Waterstof speelt dan ook een prominente rol in de toekomstschetsen van verschillende sectoren, zoals industrie, gebouwde omgeving, elektriciteit en mobiliteit.
Waterstof is alleen geen bron van energie (zoals aardgas), maar een energiedrager die gemaakt moet worden. Momenteel maakt de industrie waterstof uit aardgas (dan heet het grijze waterstof). Deze grijze waterstof gebruikt de industrie zelf, bijvoorbeeld in de raffinaderijen. Maar bij grijze waterstof komt nog steeds CO2 vrij. Voor gebruik elders is voorlopig ook nog onvoldoende waterstof voorradig en is die ook nog te duur. Dat geldt al helemaal voor de groene waterstof die écht klimaatneutraal is: die moet namelijk via elektrolyse worden gewonnen uit water en duurzame elektriciteit.
Groene waterstof is veelbelovend, vooral omdat het een goede mogelijkheid biedt om de wisselvallige stroom uit zon en wind te bufferen. Bij teveel stroom kan je de elektrische energie opslaan in waterstof, en bij een tekort kan je de energie in waterstof weer omzetten in elektriciteit.
Er loopt een aantal grotere en kleinere onderzoeks- en proefprojecten in Nederland. Die zijn nodig om groene waterstof op termijn een belangrijke rol te kunnen laten spelen. Of waterstof binnen tien jaar concurrerend kan worden in bijvoorbeeld huizen of autos, is maar zeer de vraag. Dat staat nog los van het antwoord op de vraag of dat een goede oplossing is. De eerste toepassingen van groene waterstof op grote schaal zullen naar verwachting in de industrie plaatsvinden.