat. 12, particulier gebruik), een overschrijding

5.18.12 en 5.18.21 RV

P

121

j

– t/m 0,75 m

140

140

140

140

140

140

140

P

121

k

– van meer dan 0,75 m

210

210

210

210

210

210

210

de aan de achterzijde van het voertuig bevestigde meeneemheftruck meer dan 1,20 m achter het voertuig uitsteekt of indien een verklaring is afgegeven dat de aslasten en de last onder de koppeling van het voertuig bij belading met uitsluitend de meeneemheftruck voldoen aan de wettelijke eisen meer dan 1,50 m achter het voertuig uitsteekt

5.18.12 lid 6 RV

P

121

l

– t/m 0,25 m

280

280

de lading van een samenstel van bedrijfsauto en aanhangwagen, niet zijnde een oplegger, dat is ingericht voor het vervoer van voertuigen,

5.18.13 lid 2 RV

P

130

f

– meer dan 2 m achter de aanhangwagen en/of meer dan 5 m achter het hart van de achterste as van de aanhangwagen uitsteekt

240

P

130

g

– meer dan 0,50 m voor de voorzijde van de bedrijfsauto uitsteekt

140

P

130

h

– die meer dan 1 m achter het voertuig uitsteekt, aan de achterzijde niet is voorzien van een markering die voldoet aan de eisen

140

het samenstel van bedrijfsauto en aanhangwagen, niet zijnde een oplegger, met inbegrip van de lading dat is ingericht voor het vervoer van voertuigen, langer is dan 20,75 m een overschrijding

5.18.13 lid 2 RV

P

130

i

– t/m 0,25 m

280

280

de lengte van het voertuig met inbegrip van één of meer verwisselbare gedragen uitrustingsstukken meer bedraagt dan de maximum toegestane lengte van het voertuig, een overschrijding

5.18.21a RV

P

211

a

– t/m 0,75 m

140

140

P

211

b

– van meer dan 0,75 m

240

240

bij het voertuig dat is voorzien van één of meer verwisselbare gedragen uitrustingsstukken

5.18.21a RV

P

211

c

– de/het verwisselbare uitrustingsstuk(ken) niet zoveel mogelijk is/zijn ingeschoven, ingetrokken, in- of opgeklapt en/of deugdelijk vergrendeld

240

240

P

211

d

– lading rust op een verwisselbaar uitrustingsstuk die niet is gerelateerd aan de functie van het verwisselbare uitrustingsstuk

140

140

P

211

e

– het zicht op de verlichting, de retroreflectoren of de richtingaanwijzers aan de achterzijde door een verwisselbaar uitrustingsstuk wordt belemmerd

140

140

P

211

f

– het verwisselbaar uitrustingsstuk dat voor of achter meer dan 1 m het voertuig uitsteekt niet is voorzien van een markering die aan de gestelde eisen voldoet

140

140

P

211

g

– de voertuigdelen en/of (het) verwisselbare gedragen uitrustingsstuk(ken) meer dan 3.50 m voor het hart van het stuurwiel uitste(ekt)(ken)

240

240

Lengte; ondeelbare lading

de in lengte ondeelbare lading aan de voorzijde van een bedrijfsauto met een toegestane maximum massa van meer dan 3500 kg, niet zijnde een kermis- of circusvoertuig, meer dan 4,30 m voor het hart van de voorste as uitsteekt, een overschrijding

5.18.13 RV

P

130

n

– t/m 0,25 m

280

de in lengte ondeelbare lading van het voertuig of samenstel van voertuigen, niet zijnde een samenstel van kermis- of circusvoertuigen

5.18.13 RV

P

130

c

– voor de voorzijde van de aanhangwagen, niet zijnde een oplegger, uitsteekt

140

140

P

130

d

– die meer dan 1 m voor of achter het voertuig uitsteekt aan de voor- of achterzijde niet is voorzien van een markering die aan de eisen voldoet

140

140

140

de met in lengte ondeelbare lading beladen opleggertrekker en oplegger, met inbegrip van de lading, langer is dan 22 m, een overschrijding:

5.18.13 RV

P

130

ea

– 0,25 m te lang

280

de uitsteek van de in lengte ondeelbare lading achter het hart van de achterste as meer dan 0,5 maal de lengte van een bedrijfsauto met een toegestane maximummassa van meer dan 3500 kg of een aanhangwagen en/of meer dan van 5 m bedraagt of bij een oplegger de uitsteek van de lading achter het hart van de achterste as meer bedraagt dan 0,5 maal de afstand van hart koppeling tot de achterzijde en/of meer dan 5 m bedraagt (categorie 12 en 13 bedrijfsmatig gebruik), een overschrijding

5.18.13 RV

P

131

a

– t/m 0,25 m

280

280

280

P

131

f

de uitsteek van de in lengte ondeelbare lading achter het hart van de achterste as meer dan 0,5 maal de lengte van een aanhangwagen en/of meer dan 5 m bedraagt of bij een oplegger de uitsteek van de lading achter het hart van de achterste as meer bedraagt dan 0,5 maal de afstand van hart koppeling tot de achterzijde en/of meer dan 5 m (categorie 12 en 13 particulier gebruik)

5.18.13 RV

140

140

P

131

i

de in lengte ondeelbare lading bij een personenauto, een bedrijfsauto met een toegestane maximummassa van niet meer dan 3500 kg of een driewielig motorrijtuig aan de voor- en/of achterzijde van het voertuig meer dan 1 m uitsteekt

5.18.13 RV

140

140

140

de in lengte ondeelbare lading van het voertuig of samenstel van voertuigen

5.18.21 RV

P

210

e

– meer dan 3,50 m voor het hart van het stuurwiel van het voertuig uitsteekt

140

140

140

P

210

f

– meer dan 1 m voor en/of achter het voertuig uitsteekt, terwijl de voor-/ en of achterzijde niet is voorzien van de vereiste markering

140

140

140

P

210

g

– meer dan 5 m achter het hart van de achterste as van het voertuig uitsteekt

140

140

140

Afstand achteras trekkend voertuig / achterzijde voertuig

P

190

c

de afstand van de achteras van het trekkende voertuig tot de achterzijde van de aanhangwagen, met inbegrip van de lading, meer bedraagt dan 2,50 m

5.18.19, 5.18.27 RV

140/95

Breedte; lading

Noot: De feitcodeserie P 141 geldt voor de categorieën 7, 8 en 14 voor alle lading. Bij deze categorieën wordt geen onderscheid gemaakt tussen deelbare en ondeelbare lading. Voor de overige categorieën betreft het uitsluitend deelbare lading.

P

140

d

de lading of het verwisselbare gedragen uitrustingsstuk die meer dan 0,10 m buiten de zijkant van het voertuig uitsteekt, niet is voorzien van de vereiste markering (geldt niet voor lading op driewielige motorrijtuigen of voor lading op personenauto’s)

5.18.14 lid 3 en 5.18.22 lid 2 RV

140

140

140

140

140

140

140

P

140

e

de lading meer dan 0,20 m buiten de zijkant(en) van het voertuig uitsteekt (cat 5; cat 4 motor op 2 wielen)

5.18.14 en 5.18.19 RV

140

140

140

het voertuig met inbegrip van de (deelbare) lading of verwisselbaar gedragen uitrustingsstuk de maximum toegestane breedte overschrijdt, een overschrijding

5.18.14 lid 1 en 5.18.22 RV

P

141

a

– t/m 0,20 m

280

280

280

280

280

280

280

280

280

P

260

a

de bromfiets op twee wielen met inbegrip van de lading breder is dan 1 m

5.18.26 lid 1 RV

95

P

260

b

het voertuig met inbegrip van de lading breder is dan 2 m (cat 6 bromfiets > 2 wielen)

5.18.26 lid 2 en 5.18.19 lid 2 RV

95

140/-

P

270

a

de aangekoppelde aanhangwagen met inbegrip van de lading breder is dan 1 m

5.18.27 en 5.18.29 RV

-/95

55

P

280

a

de fiets op twee wielen met inbegrip van de lading breder is dan 0,75 m

5.18.28 lid 1 RV

55

P

280

b

de fiets op meer dan twee wielen of voorzien van een zijspanwagen met inbegrip van de lading breder is dan 1,50 m

5.18.28 lid 2 RV

55

het voertuig met inbegrip van de lading

P

300

a

– breder is dan 1,10 m

5.18.30 lid 1 RV

55

55

P

300

b

– breder is dan 1,50 m

5.18.30 lid 2 RV

55

P

300

c

– in bespannen toestand breder is dan 2,60 m of indien de lading bestaat uit losse veldgewassen breder is dan 3,50 m

5.18.30 lid 3 RV

80

Hoogte

P

270

b

de aangekoppelde aanhangwagen met inbegrip van de lading hoger is dan 1 m

5.18.19 en 5.18.27 RV

140/95

het voertuig met inbegrip van de lading

P

300

d

– hoger is dan 2 m

5.18.30 lid 4 RV

35

35

P

300

e

– hoger is dan 4 m

5.18.30 lid 5 RV

110

Massa

Noot

De onderstaande feiten, die betrekking hebben op de massa of de last onder wiel of as zijn niet van toepassing indien sprake is van beroepsmatig vervoer met een vrachtauto, in de zin van de Wet wegvervoer goederen, met een laadvermogen van meer dan 500 kg. Hierop zijn de feitcodeseries E 850 t/m E 856 van toepassing.

de op de kentekencard of het kentekenbewijs of in het kentekenregister vermelde toegestane maximum massa (van het samenstel) wordt overschreden, een overschrijding met

5.18.17a, b en c alle lid 1 RV

P

171

a

– meer dan 10 % t/m 25 %

140

140

140

140

P

171

b

– meer dan 25 % t/m 50 %

210

210

210

210

P

171

c

– meer dan 50 % t/m 75 %

310

310

310

310

geen toegestane maximummassa op de kentekencard, het kentekenbewijs of in het kentekenregister is vermeld dan wel de bedrijfsauto of bus niet in Nederland is geregistreerd en de massa of de som van de aslasten meer bedraagt dan:

a. 50.000 kg of bij een rijdend werktuig 60.000 kg;

b. de technisch toegestane maximum massa;

c. vijfmaal de toegestane maximum last onder de aangedreven as(sen);

d. de uitkomst van de som: het vermogen van de motor in kW, gedeeld door 0,00368 kW/kg,

een overschrijding met

5.18.17a en b beide lid 2 en 3 RV

P

171

e

– meer dan 10 % t/m 25 %

140

140

P

171

f

– meer dan 25 % t/m 50 %

210

210

P

171

g

– meer dan 50 % t/m 75 %

310

310

de som van de aslasten van de middenasaanhangwagen of oplegger in combinatie met een positieve last onder de koppeling van het voertuig in beladen toestand meer bedraagt dan de toegestane maximum massa, een overschrijding met

5.18.17c lid 1 RV

P

171

j

– meer dan 10 % t/m 25 %

140

P

171

k

– meer dan 25 % t/m 50 %

210

P

171

l

– meer dan 50 % t/m 75 %

310

op de kentekencard of het kentekenbewijs van de middenasaanhangwagen of in het kentekenregister geen toegestane maximum massa is vermeld dan wel de middenasaanhangwagen niet in Nederland is geregistreerd en de massa of de som van de aslasten in combinatie met een positieve last onder de koppeling in beladen toestand meer bedraagt dan 20.000 kg of meer bedraagt dan 24.000 kg bij een middenasaanhangwagen die voorzien is van gasvering of als gelijkwaardig aangemerkte vering en is voorzien van drie assen, een overschrijding met

5.18.17c lid 2 RV

P

171

n

– meer dan 10 % t/m 25 %

140

P

171

o

– meer dan 25 % t/m 50 %

210

P

171

p

– meer dan 50 % t/m 75 %

310

de massa niet op de voorgeschreven wijze kan worden vastgesteld en de massa meer bedraagt dan 750 kg, een overschrijding met

5.18.17c lid 3 RV

P

171

s

– meer dan 10 % t/m 25 %

140

P

171

t

– meer dan 25 % t/m 50 %

210

P

171

v

– meer dan 50 % t/m 75 %

310

de op het kentekenbewijs of de in het kentekenregister vermelde toegestane maximum last van enige as of asstel wordt overschreden, een overschrijding met

5.18.17d en e beide lid 1 RV

P

172

a

– meer dan 10 % t/m 25 %

140

140

140

P

172

b

– meer dan 25 % t/m 50 %

210

210

210

P

172

c

– meer dan 50 % t/m 75 %

310

310

310

geen waarde op de kentekencard, het kentekenbewijs van de bedrijfsauto, bus of dolly of in het kentekenregister is vermeld dan wel het voertuig niet in Nederland is geregistreerd en de getrokken massa of de som van de aslasten van de aanhangwagen of het samenstel van dolly en oplegger meer bedraagt dan in één van de in artikel 5.18.17 g lid 2 RV voor dat voertuig van toepassing zijnde waarden, een overschrijding met

5.18.17d lid 2 en e lid 2 RV

P

172

e

– meer dan 10 % t/m 25 %

140

140

140

P

172

f

– meer dan 25 % t/m 50 %

210

210

210

P

172

g

– meer dan 50 % t/m 75 %

310

310

310

het voertuig zodanig is beladen dat de op de kentekencard, in het Nederlandse kentekenbewijs of de in het kentekenregister van de aanhangwagen vermelde toegestane maximumlast onder de koppeling wordt overschreden, een overschrijding met

5.18.17f lid 1 RV

P

172

j

– meer dan 10 % t/m 25 %

140

P

172

k

– meer dan 25 % t/m 50 %

210

P

172

l

– meer dan 50 % t/m 75 %

310

de op de kentekencard, het kentekenbewijs van de bedrijfsauto, bus of dolly of de in het kentekenregister vermelde toegestane maximum te trekken massa van de aanhangwagen of het samenstel van dolly en oplegger wordt overschreden of de som van de aslasten meer bedraagt dan de vermelde toegestane maximum te trekken massa, een overschrijding met

5.18.17g lid 1 RV

P

172

n

– meer dan 10 % t/m 25 %

140

140

140

P

172

o

– meer dan 25 % t/m 50 %

210

210

210

P

172

p

– meer dan 50 % t/m 75 %

310

310

310

de getrokken massa of de som van de aslasten van de aanhangwagen of het samenstel van dolly en oplegger van het niet in Nederland geregistreerde voertuig meer bedraagt dan in één van de in artikel 5.18.17g lid 2 RV voor dat voertuig van toepassing zijnde waarden, een overschrijding met

5.18.17g lid 2 RV

P

173

a

– meer dan 10 % t/m 25 %

140

140

140

P

173

b

– meer dan 25 % t/m 50 %

210

210

210

P

173

c

– meer dan 50 % t/m 75 %

310

310

310

de toegestane maximum last van enige as, de last onder de koppeling, de toegestane maximummassa of de som van de aslasten meer bedraagt dan de toegestane maximummassa, een overschrijding met

5.18.17h lid 1 RV

P

173

e

– meer dan 10 % t/m 25 %

140

P

173

f

– meer dan 25 % t/m 50 %

210

P

173

g

– meer dan 50 % t/m 75 %

310

P

174

meer passagiers worden vervoerd dan op de kentekencard, het kentekenbewijs of in het kentekenregister, dan wel op de plaat als bedoeld in art. 5.3a.1 RV is vermeld of indien dit niet is vermeld het aantal passagiers meer bedraagt dan de toegestane maximummassa verminderd met de massa in rijklare toestand gedeeld door 68 kg

5.18.17h lid 2 RV

380

de totale massa of de som van de aslasten van de aanhangwagen meer bedraagt dan de maximum massa die volgt uit het op de koppeling van het trekkend voertuig (toegestane massa max. 3500 kg) aangebrachte identificatiekenmerk of goedkeuringsmerk, of indien zo'n merk niet aanwezig is, de massa meer bedraagt dan 750 kg en meer dan de ledige massa van het trekkend motorvoertuig en meer dan de massa in rijklare toestand van het trekkend motorrijtuig, een overschrijding met

5.18.18 RV

P

180

e

– meer dan 10 % t/m 25 %

140

140

P

180

f

– meer dan 25 % t/m 50 %

210

210

P

180

g

– meer dan 50 % t/m 75 %

310

310

P

181

a

de last onder de bestuurde as(sen) van een motorvoertuig (in beladen toestand) minder bedraagt dan 1/5 deel van de massa van het voertuig in beladen toestand

5.18.24 RV

240

240

240

240

240

240

P

181

b

de last onder de bestuurde as(sen) van een gelede bus minder bedraagt dan 1/5 deel van de massa van het voorste deel van het motorrijtuig in beladen toestand

5.18.18 lid 2 RV

240

P

181

c

de last onder de gestuurde as(sen), niet zijnde zelfsturende assen, van autonome aanhangwagens in beladen toestand (of samenstellen van dolly en oplegger in beladen toestand), minder bedraagt dan 1/5 deel van de massa van de aanhangwagen in beladen toestand (of het samenstel van dolly en oplegger in beladen toestand)

5.18.18 en 5.18.24 RV

240

240

240

P

181

d

de last onder de koppeling van opleggers in beladen toestand minder bedraagt dan 1/5 deel van de massa van de oplegger in beladen toestand

5.18.18 lid 4 RV

240

P

190

b

de totale massa van de aanhangwagen meer bedraagt dan de helft van de ledige massa van het trekkende voertuig

5.18.19, 5.18.27 RV

140/95

de totale massa van

a. de aanhangwagen met een bedrijfsrem of;

b. de som van de aslasten van de autonome aanhangwagen met een bedrijfsrem of;

c. de som van de aslasten of de aslast in combinatie met een positieve koppelingsdruk van de middenasaanhangwagen met een bedrijfsrem;

achter een personenauto meer bedraagt dan de laagste van in artikel 5.18.18a, lid 1, RV vermelde waarden dan wel de massa meer bedraagt dan 3500 kg, een overschrijding met

5.18.18a lid 1 RV

P

185

a

– meer dan 10 % t/m 25 %

140

140

P

185

b

– meer dan 25 % t/m 50 %

210

210

P

185

c

– meer dan 50 % t/m 75 %

310

310

de totale massa van

a. de aanhangwagen zonder een bedrijfsrem of;

b. de som van de aslasten van de autonome aanhangwagen zonder een bedrijfsrem of;

c. de som van de aslasten of de aslast in combinatie met een positieve koppelingsdruk van de middenasaanhangwagen zonder een bedrijfsrem;

achter een personenauto meer bedraagt dan de laagste van in artikel 5.18.18a, lid 2, RV vermelde waarden dan wel meer bedraagt dan 750 kg, een overschrijding met

5.18.18a lid 2 RV

P

186

a

– meer dan 10 % t/m 25 %

140

140

P

186

b

– meer dan 25 % t/m 50 %

210

210

P

186

c

– meer dan 50 % t/m 75 %

310

310

de op de constructieplaat vermelde technisch toegestane maximummassa van het voertuig wordt overschreden of de som van de aslasten van het voertuig in beladen toestand meer bedraagt dan de vermelde technisch toegestane maximummassa van het voertuig of het draagvermogen van de gemonteerde banden wordt overschreden (particulier gebruik), een overschrijding met

5.18.25 lid 1 en 5.18.25b lid 1 en 2 RV

P

250

aa

– meer dan 10 t/m 25 %

140

140

140

P

250

ab

– meer dan 25 t/m 50 %

210

210

210

P

250

ac

– meer dan 50 t/m 75 %

310

310

310

de toegestane maximummassa of de som van de aslasten van het voertuig of samenstel in beladen toestand meer bedraagt dan:

a. 50.000 kg;

b. de technisch toegestane maximummassa van het voertuig of samenstel;

c. 18.000 kg voor een twee-assige landbouw- of bosbouwtrekker, of;

d. 24.000 kg voor een drie-assige landbouw- of bosbouwtrekker;

(particulier gebruik), een overschrijding met

5.18.25 lid 2 en 3, 5.18.25a RV

P

251

aa

– meer dan 10 t/m 25 %

140

140

P

251

ab

– meer dan 25 t/m 50 %

210

210

P

251

ac

– meer dan 50 t/m 75%

310

310

bij de middenasaanhangwagen of oplegger de som van de aslasten van het voertuig in beladen toestand vermeerderd met de last onder de koppeling van het voertuig in beladen toestand, meer bedraagt dan de technisch toegestane maximummassa en/of het draagvermogen van de gemonteerde banden (particulier gebruik), een overschrijding met

5.18.25b lid 2 RV

P

252

aa

– meer dan 10 t/m 25 %

140

P

252

ab

– meer dan 25 t/m 50 %

210

P

252

ac

– meer dan 50 t/m 75 %

310

de toegestane maximummassa niet op de voorgeschreven wijze kan worden vastgesteld en de daardoor voor deze aanhangwagen of verwisselbaar getrokken uitrustingsstuk geldende toegestane maximum wiellast van 5000 kg wordt overschreden, een overschrijding met

5.18.25b lid 3 RV

P

253

aa

– meer dan 10 t/m 25 %

140

P

253

ab

– meer dan 25 t/m 50 %

210

P

253

ac

– meer dan 50 t/m 75 %

310

de (op de constructieplaat vermelde) technische toegestane maximumlast onder de as of het asstel wordt overschreden (of het draagvermogen van de gemonteerde banden) wordt overschreden (particulier gebruik), een overschrijding met

5.18.25c lid 1, 5.18.25d lid 1 en 2 RV

P

254

aa

– meer dan 10 t/m 25 %

140

140

140

P

254

ab

– meer dan 25 t/m 50 %

210

210

210

P

254

ac

– meer dan 50 t/m 75 %

310

310

310

de toegestane maximumlast onder de as meer bedraagt dan:

a. 10.000 kg voor een niet-aangedreven as of 11.500 kg voor een aangedreven as of;

b. de toegestane maximumlast onder de as van een motorrijtuig met beperkte snelheid meer bedraagt dan 12.000 kg of;

c. de toegestane maximumlast van de landbouw- of bosbouwaanhangwagens of het verwisselbare getrokken uitrustingsstuk onder een pendelas meer bedraagt dan 13.000 kg of de last onder één of beide assen bedraagt dan 6.500 kg;

(particulier gebruik), een overschrijding met

5.18.25c lid 2, 3 en 4 RV

P

255

aa

– meer dan 10 t/m 25 %

140

140

140

P

255

ab

– meer dan 25 t/m 50 %

210

210

210

P

255

ac

– meer dan 50 t/m 75 %

310

310

310

de som van de aslasten van de aangekoppelde middenasaanhangwagen met een toegestane maximum massa van meer dan 12.000 kg meer bedraagt dan 1,5 maal de som van aslasten van het trekkend motorvoertuig, een overschrijding met

5.18.31 RV

P

310

a

– meer dan 10 % t/m 25 %

240

P

310

b

– meer dan 25 % t/m 50 %

360

P

310

e

de koppelingsdruk van de middenasaanhangwagen met een massa van niet meer dan 750 kg meer bedraagt dan 50 kg dan wel niet neerwaarts is gericht

5.18.31 RV

140

P

310

f

de koppelingsdruk van de middenasaanhangwagen met een toegestane massa van meer dan 750 kg of de aanhangwagen met stijve dissel minder bedraagt dan 1 % van de toegestane maximum massa van dat voertuig (de koppelingsdruk behoeft niet meer dan 50 kg te bedragen)

5.18.31 RV

140

2 – Ophanging

P

320

de banden op één as niet dezelfde maataanduiding hebben vanwege het gebruik van een nood- of reservewiel en de rijsnelheid en het rijgedrag niet zijn aangepast aan de door de fabrikant voor dat nood- of reservewiel vastgestelde voorschriften

5.18.32 RV

240

240

240

240

P

321

de banden van het motorvoertuig voorzien zijn van sneeuwkettingen die bestaan uit metalen elementen

5.1.8.32a RV

240

240

240

240

3 – Reminrichting

P

330

a

de aanhangwagen, niet is voorzien van een reminrichting, terwijl de totale massa hoger is dan de helft van de massa in rijklare toestand van het trekkend voertuig

5.18.33 RV

240

P

340

a

de aanwezige reminrichting van de aanhangwagen niet in werking treedt bij het bedienen van de bedrijfsrem van het trekkend voertuig

5.18.34 lid 1 RV

240

240

240

P

340

b

de losbreekreminrichting niet op de vereiste wijze met het trekkend voertuig is verbonden

5.18.34 lid 2 RV

95

95

95

P

340

c

zonder dat de aanhangwagen en het trekkend voertuig, terwijl deze zijn uitgerust met een ABS- of EBS-systeem, via de ISO 7638 stekkers met elkaar zijn verbonden

5.18.34 lid 3 RV

240

240

P

340

d

het samenstel van voertuigen bestaande uit een bedrijfsauto en dolly met oplegger niet alle zijn voorzien van een EBS-remsysteem

5.18.34 lid 5 RV

240

240

P

340

e

de dolly van een samenstel van voertuigen bestaande uit een bedrijfsauto en dolly met oplegger is voorzien van een voertuigstabiliteitssysteem maar beschikt niet tevens over een voorziening die de remmen van de getrokken oplegger automatisch activeert zodra het voertuigstabiliteitssysteem van de dolly ingrijpt

5.18.34 lid 6 RV

240

240

niet wordt voldaan aan de minimale remvertraging van de bedrijfsrem van het samenstel, de vermindering bedraagt

5.18.35 lid 1 RV

P

350

a

– 0 t/m 0,5 m/s2

240

240

240

P

350

b

– 0,51 t/m 1,0 m/s2

360

360

360

niet wordt voldaan aan de minimale remvertraging van de bedrijfsrem van het samenstel, de vermindering bedraagt

5.18.35 lid 1 RV

P

350

f

– 0 t/m 0,5 m/s2

380

380

de remvertraging van het samenstel niet voldoet aan die van het trekkend voertuig, de vermindering bedraagt

5.18.35 lid 2 RV

P

351

a

– 0 t/m 0,5 m/s2

240

240

P

351

b

– 0,51 t/m 1,0 m/s2

360

360

P

352

het dubbel uitgevoerde rempedaal niet is gekoppeld

5.18.35a RV

140

140

P

360

de parkeerrem het samenstel op een helling van 10 % niet in stilstand kan houden

5.18.36 RV

95

95

95

95

95

95

4 – Verlichting, lichtsignalen en retroreflecterende voorzieningen

P

370

een aanhangwagen wordt voortbewogen zonder dat iedere zijkant van het trekkend voertuig is voorzien van een zijrichtingaanwijzer

5.18.37 RV

95

95

95

95

P

380

de verlichtingsinstallatie van de aanhangwagen niet zodanig functioneert, dat de functies van de verlichting en de lichtsignalen overeenkomen met die van het trekkend voertuig

5.18.38 lid 1 RV

140

140

140

140/95

55

P

382

de verlichtingsinstallatie van het verwisselbare gedragen of de lastdrager uitrustingsstuk niet zodanig functioneert dat de functies van verlichting en lichtsignalen op het verwisselbare gedragen uitrustingsstuk of de lastdrager overeenstemmen met die van het voertuig

5.18.38 lid 2 RV

140

140

140

140

140

140

5 – Verbinding tussen voertuigen

P

540

de aanhangwagen of het verwisselbare getrokken uitrustingsstuk niet middels een deugdelijke koppeling zodanig met het trekkend voertuig is verbonden dat zijdelings uitwijken van de aanhangwagen of het verwisselbare getrokken uitrustingsstuk zoveel mogelijk wordt voorkomen

5.18.54 RV

240

240

240

240/160

95

P

541

de aanhangwagen of het verwisselbare getrokken uitrustingsstuk niet middels een enkele, passende en geschikte koppeling die niet kan lostrillen geborgd is

5.18.54 RV

240

240

240

240/160

95

P

550

het bewegen van de aanhangwagen ten opzichte van het trekkend voertuig in een uiterste stand tot 90 graden wordt begrensd door delen van de reminrichting, de elektrische installatie, de koppeling of, indien aanwezig, de hulpkoppeling of besturingsonderdelen

5.18.55 RV

95

95

P

560

a

het trekoog of de kogelkoppeling van de gekoppelde aanhangwagen niet nagenoeg horizontaal ligt op een horizontaal wegdek

5.18.56 lid 1 RV

140

140

P

560

c

geen hoekverdraaiing van de opleggerschotel naar boven en naar beneden mogelijk is indien het samenstel van opleggertrekker en oplegger of het samenstel van dolly en oplegger zich op een horizontaal wegdek bevindt

5.18.56 lid 3 RV

95

P

570

de hulpkoppeling van een aanhangwagen met een toegestane maximum massa van niet meer dan 1500 kg niet op de vereiste wijze is aangebracht

5.18.57 RV

95

95

P

590

de gekoppelde aanhangwagen niet goed is verbonden

5.18.59 RV

55

6 – Diversen

P

600

de drie- of meerwielige bromfiets met carrosserie aan de achterzijde niet voorzien is van het vereiste ronde bord of vlak met de aanduiding 45

5.18.60 RV

65

P

601

de afsleepas niet voldoet aan de in artikel 5.18.62, lid 1 en 2, gestelde eisen

5.18.62 lid 1 en 2 RV

240

P

602

aan de achterzijde van het door de afsleepas gesleepte voertuig geen lichtbalk is geplaatst die is aangesloten op de verlichting van het trekkende voertuig met ten minste twee rode achterlichten, twee rode remlichten, twee rode retroreflectoren en twee ambergele richtingaanwijzers

5.18.62 lid 3 RV

140

Overzicht van wijzigingen voor dit

(02-07-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-07-2019

wijziging

24-06-2019

Stb. 2019, 237

24-06-2019

Stb. 2019, 237

01-01-2019

wijziging

06-12-2018

Stb. 2018, 492

06-12-2018

Stb. 2018, 492

Alg. 1

01-01-2018

wijziging

04-12-2017

Stb. 2017, 483

04-12-2017

Stb. 2017, 483

Alg. 2

01-07-2017

wijziging

02-12-2015

Stb. 2015, 500

18-05-2017

Stb. 2017, 234

Alg. 3

Inwtr. 4

01-01-2017

wijziging

15-12-2016

Stb. 2016, 540

15-12-2016

Stb. 2016, 540

01-01-2016

wijziging

02-12-2015

Stb. 2015, 500

02-12-2015

Stb. 2015, 500

Alg. 5

01-01-2015

wijziging

25-11-2014

Stb. 2014, 484

25-11-2014

Stb. 2014, 484

Alg. 6

01-01-2014

wijziging

11-12-2013

Stb. 2013, 543

11-12-2013

Stb. 2013, 543

Alg. 7

01-01-2013

wijziging

07-12-2012

Stb. 2012, 640

07-12-2012

Stb. 2012, 640

Alg. 8

01-01-2012

wijziging

15-12-2011

Stb. 2011, 630

15-12-2011

Stb. 2011, 630

Alg. 9

01-07-2011

wijziging

31-03-2011

Stb. 2011, 170

32438

04-05-2011

Stb. 2011, 219

01-01-2011

wijziging

23-11-2010

Stb. 2010, 785

23-12-2010

Stb. 2010, 876

Alg. 10

01-01-2010

wijziging

23-11-2009

Stb. 2009, 485

23-12-2009

Stb. 2009, 619

Alg. 11

01-05-2009

wijziging

24-02-2009

Stb. 2009, 140

23-04-2009

Stb. 2009, 194

01-04-2008

wijziging

09-02-2008

Stb. 2008, 48

20-03-2008

Stb. 2008, 91

01-01-2006

wijziging

08-10-2005

Stb. 2005, 555

16-11-2005

Stb. 2005, 580

01-01-2004

wijziging

28-08-2003

Stb. 2003, 350

10-10-2003

Stb. 2003, 395

01-01-2002

wijziging

12-10-2001

Stb. 2001, 465

29-11-2001

Stb. 2001, 590

15-01-2001

wijziging

04-12-2000

Stb. 2000, 535

14-12-2000

Stb. 2000, 579

01-03-2000

nieuw

23-12-1999

Stb. 2000, 10

23-12-1999

Stb. 2000, 10

Opmerkingen

  • 1) Artikel IV van Stb. 2018/492 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 2) Artikel VI van Stb. 2017/483 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 3) Artikel III van Stb. 2015/500 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.Abusievelijk is een wijziging geformuleerd die niet kan worden doorgevoerd.

  • 4) Treedt in werking op het tijdstip waarop de wet van 26 september 2014 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het verbeteren van de aanpak van het rijden onder invloed van drugs (Stb. 2014/353) in werking treedt.

  • 5) Artikel III van Stb. 2015/500 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 6) Artikel IV van Stb. 2014/484 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 7) Artikel III van Stb. 2013/543 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 8) Artikel VI van Stb. 2012/640 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 9) Artikel III van Stb. 2011/630 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 10) Artikel III van Stb. 2010/785 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 11) Artikel III van Stb. 2009/485 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.