De rechtbank kan het gezag van een ouder beëindigen indien:
een minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd, en de ouder niet de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding, bedoeld in artikel 247, tweede lid, in staat is te dragen binnen een voor de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn, of
de ouder het gezag misbruikt.
Het gezag van de ouder kan ook worden beëindigd indien het gezag is geschorst, mits aan het eerste lid is voldaan.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Besluit gezagsregisters
artikel: 2
Besluit studiefinanciering 2000
artikel: 6
Burgerlijk Wetboek Boek 1
artikel: 268, 331
Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek
artikel: 28
Tijdelijke beleidsregel pilot kosteloze rechtsbijstand procedures in eerste aanleg met betrekking tot gezagsbeëindiging ex de artikelen 1:266 juncto 1:267 BW
artikel: 1, 4, 5, 6
Tijdelijke wet uitwisseling persoonsgegevens UHP KOT
artikel: 1
Wet inkomstenbelasting 2001
artikel: 2.15
Wet kinderopvang
artikel: 1.1
Wet regeling ouderlijk gezag op minderjarige Koning 2013
artikel: 2
(01-07-2023)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
12-03-2014 |
14-11-2014 |
||||||
wijziging |
06-04-1995 |
29-09-1995 |
||||||
nieuwe-regeling |
11-12-1958 |
Stb. 1958, 590 |
04-06-1969 |
Stb. 1969, 259 |
||||
wijziging |
11-12-1958 |
Stb. 1958, 591 |
04-06-1969 |
Stb. 1969, 259 |
||||
wijziging |
28-05-1969 |
Stb. 1969, 257 |
04-06-1969 |
Stb. 1969, 259 |
||||
wijziging |
28-05-1969 |
Stb. 1969, 258 |
04-06-1969 |
Stb. 1969, 259 |