Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 3.5 Elektrotechnische, bedienings- en andere werkzaamheden aan of nabij een elektrische installatie

  • 1

    Elektrotechnische werkzaamheden en bedieningswerkzaamheden die gevaren kunnen opleveren, worden door deskundige, voldoend onderrichte en daartoe bevoegde werknemers uitgevoerd.

  • 2

    Een ruimte waarin zich een elektrische installatie voor hoogspanning bevindt waarvan de delen niet of onvoldoende zijn beschermd tegen direkte of indirekte aanraking dan wel te dichte nadering, wordt slechts betreden in aanwezigheid van een tweede daartoe bevoegd persoon.

  • 3

    Werkzaamheden aan of in de nabijheid van een elektrische installatie worden slechts uitgevoerd, indien de installatie of het gedeelte waaraan of in de nabijheid waarvan wordt gewerkt, spanningsloos is.

  • 4

    De daartoe bevoegde werknemer neemt doeltreffende maatregelen om een veilig verloop van de werkzaamheden te waarborgen.

  • 5

    Het derde lid is niet van toepassing op werkzaamheden die worden verricht aan of in de nabijheid van een elektrische laagspanningsinstallatie, indien:

    • a.

      de dringende noodzaak van het onder spanning uitvoeren van die werkzaamheden is aangetoond;

    • b.

      tot het uitvoeren van die werkzaamheden door de daartoe bevoegde werknemer uitdrukkelijk opdracht is gegeven, en

    • c.

      de installatie tevens geschikt is voor het onder spanning uitvoeren van die werkzaamheden en door de daartoe bevoegde werknemer doeltreffende maatregelen zijn genomen om de aan die werkzaamheden verbonden gevaren te voorkomen.

  • 6

    Het derde lid is niet van toepassing op werkzaamheden die worden uitgevoerd aan of in de nabijheid van een elektrische installatie voor hoogspanning, bestaande uit:

    • a.

      het nemen en opheffen van veiligheidsmaatregelen, waaronder begrepen het met geschikt materieel knippen of schieten van kabels;

    • b.

      het uitvoeren van metingen en beproevingen, of

    • c.

      het reinigen van elektrisch materieel.

  • 7

    Werkzaamheden bestaande uit het reinigen van elektrisch materieel in een elektrische installatie voor hoogspanning als bedoeld in het zesde lid, onder c, worden slechts uitgevoerd, indien:

    • a.

      tot het uitvoeren van die werkzaamheden door de daartoe bevoegde werknemer uitdrukkelijk opdracht is gegeven;

    • b.

      gebruik wordt gemaakt van de voor deze werkzaamheden geschikte arbeidsmiddelen, reinigingsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen, en

    • c.

      de werknemers zich met de arbeidsmiddelen waarmee zij fysiek in contact staan, niet behoeven te begeven in de gevarenzone van de installatie of delen daarvan die onder spanning staan.

Informatie geldend op 28-06-2023

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Arbeidsomstandighedenbesluit
    artikel: 9.5a, 9.9b, 3.42, 9.3, 9.5

  2. Arbeidsomstandighedenregeling
    artikel: 8.29c

  3. Beleidsregel arbocatalogi 2019
    bijlage: als bedoeld in artikel 6 van de Beleidsregel arbocatalogi 2019

  4. Netcode elektriciteit
    artikel: 2.39

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(28-06-2023)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2009

wijziging

20-11-2008

Stb. 2008, 502

20-11-2008

Stb. 2008, 502

01-11-1999

wijziging

10-09-1999

Stb. 1999, 435

25-10-1999

Stb. 1999, 450

01-07-1997

nieuwe-regeling

15-01-1997

Stb. 1997, 60

20-06-1997

Stb. 1997, 263

Inwtr. 1

Opmerkingen

  • 1) Artikel 4.8, tweede en zesde lid, treedt voor zover het de aanwezigheid van het certifcaat van vakbekwaamheid betreft, in werking op 1 oktober 1997.