Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 160

  • 1

    Op de eerste vordering van de in artikel 159 bedoelde personen is de bestuurder van een motorrijtuig verplicht dat motorrijtuig te doen stilhouden alsmede de volgende bewijzen behoorlijk ter inzage af te geven:

    • a.

      de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen delen van het kentekenbewijs, dan wel het in artikel 37, eerste lid, onderdeel b, bedoelde bewijs, en, indien met het motorrijtuig een aanhangwagen wordt voortbewogen, de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen delen van het kentekenbewijs van de aanhangwagen, dan wel het in artikel 37, eerste lid, onderdeel b, bedoelde bewijs voor de aanhangwagen;

    • b.

      het rijbewijs dan wel het hem door het daartoe bevoegde gezag buiten Nederland afgegeven rijbewijs en, indien hem buiten Nederland een internationaal rijbewijs is afgegeven, dat bewijs;

    • c.

      het ingevolge de richtlijn vakbekwaamheid bestuurders, bedoeld in artikel 151b, onderdeel a, vereiste getuigschrift;

    • d.

      indien hem ter zake van een bij of krachtens deze wet vastgesteld voorschrift ontheffing is verleend, de beschikking houdende verlening van ontheffing;

    • e.

      een gehandicaptenparkeerkaart of een kaart ten behoeve van het vervoer van gehandicapten, indien hij ter zake van het besturen van het motorrijtuig op grond van een bij of krachtens deze wet vastgesteld voorschrift dient te beschikken over een dergelijke kaart;

    • f.

      de begeleiderspas.

  • 2

    Indien het kentekenbewijs is afgegeven voor een aanhangwagen die overeenkomstig het krachtens deze wet bepaalde is voorzien van een identificatieplaat, kan aan de vordering worden voldaan binnen een bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde termijn.

  • 3

    Op de eerste vordering van de in artikel 159 bedoelde personen is de bestuurder van een voertuig, niet zijnde een motorrijtuig, verplicht dat voertuig te doen stilhouden en, indien hem ter zake van een bij of krachtens deze wet vastgesteld voorschrift ontheffing is verleend, de beschikking houdende verlening van ontheffing behoorlijk ter inzage af te geven.

  • 4

    De in artikel 159 bedoelde personen zijn bevoegd zich te vergewissen van de naleving van de bij of krachtens deze wet vastgestelde voorschriften en zo nodig een voertuig ten aanzien waarvan zij een onderzoek wensen in te stellen, naar een nabij gelegen plaats te voeren of te doen voeren. De bestuurder van het voertuig ten aanzien waarvan dit onderzoek wenselijk wordt geoordeeld, en de bestuurder van het voertuig waardoor een aanhangwagen wordt voortbewogen ten aanzien waarvan zodanig onderzoek wenselijk wordt geoordeeld, zijn verplicht desgevorderd hun tot het onderzoek noodzakelijke medewerking te verlenen en desverlangd de in artikel 159 bedoelde personen in hun voertuig te vervoeren.

  • 5

    Op de eerste vordering van een van de in artikel 159, onderdeel a, bedoelde personen zijn de bestuurder van een voertuig, degene die aanstalten maakt een motorrijtuig te gaan besturen en de begeleider, verplicht hun medewerking te verlenen aan:

    • a.

      een onderzoek van de psychomotorische functies en de oog- en spraakfuncties, ter vaststelling van een mogelijke overtreding van artikel 8, eerste of vijfde lid,

    • b.

      een voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht, ter vaststelling van een mogelijke overtreding van artikel 8, tweede of derde lid, of

    • c.

      een onderzoek van speeksel, ter vaststelling van een mogelijke overtreding van artikel 8, vijfde lid, alsmede

    de aanwijzingen die die persoon in dat kader geeft, op te volgen.

  • 6

    Op eerste vordering van een van de in artikel 159, onderdeel a, bedoelde personen zijn de bestuurder van een motorrijtuig en degene die aanstalten maakt een motorrijtuig te gaan besturen die op grond van artikel 132c, eerste lid, onderdeel d, de feitelijke beschikking hebben gekregen over een rijbewijs waarop de bij ministeriële regeling vastgestelde codering voor het rijden met een alcoholslot is vermeld, verplicht het alcoholslot, dan wel de daarvan deel uitmakende ademalcoholtester te tonen of een blaastest op het in het motorrijtuig aanwezige alcoholslot uit te voeren.

  • 7

    De bestuurder van een voertuig of de begeleider, die door een der in artikel 159 bedoelde personen in overtreding wordt bevonden van een bij of krachtens deze wet vastgesteld voorschrift, is verplicht de hem door die persoon ter bescherming van bij het verkeer betrokken belangen gegeven bevelen op te volgen.

  • 8

    Op eerste vordering van de in artikel 159 bedoelde personen is de begeleider verplicht zijn rijbewijs behoorlijk ter inzage af te geven.

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(03-07-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

wijziging

19-06-2013

Stb. 2013, 333

33504

15-03-2018

wijziging

25-10-2017

Stb. 2017, 424

34693

22-02-2018

Stb. 2018, 72

Alg. 1

01-07-2017

wijziging

26-09-2014

Stb. 2014, 353

32859

18-05-2017

Stb. 2017, 234

06-06-2012

wijziging

21-05-2012

Stb. 2012, 231

32403

21-05-2012

Stb. 2012, 231

01-12-2011

wijziging

04-06-2010

Stb. 2010, 259

31896

07-11-2011

Stb. 2011, 527

25-12-2008

wijziging

24-10-2008

Stb. 2008, 428

31340

03-12-2008

Stb. 2008, 554

01-07-2008

wijziging

13-03-2008

Stb. 2008, 99

31219

19-06-2008

Stb. 2008, 235

01-10-2006

wijziging

28-06-2006

Stb. 2006, 322

30477

07-08-2006

Stb. 2006, 382

01-08-1996

wijziging

26-02-1996

Stb. 1996, 155

24055

03-07-1996

Stb. 1996, 371

01-06-1996

wijziging

24-05-1996

Stb. 1996, 276

24496

30-05-1996

Stb. 1996, 279

01-01-1995

wijziging

17-11-1994

Stb. 1994, 858

23664

15-12-1994

Stb. 1994, 919

Inwtr. 2

01-01-1995

wijziging

16-12-1993

Stb. 1993, 650

22495

23-12-1993

Stb. 1993, 693

nieuwe-regeling

21-04-1994

Stb. 1994, 475

22030

15-12-1994

Stb. 1994, 919

Opmerkingen

  • 1) Abusievelijk is een wijziging geformuleerd die niet geheel juist is.

  • 2) Eerste lid, onderdeel a, en tweede lid, treden voor wat betreft aanhangwagens die na 31 augustus 2002 in het verkeer zijn gebracht in werking bij Stb. 2002/442 op 1 september 2002.Eerste lid, onderdeel a, en tweede lid, treden voor wat betreft aanhangwagens die voor 1 september 2002 in het verkeer zijn gebracht in werking bij Stb. 2002/442 op 1 september 2003.