Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 4

  • 1

    De uitvoerder of de uitvoerder aardwarmte stelt een werkplan vast waarin alle in een vergunningsgebied uit te voeren mijnbouwactiviteiten staan vermeld.

  • 2

    Het werkplan is een jaarlijks voortschrijdend vijfjarenplan. De uitvoerder of de uitvoerder aardwarmte dient het plan in bij de inspecteur-generaal der mijnen binnen vier weken na verlening van een vergunning als bedoeld in artikel 6, 24b of 25 van de wet en vervolgens jaarlijks voor 1 november van het jaar, voorafgaand aan het eerste kalenderjaar waarop het plan betrekking heeft.

  • 3

    Ingrijpende afwijkingen van de in het eerste kalenderjaar opgenomen mijnbouwactiviteiten waarop het desbetreffende werkplan betrekking heeft, worden tenminste vier weken voor de verrichting van de desbetreffende activiteit ter kennis gebracht van de inspecteur-generaal der mijnen.

  • 4

    Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld omtrent de inhoud van het werkplan.

Informatie geldend op 29-12-2023

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  1. Mijnbouwregeling

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Mijnbouwbesluit
    artikel: 171, 198

  2. Mijnbouwregeling

  3. Regeling indicatieve vaststelling reikwijdte Dienstenwet
    bijlage: bedoeld in artikel 1

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(29-12-2023)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-07-2023

wijziging

18-04-2023

Stb. 2023, 139

18-04-2023

Stb. 2023, 140

01-01-2004

nieuwe-regeling

06-12-2002

Stb. 2002, 604

06-12-2002

Stb. 2002, 604