Op de eerste vordering van de in artikel 159 bedoelde personen is de bestuurder van een motorrijtuig verplicht dat motorrijtuig te doen stilhouden alsmede de volgende bewijzen behoorlijk ter inzage af te geven:
de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen delen van het kentekenbewijs, dan wel het in artikel 37, eerste lid, onderdeel b, bedoelde bewijs, en, indien met het motorrijtuig een aanhangwagen wordt voortbewogen, de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen delen van het kentekenbewijs van de aanhangwagen, dan wel het in artikel 37, eerste lid, onderdeel b, bedoelde bewijs voor de aanhangwagen;
het rijbewijs dan wel het hem door het daartoe bevoegde gezag buiten Nederland afgegeven rijbewijs en, indien hem buiten Nederland een internationaal rijbewijs is afgegeven, dat bewijs;
het ingevolge de richtlijn vakbekwaamheid bestuurders, bedoeld in artikel 151b, onderdeel a, vereiste getuigschrift;
indien hem ter zake van een bij of krachtens deze wet vastgesteld voorschrift ontheffing is verleend, de beschikking houdende verlening van ontheffing;
een gehandicaptenparkeerkaart of een kaart ten behoeve van het vervoer van gehandicapten, indien hij ter zake van het besturen van het motorrijtuig op grond van een bij of krachtens deze wet vastgesteld voorschrift dient te beschikken over een dergelijke kaart;
de begeleiderspas.
Indien het kentekenbewijs is afgegeven voor een aanhangwagen die overeenkomstig het krachtens deze wet bepaalde is voorzien van een identificatieplaat, kan aan de vordering worden voldaan binnen een bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde termijn.
Op de eerste vordering van de in artikel 159 bedoelde personen is de bestuurder van een voertuig, niet zijnde een motorrijtuig, verplicht dat voertuig te doen stilhouden en, indien hem ter zake van een bij of krachtens deze wet vastgesteld voorschrift ontheffing is verleend, de beschikking houdende verlening van ontheffing behoorlijk ter inzage af te geven.
De in artikel 159 bedoelde personen zijn bevoegd zich te vergewissen van de naleving van de bij of krachtens deze wet vastgestelde voorschriften en zo nodig een voertuig ten aanzien waarvan zij een onderzoek wensen in te stellen, naar een nabij gelegen plaats te voeren of te doen voeren. De bestuurder van het voertuig ten aanzien waarvan dit onderzoek wenselijk wordt geoordeeld, en de bestuurder van het voertuig waardoor een aanhangwagen wordt voortbewogen ten aanzien waarvan zodanig onderzoek wenselijk wordt geoordeeld, zijn verplicht desgevorderd hun tot het onderzoek noodzakelijke medewerking te verlenen en desverlangd de in artikel 159 bedoelde personen in hun voertuig te vervoeren.
Op de eerste vordering van een van de in artikel 159, onderdeel a, bedoelde personen zijn de bestuurder van een voertuig, degene die aanstalten maakt een motorrijtuig te gaan besturen en de begeleider, verplicht hun medewerking te verlenen aan:
een onderzoek van de psychomotorische functies en de oog- en spraakfuncties, ter vaststelling van een mogelijke overtreding van artikel 8, eerste of vijfde lid,
een voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht, ter vaststelling van een mogelijke overtreding van artikel 8, tweede of derde lid, of
een onderzoek van speeksel, ter vaststelling van een mogelijke overtreding van artikel 8, vijfde lid, alsmede
de aanwijzingen die die persoon in dat kader geeft, op te volgen.
Op eerste vordering van een van de in artikel 159, onderdeel a, bedoelde personen zijn de bestuurder van een motorrijtuig en degene die aanstalten maakt een motorrijtuig te gaan besturen die op grond van artikel 132c, eerste lid, onderdeel d, de feitelijke beschikking hebben gekregen over een rijbewijs waarop de bij ministeriële regeling vastgestelde codering voor het rijden met een alcoholslot is vermeld, verplicht het alcoholslot, dan wel de daarvan deel uitmakende ademalcoholtester te tonen of een blaastest op het in het motorrijtuig aanwezige alcoholslot uit te voeren.
De bestuurder van een voertuig of de begeleider, die door een der in artikel 159 bedoelde personen in overtreding wordt bevonden van een bij of krachtens deze wet vastgesteld voorschrift, is verplicht de hem door die persoon ter bescherming van bij het verkeer betrokken belangen gegeven bevelen op te volgen.
Op eerste vordering van de in artikel 159 bedoelde personen is de begeleider verplicht zijn rijbewijs behoorlijk ter inzage af te geven.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Besluit aanwijzing ambtenaren belast met opsporing ex artikel 159 Wegenverkeerswet 1994
artikel: 1
Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer
artikel: 4, 6, 8
Besluit OM-afdoening
bijlage: I
Invoeringswet Wegenverkeerswet 1994
artikel: 44
Kentekenreglement
artikel: 58k, 22
Regeling eisen theorie-examen rijbewijscategorie A
artikel: 1
Regeling eisen theorie-examen rijbewijscategorie AM
artikel: 1
Regeling eisen theorie-examen rijbewijscategorie B
artikel: 1
Regeling eisen theorie-examens rijbewijscategorieën C1 en C
artikel: 1
Regeling eisen theorie-examens rijbewijscategorieën D1 en D
artikel: 1
Regeling wegvervoer goederen
artikel: 18
Uitvoeringsbesluit ex artikel 4 Wegenverkeerswet 1994 inzake verkeersvoorschriften voor het militaire verkeer
artikel: 1
Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften
bijlage: als bedoeld in artikel 2, eerste lid
(03-07-2019)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
19-06-2013 |
|||||||
wijziging |
25-10-2017 |
22-02-2018 |
||||||
wijziging |
26-09-2014 |
18-05-2017 |
||||||
wijziging |
21-05-2012 |
21-05-2012 |
||||||
wijziging |
04-06-2010 |
07-11-2011 |
||||||
wijziging |
24-10-2008 |
03-12-2008 |
||||||
wijziging |
13-03-2008 |
19-06-2008 |
||||||
wijziging |
28-06-2006 |
07-08-2006 |
||||||
wijziging |
26-02-1996 |
03-07-1996 |
||||||
wijziging |
24-05-1996 |
30-05-1996 |
||||||
wijziging |
17-11-1994 |
Stb. 1994, 858 |
15-12-1994 |
Stb. 1994, 919 |
||||
wijziging |
16-12-1993 |
Stb. 1993, 650 |
23-12-1993 |
Stb. 1993, 693 |
||||
nieuwe-regeling |
21-04-1994 |
Stb. 1994, 475 |
15-12-1994 |
Stb. 1994, 919 |
Opmerkingen
1) Abusievelijk is een wijziging geformuleerd die niet geheel juist is.
2) Eerste lid, onderdeel a, en tweede lid, treden voor wat betreft aanhangwagens die na 31 augustus 2002 in het verkeer zijn gebracht in werking bij Stb. 2002/442 op 1 september 2002.Eerste lid, onderdeel a, en tweede lid, treden voor wat betreft aanhangwagens die voor 1 september 2002 in het verkeer zijn gebracht in werking bij Stb. 2002/442 op 1 september 2003.