ANTWOORD
Kosten voor archeologisch onderzoek dat in het kader van een aanvraag van een vergunning wordt uitgevoerd komen in beginsel voor rekening van de aanvrager. Dit volgt uit het principe de verstoorder betaalt, één van de uitgangspunten van de Wet op dearcheologische monumentenzorg. Het is mogelijk dat de vergunningaanvrager hierover andere afspraken heeft gemaakt, bijvoorbeeld met de gemeente of met de eigenaar van de grond. Zo zijn er gemeenten die de kosten voor het vooroverleg op zich nemen. Ook zijn er gemeenten die zelf een opgravingsvergunning hebben en het onderzoek zelf kunnen uitvoeren.Een gemeente kan in de legesverordening regelen dat leges betaald moeten worden voor archeologisch advies of de beoordeling van een archeologisch rapport. Dit heeft bijvoorbeeld gemeente Houten gedaan; zie de legesverordening van deze gemeente onder paragraaf 2.3.1.3.2 Verschillende gemeenten hebben een regeling getroffen om te voorkomen dat de kosten voor archeologisch onderzoek voor kleine verstoorders te hoog worden. De aard van deze regelingen loopt sterk uiteen; voorbeelden zijn beschreven in de RCE-brochure Gemeentelijke praktijkvoorbeelden van compensatieregelingen.