Een grond voor verlenging van de verjaring bestaat:
tussen niet van tafel en bed gescheiden echtgenoten;
tussen een wettelijke vertegenwoordiger en de onbekwame die hij vertegenwoordigt;
tussen een bewindvoerder en de rechtshebbende voor wie hij het bewind voert, ter zake van vorderingen die dit bewind betreffen;
tussen rechtspersonen en haar bestuurders;
tussen een beneficiair aanvaarde nalatenschap en een erfgenaam;
tussen de schuldeiser en zijn schuldenaar die opzettelijk het bestaan van de schuld of de opeisbaarheid daarvan verborgen houdt;
tussen geregistreerde partners.
De onder b en c genoemde gronden voor verlenging duren voort totdat de eindrekening van de wettelijke vertegenwoordiger of de bewindvoerder is gesloten.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(12-12-2023)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
17-12-1997 |
19-12-1997 |
||||||
nieuwe-regeling |
22-11-1991 |
Stb. 1991, 600 |
22-11-1991 |
Stb. 1991, 600 |
||||
tekstplaatsing-wijziging |
22-11-1991 |
Stb. 1991, 600 |
22-11-1991 |
Stb. 1991, 600 |