ANTWOORD
VraagWie is bevoegd gezag bij mijnbouwinrichtingen?AntwoordGemeenten zijn niet bevoegd gezag bij vergunningverlening en toezicht voor omgevingsvergunning mijnbouwinrichtingen.Door de invoering van de Wabo op 1 oktober 2010 hebben er wijzigingen in bevoegd gezag voor de vergunningverlening plaatsgevonden. Daardoor is in veel gevallen de gemeente niet meer bevoegd gezag. Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) wil in dit kader dan ook dringend aandacht vragen voor de volgende twee punten:Doorzenden aanvragen door gemeenten aan EL&I-mijnbouw. Het Omgevingsloket online wijst automatisch de gemeente toe als het bevoegd gezag. Hierdoor komen aanvragen bij de gemeente terecht in plaats van bij EL&. De gemeente moet deze aanvragen zo spoedig mogelijk doorzenden naar EL&I. Anders loopt de behandeling van aanvragen vertraging op of wordt de vergunning verleend door een bestuursorgaan dat daarvoor niet bevoegd is.Overdracht dossier aan SodM. Integraal toezicht voor mijnbouwinrichtingen ligt bij Staatstoezicht op de Mijnen (SodM). Hiervoor moet een dossieroverdracht plaatsvinden tussen gemeenten en SodM.Hieronder een toelichting op deze punten.Doorzenden aanvragen door gemeenten aan EL&I-mijnbouwEL&I vraagt aan gemeenten om aanvragen voor een omgevingsvergunning die betrekking hebben op bestaande mijnbouwinrichtingen / mijnbouwwerken via het Omgevingsloket online zo spoedig mogelijk door te zenden naar EL&I. Door een automatische toewijzing van het bevoegd gezag door Omgevingsloket online wordt de vergunningaanvraag voor activiteiten voor mijnbouwinrichtingen, zoals milieuneutraal wijzigen, bouwen, slopen, kappen etc. bij gemeenten ingediend.In de gevallen dat niet de gemeente maar EL&I bevoegd gezag is kunt u de aanvragen eenvoudig via het Omgevingsloket online doorsturen door: selecteren coördinator - wijzigen bevoegd gezag - Ministerie van EL&I (mijnbouw).Wanneer is nu EL&I bevoegd gezag?De minister van EL&I is vanaf inwerkingtreding van de Wabo het bevoegde gezag voor de omgevingsvergunning voor een bepaalde categorie mijnbouwinrichtingen. EL&I is dus ook bevoegd gezag voor bijvoorbeeld BRIKS-activiteiten die voor invoering van de Wabo door gemeenten werden verleend.Onder de Wabo geldt ‘eens bevoegd gezag, altijd bevoegd gezag'. De bestaande inrichting in hoofdzaak mijnbouw heeft al een omgevingsvergunning onder bevoegd gezag van EL&I. Vervolgaanvragen om een omgevingsvergunning (o.a. BRIKS) vallen hiermee ook onder de bevoegdheid van EL&I (artikel 2.4, vijfde lid, van de Wabo). Bijvoorbeeld het bouwen van een putkelder of het handelen in strijd met het bestemmingsplan. Pas als het project geen mijnbouwinrichting meer is, is EL&I geen bevoegd gezag meer.Daarnaast is EL&I bevoegd gezag voor de melding in het kader van het Besluit algemene regels milieu mijnbouw (Barmm) voor tijdelijke werkzaamheden (bijvoorbeeld een (exploratie)boring of onderhoud aan installaties). Meldingen in het kader van het Barmm vallen niet onder de Wabo. Voor de tijdelijke werkzaamheden(zoals booractiviteiten, eventuele hulpconstructies en bouwplaatsinrichtingen) is, op grond van artikel 2.5 van het Besluit omgevingsrecht (hierna: Bor), geen omgevingsvergunning vereist.Een putkelder, verdiept gelegen waterbak of bijvoorbeeld een permanent aanwezig blijvende paalfundatie voor de boortoren zijn daarentegen wel vergunningplichtig.Wanneer is nu een andere instantie dan EL&I (bijvoorbeeld de gemeente) bevoegd gezag bij aanvragen van mijnbouwmaatschappijen?Als er sprake is van (tijdelijke) werkzaamheden (bijv. een exploratieboring) en er bestaat nog geen inrichting.Als het (tijdelijke) werkzaamheden betreft op een inrichting die niet in hoofdzaak mijnbouw betreft (bijvoorbeeld een ontheffing op het bestemmingsplan voor aardwarmteboring bij een tuinder).Als het gaat om een activiteit die geen mijnbouwwerk is, of een inrichting die niet in hoofdzaak een mijnbouwwerk is.In bovengenoemde situaties is EL&I het kader van de Wabo dan (nog) geen bevoegd gezag. Wanneer naast de melding in het kader van het Barmm een omgevingsvergunning voor de niet-milieuaspecten is vereist, dan is een andere instantie bevoegd gezag (bijvoorbeeld het bouwen van een putkelder of het handelen in strijd met het bestemmingsplan).EL&I is bevoegd gezag voor de melding in het kader van het Barmm voor de tijdelijke werkzaamheden. De melding in het kader van het Barmm wordt ook in dit geval separaat ingediend bij EL&I.Wanneer er vervolgens sprake is van het oprichten en in werking hebben van een inrichting in hoofdzaak mijnbouw (bijv. winning van aardgas), dan is EL&I bevoegd gezag voor het afgeven van een omgevingsvergunning voor alle betreffende activiteiten die onder de Wabo vallen (artikel 2.1, aanhef en onderdeel e, van de Wabo, in samenhang met artikel 3.3, vierde lid, van het Bor).Overdracht dossiers voor toezicht SodM mijnbouwinrichtingenIn uw gemeente kunnen zich één of meerdere mijnbouwinrichtingen bevinden, waar EL&I vóór 1 oktober 2010 verantwoordelijk was voor het verlenen van de milieuvergunning en de handhaving daarvan.Voor die inrichtingen verleenden de gemeenten de bouw-, kap-, sloop- en andere vergunningen (de zogenaamde BRIKS onderdelen) en voerden handhavingstaken uit.Met de inwerkingtreding van de Wabo op 1 oktober 2010 is de bevoegdheid voor het verlenen van de BRIKS-vergunningen verschoven en is EL&I veelal bevoegd voor het verlenen van de omgevingsvergunning voor de gehele mijnbouwinrichting en de handhaving daarvan.Toezicht en handhaving van de betreffende omgevingsvergunningen is een taak voor het SodM. Hierbij wordt u geïnformeerd over onze werkwijze en de benodigde informatieuitwisseling tussen gemeenten en SodM.WerkwijzeSodM houdt zoveel mogelijk integraal toezicht op de Mijnbouwsector. In het kader van dit beleid past het houden van toezicht op bouw-, kap-, sloop en andere BRIKS-onderdelen als een uitbreiding van taken binnen het totale toezicht dat door SodM wordt uitgevoerd. Voor een nadere kennismaking met deze dienst, zie http://www.sodm.nl/. Hier kunt u uitgebreid informatie vinden over de verschillende activiteiten, onderwerpen en publicaties. In het document "Strategie en Programma 2007 - 2011" wordt de huidige wijze van toezicht houden nader toegelicht. Het toezicht op de bouwactiviteiten zal, kort samengevat, eveneens selectief en risicogericht van aard zijn, zoals ook bij andere toezichtaspecten gebeurt.Informatieuitwisseling tussen gemeenten en SodMRond de inwerkingtreding van de Wabo (oktober/november 2010) heeft SodM met 77 ‘mijnbouw-gemeenten' contact gelegd. Hierbij is aan de gemeenten verzocht om SodM op de hoogte te stellen van alle nog niet afgeronde BRIKS-vergunningen op mijnbouwlocaties. Dit had betrekking op:alle BRIKS-vergunningen die zijn verleend vóór 1 oktober 2010, maar nog niet geheel gereed zijn gemeldalle BRIKS-vergunningaanvragen die vóór 1 oktober 2010 zijn ingediend bij de gemeenten en na 1 oktober 2010 zijn verleend of nog in behandeling/procedure zijn.Tot op heden hebben slechts enkele gemeenten een overzicht geleverd van de lopende aanvragen binnen hun gemeenten, en heeft één gemeente een vergunningsdossier overgedragen.Aangezien het voor SodM onmogelijk is om toezicht te houden op lopende projecten, zonder goed dossier, willen wij alle gemeenten via deze weg alsnog verzoeken contact op te nemen met SodM om te komen tot een overdracht van deze dossiers.Uiteraard benaderen wij de gemeenten ook individueel als wij via de mijnbouwondernemingen vernomen hebben dat daar nog vergunningaanvraag in procedure is of dat er bouwactiviteiten lopen waarvan het dossier nog niet is overgedragen.ContactgegevensVoor nadere informatie kunt u contact opnemen met EL&I via omgevingsvergunning@minez.nl of telefonisch via:Mw. S.H. van Oeveren 070 - 379 7049Mw. S.J. Hoes 070 - 379 7043Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met SodM via sodmomgevingsloket@minez.nl of telefonisch via:Dhr. S. Krabbendam 070 - 379 8401Mw. J.H. Kraaiveld 070 - 379 8454Door Infomil 19 mei 2011